Duivelen uitwerpen
Ds. W.G. Hulsman | Geen reacties | 03-02-2016| 09:50
Vraag
Hoe moet ik het verband zien tussen de volgende twee teksten, want ze lijken elkaar tegen te spreken!? Lukas 9:49-50: “En Johannes antwoordde en zeide: Meester! wij hebben een gezien, die in Uw Naam de duivelen uitwierp, en wij hebben het hem verboden, omdat hij U met ons niet volgt. En Jezus zeide tot hem: Verbied het niet; want wie tegen ons niet is, die is voor ons.” Mattheus 7:22-23: “Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Heere, Heere! hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam duivelen uitgeworpen, en in Uw Naam vele krachten gedaan? En dan zal Ik hun openlijk aanzeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij, die de ongerechtigheid werkt!” In Lukas zegt Jezus dat duivelen alleen uitgeworpen kunnen worden als ze bij Hem horen, maar in Mattheüs zien we toch dat Jezus niet al 'dat soort mensen' kent...
Antwoord
De twee geschiedenissen lijken op elkaar, maar er zijn wel verschillen.
Er blijkt buiten de directe kring van Jezus discipelen iemand te zijn die in Zijn Naam duivelen uitwerpt. Dat is niet iemand die tot de uitdrukkelijke tegenstanders behoort. En dat in een tijd waarin het aantal pertinente tegenstanders van Jezus al groter wordt. Het oordeel van Jezus is zodoende mild over deze man.
In Mattheüs 7 gaat het om mensen die zich boven de anderen verheven voelen, omdat ze in de naam van de Heere Jezus hebben geprofeteerd en duivelen hebben uitgeworpen. De Heere Jezus zegt echter in vers 21 en ook in 24-27 dat het vooral belangrijk is dat je doet de wil van de Vader. Kennelijk ontbreekt het daaraan bij deze mensen. Volgens vers 23 doen ze ‘de wetteloosheid’.
Ds. W. G. Hulsman
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W.G. Hulsman
- Geboortedatum:08-11-1956
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Barneveld
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus