Verbondsbelofte en -teken
Ds. W. Pieters | Geen reacties | 21-05-2016| 10:00
Vraag
In Hand. 15 staat de wonderlijke geschiedenis van de gelovige Farizeeërs die eisen dat de christen-heidenen ook besneden worden. De besnijdenis is het teken van het verbond van God met de joden. Blijkbaar zagen deze Farizeeërs, Godgeleerden bij uitstek, in de woorden van de OT-profeten (vs. 15) een verbondsbelofte voor de heidenen. Ten diepste betekent dit dus dat ook wij als NT’ische heidenen delen in de verbondsbelofte van de joden. Blijkbaar stemmen de apostelen hier volledig mee in, maar vinden ze het teken van de doop –de gelovige heidenen en hun gezinnen waren immers gedoopt- voldoende als verbondsteken. Is dit niet het meest ultieme bewijs voor het hanteren van de (kinder)doop als vervangend verbondsteken voor alle gelovigen?
Antwoord
Dat de nieuwtestamentische gemeente van Jezus Christus deelt in de verbondsbeloften van Israël is zeker, maar of het de juiste interpretatie is dat de apostelen het teken van de doop voldoende vinden als verbondsteken, is niet zo direct daaruit af te leiden.
Als de redenering wel klopt, is de conclusie nog niet onomstreden dat dit alles het “meest ultieme” bewijs is dat de kinderdoop wordt gehanteerd als vervangend verbondsteken. Al is de redenering aantrekkelijk, ik durf hierover geen oordeel te vellen.
Waarschijnlijk is het goed om een exegeet Nieuwe Testament hierover te raadplegen of bestaande boeken/commentaren die dit hoofdstuk behandelen.
Ds. W. Pieters
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W. Pieters
- Geboortedatum:27-06-1957
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Elspeet
- Status:Actief
Bijzonderheden:
website: dspieters.refoweb.nl