De wijnpersbak getreden

In Jesaja 63:3 staan de bekende woorden: "Ik heb de pers alleen getreden." Dit zijn woorden die vaak woorden aangehaald om te laten zien dat de Heere Jezus alleen alles heeft doorleden en doorstreden. Dat is natuurlijk waar, maar als je deze tekst verder leest, gaat het daar toch niet over? Deze tekst gaat dan toch over het oordeel? Dat Hij de vijanden vertreedt in de wijnpersbak van Gods toorn (zie Openbaring). Kan hier iets meer over gezegd worden?

Beste vragensteller,

Het zijn heel bekende woorden, waar je de aandacht op vestigt. Een goede reden om ze wat dieper te doordenken.

In Jesaja 63 gaat het inderdaad om de vijanden die door de Heere Jezus verslagen worden. Dat lijkt op het eerste gezicht geen direct verband te hebben met het lijden van de Heiland. Als we immers over het lijden van de Heere Jezus spreken, denken we allereerst aan Zijn diepe nood waarin Hij verkeerde. In Gethsemane was Hij zelfs bedroefd tot de dood toe en smeekte Hij dat de drinkbeker van de toorn van de Vader aan Hem mocht voorbij gaan. Die weg ging Hij ook geheel alleen.

Toch blijkt er meer over te zeggen. De Heere Jezus heeft niet alleen geleden onder de last van de toorn van God, maar Zijn Middelaarswerk omvatte ook de actieve strijd. Zijn weg van lijden was ook een weg van strijden. Naar die strijd wordt dan in het bijzonder in Jesaja 63 verwezen. Alleen: Hij streed niet tegen een bepaald volk, maar tegen de machten die nog gevaarlijker waren. Hij streed tegen de duivel, die Hij als een bliksem uit de hemel zag vallen. Hij ontmantelde Zijn aartsvijand: de dood.

Jesaja gebruikte in zijn profetisch spreken het beeld van de wijnpersbak. Daarin lagen de druiven en men liep daar over heen, om het vocht uit de druiven weg te persen. Alleen: het mooie beeld van de wijnoogst wordt hier in een ander verband gebruikt: het vertrappen van de vijanden. Meestal deden de arbeiders dat samen, want het was een zwaar werk. Maar de Heere Jezus deed het alléén! Hij versloeg die vijanden zonder hulp van anderen. Niemand hielp Hem: nóch tijdens de verzoekingen in de woestijn, nóch in de dagen van Zijn lijden. Wat een machtige Zaligmaker hebben we! Hij is de Zaligmaker, die vol liefde en ontferming ziet op de zondaar, in zijn nood en ellende, die zonder Hem verloren moet gaan.

Maar van het "Lam", zoals de Heere Jezus ook genoemd wordt, wordt ook gezegd dat het tóórnen kan. Die toorn geldt de vijanden: de duivel, maar ook de volkeren, die deze vijand volgen. Die volkeren worden in Jesaja 63 in het bijzonder vermeld. De toorn van het Lam daalt ook neer op allen, die zich weigeren te bekeren. Dat is de diep ernstige toon van het lijdensevangelie.

In die zin is ook Jesaja 63 op het lijden van de Heere Jezus te betrekken. Maar lees ook eens, wat er in Jesaja 62 en in het vervolg van hoofdstuk 63 staat: daar wordt zo heerlijk gesproken over de genade en de liefde van de Heere. Zo worden gericht en genade harmonisch aan elkaar verbonden.

Tenslotte dit: de betekenis van de naam Gethsemane is: wijnpersbak. In die hof werden ongetwijfeld druiven tot wijn verwerkt. Maar het is ook een mooie gedachte om de strijdende Koning van Jesaja 63 te zien strijden in die donkere hof. Daar werden de vijanden verslagen – en wel door een biddende en wenende Heiland.

Als we Hem kennen door het geloof, zullen we Hem nooit ontmoeten als het Lam, dat tóórnt, maar wel als het Lam, dat de zonde der wereld -helemaal alleen- wegdraagt.

Ds. W. Arkeraats