Via via ken ik een paar mensen die anders (en mijns inziens ook gemakkelijker) o...
Ds. M.A. Kuyt | Geen reacties | 20-09-2006| 00:00
Vraag
Via via ken ik een paar mensen die anders (en mijns inziens ook gemakkelijker) over het geloof denken en er zo dus ook mee omgaan. Op een website zet een van hen bijvoorbeeld wel eens “Gods Eigen Kind”. Als je daar dan op reageert dat je daar voor jezelf helemaal niet zo zeker van bent, komen ze aan met onder andere deze Bijbelteksten en zeggen ze dus dat wij wel degelijk ook kinderen van Hem zijn omdat het op genoeg plaatsen in de Bijbel staat: Bedenk toch hoe groot de liefde is die de Vader ons heeft geschonken! Wij worden kinderen van God genoemd, en dat zijn we ook. Dat de wereld ons niet kent, komt doordat de wereld Hem niet kent (1 Joh. 3:1) en De Geest zelf verzekert onze geest dat wij Gods kinderen zijn. (Rom 8:16). Ik vind het heel moeilijk om daar op te reageren, want in principe lijken ze wel gelijk te hebben als je die teksten zo leest, alhoewel ik er om de een of andere reden toch moeite mee blijf houden omdat ik altijd geleerd heb dat je eerst getrokken moet worden en dat je dus niet zomaar zonder bekering kunt en mag accepteren dat je Gods kind bent! Zou iemand mij uit willen leggen hoe het nu zit en hoe ik met die mensen in gesprek kan gaan? Alvast hartelijk bedankt!
Antwoord
Over het kindschap Gods is al heel wat geschreven. En er is al heel wat over gezegd. Het is vaak een kwestie van accent-leggen. In de Bijbel wordt het kindschap verbonden met de doop, de wedergeboorte en het geloof. Het is moeilijk om dit allemaal bij elkaar te houden en niet eenzijdig te worden. Kinderen Gods zijn wedergeboren, zij geloven in Christus en dragen het teken van Gods verbond. Allerlei stromingen in de kerkgeschiedenis leggen hun eigen accenten. Zij die onderstrepen dat het kindschap Gods voortvloeit uit de verkiezing en dat je niet zomaar kunt zeggen dat je een kind van God bent vanwege de zonde(val) van de mens, leggen de nadruk op de wedergeboorte als het eenzijdige werk van God in het hart van de zondaar. Anderen, die minder nadruk leggen op de verdorvenheid van de mens en positief denken over de wilsvrijheid van de mens en het kiezen van de mens voor Jezus, zullen eerder nadruk leggen op de doop en dat we moeten geloven.
Vanuit evangelische hoek zal meer de nadruk gelegd worden op het kindschap, omdat men niet veel moeite heeft om die woorden op zichzelf toe te passen. Vanuit reformatorische hoek is men beducht voor remonstrantisme en zal men terughoudender zijn over het spreken van het kindschap, omdat men meer nadruk legt op de trekking van de Heilige Geest, de strijd en de aanvechtingen die het leven met God met zich meebrengen.
Om evenwichtig over deze zaken te spreken mag je zeggen dat vanuit Gods verbond gezien (en de doop als teken daarvan) God ons voor Zijn kinderen houdt. Zoals God krachtens Zijn verbond Israël heeft aangesproken als: Mijn volk, Mijn kinderen ed. Tegelijkertijd weten we ook, dat niet allen die zeggen kinderen van God te zijn, het ook werkelijk zijn. In de tijd van Jezus hielden velen in Israël zich voor het zaad Abrahams terwijl zij Christus verwierpen. Het is niet alles Israël dat IsraËl heet. We zullen ook wedergeboren moeten zijn. Door oprecht geloof in Christus ingeplant moeten zijn. Probeer dit allebei vast te houden: vanuit Gods verbond gezien zijn we kinderen Gods (denk aan het doopformulier: God heeft ons tot Zijn kinderen aangenomen), maar dat kunnen we alleen in waarheid zeggen door het geloof in Christus (en dat is weer vrucht van de wedergeboorte). In het verleden werd wel gesproken over tweeërlei kinderen des verbonds.
Wanneer sommigen beweren, dat ze kinderen van God zijn, dan hoeven wij dat niet direct verdacht te maken. Wij kunnen niet in het hart kijken en weten niet welke strijd er aan vooraf is gegaan eer dat men dit voor zichzelf durfde te zeggen. Denk aan de stelregel uit de Dordtse Leerregels: III/!V.15: "Voorts van diegenen, die hun geloof uiterlijk belijden en hun leven beteren, moet men naar het voorbeeld der apostelen het beste oordelen en spreken, want het binnenste des harten is ons onbekend." Het heeft daarom niet veel zin om met sommige mensen in discussie te gaan over een aantal bijbelteksten, want de uitleg staat bij voorbaat al vast.
Het is beter om de teksten, die over het kindschap Gods spreken voor jezelf te overdenken, ze tot je door te laten dringen en jezelf af te vragen: wat geloof ik nu zelf? Wat verhindert mij om te geloven dat de Heere mij als Zijn kind wil aannemen? Denk aan je eigen doop! Je zegt o.a., dat je eerst getrokken moet worden om tot bekering te komen. Dat is dogmatisch gezien wel waar, want niemand komt tot de Heere Jezus dan dat de Vader hem of haar trekke, maar je komt er niet veel verder mee (en je geeft andere mensen een stok in de hand om je te slaan, omdat ze je voor “lijdelijk” verslijten). Het trekken van de Heere is namelijk geen ervaring die geschiedt buiten het Woord om, maar het gebeurt juist door de prediking, de nodiging. Je hoeft niet te wachten op een bepaalde gevoelige trekking van de Vader. Je wordt regelrecht genodigd om je verzet op te geven en in Christus te geloven met je gehele hart ook al zou je geen enkele trekking van binnen ervaren.
Je komt er heus wel achter, dat het Gods werk is, dat het Zijn trekkende liefde is, als je tot geloof gekomen bent. Aan reeds gelovigen in Efeze schrijft Paulus, dat het geloof een gave Gods is. Daarmee is Paulus niet begonnen op de Areopagus. Zo moeten wij dus ook niet beginnen. Begin bij de roeping van God en niet bij Gods (verborgen) trekking.
Wanneer anderen je 'uitdagen' om het ook te zeggen, dat je een kind van God bent, dan moet je je niet door hen op sleeptouw laten nemen. Laat hen weten, dat je voor jezelf de bijbelse gegevens op een rijtje wilt zetten en dat je er voor jezelf nog niet uit bent. Maar dat je in gebed de Heere vraagt om het jou bekend te maken. We mogen ons geen geloof laten aanpraten. Er is ook historisch geloof en wat niet uit God is, houdt geen stand. Het zal voor onszelf een hartezaak moeten zijn. Als je zo graag zou willen zeggen dat je een kind van God bent, dan zal het ook gebeuren, want de Heere heeft beloofd de Heilige Geest te geven aan hen, die om die Geest bidden.
Kortom, ik zou niet in discussie gaan, maar kom er tot je verwondering achter, dat God bezig is om je trekken. Iedere keer als je Zijn Woord hoort. En dat Hij het zegt: Mijn zoon (Mijn kind!), geef Mij je hart!
Hartelijke groet,
Ds. M. A. Kuyt
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M.A. Kuyt
- Geboortedatum:17-04-1957
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Wijk en Aalburg
- Status:Inactief