Oudtestamentische-gelovigen en zicht op Christus
Redactie Refoweb | Geen reacties | 28-10-2024| 09:21
Vraag
Van Abraham staat geschreven dat Hij God geloofde (Genesis 15:6). In hoeverre heeft Abraham geweten dat de Zoon van God in het vlees naar de aarde zou komen om voor zijn zonden te lijden en te sterven? Heeft hij ook geweten dat Christus de tweede persoon in de Godheid is? In hoevere hadden andere oudtestamentische-gelovigen (bijvoorbeeld degenen uit Hebreeën 11) zicht op Christus als Persoon en Zijn verlossingswerk? Of anders gevraagd in hoeverre hebben zij Hem gezien?
Er zijn teksten in het Nieuwe testament die schrijven dat Abraham Zijn dag heeft gezien (Johannes 8:56) en dat oudtestamentische-gelovigen de belofte hebben omhelsd (Hebreeën 11:13). Wat wordt er bedoeld met “Zijn dag gezien”? Kunnen we stellen dat deze belofte de komst van Christus en Zijn verzoening omvatte en zij dit omhelsd hebben als een persoonlijke waarheid/verzoening van hun zonden?
Antwoord
Meer daarover is te lezen in deze artikelen:
Dit artikel is beantwoord door
Redactie Refoweb
Bijzonderheden:
Mailadres: vragen@refoweb.nl