Spanningsveld rond bekering
Ds. A.A.F. van de Weg | 2 reacties | 03-04-2013| 10:16
Vraag
Tegen welke achtergrond zijn de Nederlandse Geloofsbelijdenis, de Heidelberger Catechismus en de Dordse Leerregels geschreven? De een legt veel meer de nadruk op bepaalde geloofszaken dan de ander. Bij ons in de gemeente wordt heel veel nadruk gelegd op de uitverkiezing (en de verwerping). Is dat wel goed? Ook wordt er in iedere preek gezegd dat een mens niets kan doen aan zijn zaligheid. In hoeverre moet dat in iedere preek gezegd worden? Het valt mij op dat de Heere in Zijn Woord ons vaak aanspoort om tot Hem te komen, om ons te bekeren, om te stoppen met de zonden, etc. In die gedeelten zegt de Heere niet dat we het niet kunnen. Natuurlijk weten we dat wel, maar de Heere heeft het op vele plekken in Zijn Woord niet genoemd. Had Hij daar een reden voor? Hoe moet daar dan mee omgegaan worden in de prediking? De kerkenraad zegt dat de Bijbel gezien moet worden als één geheel en dat je daarom altijd moet zeggen dat een mens van nature dood is en niets kan, ook al doet de Heere dat niet op bepaalde plekken in Zijn Woord waar Hij oproept tot geloof, bekering en heiligmaking. Ik weet niet goed hoe ik het moet zeggen, maar het lijkt alsof er een soort spanningsveld wegvalt als je altijd maar weer zegt dat wij het van onszelf niet kunnen. Namelijk de spanning van het bevel van de Heere om het toch te moeten doen. Is dat de bedoeling van de Heere? of juist niet? Teksten als: "bekeer mij" en "trek mij, dan zal ik U nalopen" lees ik veel minder in de Bijbel dan "bekeert u!" Waarom zou de Heere teksten als "bekeert u" juist zo veel in de Bijbel hebben laten opschrijven? Is het wel goed als een gebed alleen maar een vraaggebed is: "Heere, wilt u mij veranderen, mij bekeren, mij geopende oren geven, mij helpen", etc. Moet er in een gebed ook niet iets van vertrouwen zijn dat de Heere het juist wil? Staat de Bijbel daar niet vol van? Ik begrijp dat het een heleboel vragen zijn, maar ik zit er best wel mee. Ik hoop dat u me hierin kan helpen.
Antwoord
Beste vragensteller of - stelster,
Ik denk dat jouw vraag is samen te vatten met: hoe moet je omgaan met de spanningsvolle verhouding tussen uitverkiezing en geloof, tussen actief zoeken en tussen passief wedergeboren worden. Je schetst het beeld dat er in jouw gemeente eenzijdig de nadruk wordt gelegd op de uitverkiezing. Dat onderwerp komt uitvoerig -tegen een bepaalde achtergrond- in de Dordtse Leerregels ter sprake. Eenzijdigheden zijn gevaarlijk. Je hebt gelijk dat de Bijbel naast de uitverkiezing ook heel uitdrukkelijk onderwerpen als bekering, vergeving, geloof etc. benoemt. Dat is niet voor niets. Het laat zien dat de Schrift onze logische denkkaders omverwerpt.
Neem als voorbeeld Johannes 3. In een en hetzelfde hoofdstuk heeft Jezus het over zowel de wedergeboorte als het geloof in Jezus. De wedergeboorte laat zien dat ik 100 procent passief ben in het gered worden. Het geloof laat zien dat ik 100 procent verantwoordelijk ben in het gered worden. Hoe zijn die twee zaken overeen te stemmen? Ze zijn niet overeen te stemmen! Als je het Evangelie kloppend probeert te maken, klopt het hart van het Evangelie niet meer! De spanning tussen Gods werk en onze verantwoordelijkheid, die als het goed is in iedere preek min of meer naar voren komt, is niet op te lossen.
Wat je misschien helpt is de vaststelling dat, wanneer de Bijbel ons oproept te komen tot Christus, of te geloven in Hem, er dan niet wordt verondersteld dat jij kunt komen of geloven. Je wordt echter wel verantwoordelijk gehouden voor je niet komen en niet geloven. Alle oproepen in de Schrift laten zien hoe schuldig jij staat. Met maar één bedoeling: dat jij gaat bidden met Augustinus: "Heere, geef wat Gij beveelt, en beveel dan wat Gij wilt!"
Met vriendelijke groet,
Ds. A. A. F. van de Weg
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A.A.F. van de Weg
- Geboortedatum:09-03-1984
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Apeldoorn
- Status:Inactief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Er staan teksten in de Bijbel dat er niemand is die God zoekt. Dit moeten we niet gaan zien als een richtlijn. Het is een keihard verwijt tegen onze onwil. Als we dat nou eens in gaan zien zou God dat wel eens kunnen gebruiken om die onwil te breken.
Het eerste waar je dat aan merkt is dat je de oproep om je te bekeren serieus gaat nemen en je niet langer meer passief achterover wilt blijven leunen....