Levieten in Numeri
Ds. H. Peet | 1 reactie | 12-09-2023| 12:35
Vraag
Ik ben bezig met mijn Bijbelstudie in Numeri. Ik pak hiervoor onder andere de Bijbel met Uitleg erbij. Verrijkend tot nu toe om te doen. Maar bij Numeri 3 kom ik er niet helemaal uit en heb ik verschillende vragen:
Mozes moet alle mannelijke levieten van een maand en ouder tellen. Totaal 22.300 mannelijke Levieten van een maand en ouder. Maar in vers 39 staat dat het er 22.000 waren... Vervolgens moet Mozes alle mannelijke eerstgeborenen onder de Israëlieten van een maand en ouder tellen. Maar in mijn Bijbel staat er boven dit hoofdstuk: telling der Levieten. Worden er in Numeri 3 vers 40 nu de Israëlieten bedoeld of alleen de Levieten? Want vervolgens staat er dat er totaal 22.273 mannelijke eerstgeborenen van een maand en ouder waren.
En wat word er bedoeld in vers 41 dat de Levieten moeten worden genomen in plaats van alle eerstgeborenen? Daarnaast staat in vers 45: "De Levieten zullen Mijne zijn." Heel het volk was toch van Hem en apart gezet? Vervolgens staat in vers 46 dat de 273 die overschieten boven de Levieten, gelost moeten worden. Wat betekent "gelost worden" in dit Bijbelgedeelte? En waar komen die 273 vandaan? Want de Levieten waren in totaal toch met 22.300 (als ik zelf tel) en vervolgens stond er in vers 39 natuurlijk dat het er 22.000 waren.
En wat houdt Numeri 3 vers 47-51 in? Ik kom er zelf niet helemaal uit.
Antwoord
Beste vraagsteller,
Ik loop je vragen stuk voor stuk maar even langs en hoop dat het zo wat duidelijker wordt!
1. Het klopt dat inderdaad de som van de eerder genoemde aantallen hoger uitkomt dan het getal dat in vers 39 wordt genoemd. Jij bent niet de eerste die dit opvalt. Het is ook andere Bijbeluitleggers opgevallen. In vers 28 moet waarschijnlijk in plaats van 8600 namelijk 8300 gelezen worden. In het Hebreeuws is dit een verschil van één letter zodat er dus een kleine schrijffout in de tekst geslopen moet zijn.
2. In vers 40 gaat het inderdaad over de eerstgeborenen in Israël. Het aantal van deze eerstgeborenen overtreft het aantal aanwezige Levieten met 273 zodat zij niet door een Leviet vervangen kunnen worden. Daarom moeten deze 273 op een andere wijze losgekocht worden en wel met een bedrag van 5 sikkels. Om die reden wordt dit aantal hier genoemd. Een opschrift boven een Bijbelgedeelte staat er in het oorspronkelijk niet bij en is afkomstig van de vertalers/uitgevers van de vertaling. Hier blijkt maar weer eens dat je op een dergelijk opschrift niet moet blind varen. Het heeft altijd zijn beperkingen zoals dat doorgaans bij een opschrift het geval is.
3. Je vraagt ook naar de betekenis van vers 41. De lossing van de eerstgeborenen heeft als achtergrond de geschiedenis van de uittocht uit Egypte. Bij de uittocht werden Israëls eerstgeborenen gespaard. De verderfengel ging de huizen van de Israëlieten voorbij als er bloed aan de deurposten was. Daaraan was het te danken dat de eerstgeborenen van Israël bleven leven in tegenstelling tot de eerstgeborenen uit Egypte. Gevolg hiervan was dat Israëls eerstgeborenen op bijzondere wijze aan de Heere toebehoorden en dus eigenlijk voor de dienst aan de Heere bestemd waren. God had echter ook bepaald dat de Levieten hun plaats mochten innemen. Toen dus bij de telling bleek dat er meer eerstgeborenen waren dan Levieten, was dat dus een probleem en moesten die op een andere wijze gelost worden.
4. In vers 45 staat dat de Levieten Gods bijzondere eigendom zijn. Jij vraagt: maar dat geldt toch van heel Israël? Hoe verhoudt zich dat tot elkaar? Beide zijn tegelijk waar. Binnen Israël nam de stam van de Levieten een bijzondere plaats in. Zij waren in bijzondere zin aan de dienst van de Heere gewijd en daarom aan de tempel verbonden. Israël als geheel was niet minder Gods bijzondere eigendom. Dat moet je zien in verhouding tot de andere volken die de aarde bewonen. Te midden van de (heiden)volken had Israël een bijzondere plaats en was ze geroepen om een koninkrijk van priesters te zijn (Ex. 19:6). Kortom, bij de Levieten gaat het om de verhouding tot de andere stammen in Israël. Bij het totale volk als Gods eigendom gaat het om de verhouding tussen Israël en de volkeren.
5. De kwestie van de 273 heb ik hierboven al beantwoord. Ik hoop dat dit je inmiddels duidelijk is geworden. Je moet uitgaan van 22.000 en niet van 22.300 omdat hierbij waarschijnlijk een schrijffout in het spel is.
6. Met wat ik boven aangaf, moet het je ook duidelijk zijn geworden wat de betekenis is van de verzen 47-51.
Hopelijk hebben bovenstaande overwegingen je wat geholpen om er wel uit te komen. Met een hartelijke groet,
Ds. H. Peet
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Peet
- Geboortedatum:15-01-1964
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Sliedrecht (Eben-Haëzer)
- Status:Actief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Ook dit was een vraagstuk onder mijn volksgenoten en Rashi heeft gezocht naar een verklaring van het verschil van de 273.
In Sanhedrin 17a. verklaart Rashi het ogenschijnlijke verschil.
Dit is de uitkomst der berekening: 5 sikkelen voor ieder hoofd, [dus] voor 200 eerstgeborenen 1000 sikkelen, voor 70 eerstgeborenen 350 sikkelen, voor 3 eerstgeborenen 15 sikkelen. Hij [Mozes] zei: hoe zal ik dat doen? Een eerstgeborene, tot wie ik zeggen zal: "geef 5 sikkelen" tot mij zal zeggen: ik behoor tot de geloste door de Levieten; wat deed hij [nu]? Hij bracht 22000 briefjes en schreef daarop "Leviet", en op 273 briefjes schreef hij 5 sikkelen, hij [Mozes] deed ze door elkaar en deed ze in een bus; [toen] zei hij tot hen: kom en neem uw briefjes, [het geschiedde dus] naar het lot.
Op zich een heel normale wijze die wij op tegenkomen als de 70 oudsten worden gekozen er zijn totaal 72 briefjes. Op 70 van die briefjes staat כן [ken] = ja, op twee briefjes staat לא = nee. Ook hier het lot en het volledige respect naar alle andere stammen die 12 x 6 afgevaardigden mogen aanwijzen.
Daarmee sluit het aantal van 22000 volledig aan en is er geen hiaat te bespeuren.