Het voorbereidend werk van de wet

Ds. G.A. van den Brink / Geen reacties

08-06-2023, 10:34

Vraag

Geachte ds. Van den Brink, ik begrijp pagina 169 en wat daar verder op volgt van uw boekje 'Dordt zoals je Dordt niet kende' niet zo goed. Daar geeft u in een schema drie opvattingen weer, en visie A is dan de remonstrantse. Waarom zou een variant op visie A niet gereformeerd kunnen zijn? Zacharias Ursinus stelt toch in zijn Schatboek bij zondag 33 dat de verbrijzeling aan de bekering voorafgaat? Niet dat onze ellendekennis de Heere een aangenaam offer is, maar het is toch wel het voorbereidende werk van de Heilige Geest?

U stelt ook in uw boek dat de wet een tuchtmeester is tot Christus (pagina 175). Als ik dat dan weer lees, deelt u toch de opvatting van Zacharias Ursinus of zie ik dan iets over het hoofd? Dan wordt de wet toch als voorbereider door de Geest gebruikt om je laten sterven, opdat je door het levendmakende Evangelie getrokken wordt tot Christus en Hem met een bewust geloof omhelst?


Antwoord

Beste vragensteller,

Jouw vraag gaat over wat bekend staat als ‘het voorbereidend werk’. Wat gaat er in de mens aan de wedergeboorte vooraf? Het schema in mijn boek op bladzijde 169 is inderdaad enigszins versimpeld. Op bladzijde 173 schrijf ik: “Het woord ‘aangenaam’ is hier verhelderend. Volgens de remonstranten is het God aangenaam als iemand tot Hem komt met verslagenheid en verbrokenheid (Dordtse leerregels III/IV.4). Maar volgens Dordt is het God aangenaam als iemand tot Hem komt met geloof in Gods belofte (Dordtse leerregels III/IV.8). Dit is een belangrijk verschilpunt. Niet onze verslagenheid en verbrokenheid is God aangenaam, maar ons geloof in de beloften van God.

Om het schema goed te interpreteren, moet je dit meenemen. De remonstrantse visie zegt dat onze verbrijzeling de wedergeboorte veroorzaakt. Dit is God dermate aangenaam, dat Hij er de wedergeboorte op laat volgen. Zo zegt Ursinus het beslist niet. De verbrijzeling die aan de wedergeboorte voorafgaat, is (om zo te zeggen) een psychologisch hulpmiddel om ons tot het geloof in Christus te brengen, niet een theologische voorwaarde. Of, in de woorden van Binning: “Het voorbereidende werk van de wet is noodzakelijk, niet om degenen die gewillig zijn tegen te houden, maar om degenen die onwillig zijn, te dwingen om in te gaan.”

Met hartelijke groet,
Ds. G. A. van den Brink

Dit artikel is beantwoord door

Ds. G.A. van den Brink

  • Geboortedatum:
    05-01-1974
  • Kerkelijke gezindte:
    Hersteld Hervormd
  • Woon/standplaats:
    Apeldoorn
  • Status:
    Actief
242 artikelen
Ds. G.A. van den Brink

Bijzonderheden:

Emeritus-predikant. Sinds september 2020 als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de TUA.

Bekijk ook:

 

 

 

 

 

 


Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties

Terug in de tijd

Ik kan erg goed met het neefje van m’n stiefbroertje. Nu kreeg ik laatst een sms’je van hem (dat neefje) dat hij me leuk vond. Ik vind hem ook leuk, alleen hij is drie jaar jonger dan mij. Hij 14, ik ...
Geen reacties
08-06-2006
Ik refereer aan een eerder beantwoorde vraag waar een meisje een advies wil hebben over haar geaardheid. Zij geeft aan gevoelens te hebben voor andere meisjes en is bang wat dit voor gevolgen kan hebb...
Geen reacties
08-06-2006
Hoe kun je zeker genoeg zijn van elkaar om te verloven? Wij 18 en 20 hebben twee jaar verkering. We zijn heel verschillend en dat botst soms nog wel eens. Dat is de oorzaak van onze onzekerheid om te ...
Geen reacties
08-06-2006
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering