Joods bloed aan onze handen

prof. dr. M.J. Paul / Geen reacties

05-06-2023, 15:48

Vraag

Aan professor Paul. Kent u het boek “Bloed aan onze handen”? Wat vindt u van dat boek? Een kennis van me leest dit en ik schrok er nogal van toen ik het doorbladerde.


Antwoord

Beste vraagsteller,

Je zult bedoelen: Dr. Michael L. Brown, “Bloed aan onze handen. De tragische geschiedenis van de Kerk en van het Joodse volk.” Het Amerikaanse boek is geschreven in 1992, vijfhonderd jaar na de verbanning van alle niet-gedoopte Joden uit Spanje. In 2019 heeft de auteur het werk flink herzien en geactualiseerd. Bij uitgeverij Scholten in Zwolle is deze herschreven versie in 2022 in het Nederlands verschenen.

Het is goed te begrijpen dat je schrok toen je het boek doorbladerde. Het geeft veel citaten van wat er in de loop van de geschiedenis gebeurd is in de verhoudingen tussen Jodendom en Christendom. Het zijn vaak schrijnende citaten, gegeven om de lezer wakker te schudden en tot tranen van berouw en gebed te brengen. De auteur heeft een diep verlangen naar een geestelijke opwekking in Israël en de Kerk. Hij is ervan overtuigd dat het Joodse volk eens Jezus als Messias zal aanvaarden en dat dit wereldwijd tot zegen zal zijn.

De meeste christenen, zelfs zij die flink gestudeerd hebben, hebben geen flauwe notie van wat er allemaal in de loop van de geschiedenis met de Joden is gebeurd en wat voor schuld de Kerk daaraan heeft (E. Flannery). Juist omdat in veel onderwijs over de kerkgeschiedenis deze kant ontbreekt, is het waardevol dat er nu aandacht voor gevraagd wordt.

De auteur is een bekende Messiasbelijdende Jood die veel boeken geschreven heeft. Meermalen laat hij zijn emoties blijken, maar hij is ook wetenschapper. Achterin het goed leesbare boek staan maar liefst 61 pagina’s met voetnoten voor de bronvermeldingen.

Dr. Brown schrijft: “Het is juist de christelijke Kerk geweest (‘christelijk’ in naam, maar niet in houding ...) die een groot deel van de ongelooflijk pijnlijke geschiedenis van Israël heeft geschreven; niet met inkt, maar met Joods bloed.” Hij geeft aan: “Tijdens het lezen van dit boek zult u af en toe de neiging krijgen het weg te leggen, omdat het te pijnlijk is. Maar de werkelijkheid moet tot ons hart doordringen! Want de enige manier waarop deze zonden tegen het Joodse volk uitgewist kunnen worden, de enige weg naar een echte wereldwijde opwekking, de enige manier waarop wij in staat zullen zijn de genade van God aan Israël kenbaar te maken, is door volledig schuld te bekennen. We moeten ons schamen voor onze ‘christelijke’ voorouders en ons met een gebroken hart bekeren. Of we nu rooms-katholiek of protestant zijn, er kleeft bloed aan de hand van onze voorouders.”

Vanuit de vroege kerk valt helaas heel wat te citeren, maar ik beperk me nu tot Luther. Hij stelde de vraag: “Wat moeten wij christenen aan met dit veroordeelde en verworpen Joodse geslacht?” Zijn antwoord luidt (in verkorte vorm): “Ten eerste moeten hun synagogen worden verbrand. Ten tweede moeten ook hun huizen verwoest en vernietigd worden. Ten derde moeten we hun gebedenboeken en Talmoeds afpakken. Ten vierde moeten hun rabbi’s een verbod krijgen om onderwijs te geven, op straffe van de dood. Ten vijfde mogen de Joden geen paspoorten meer hebben en niet meer reizen. Ten zesde moeten ze ophouden met woekeren (rente op leningen innen). Ten zevende moeten we jonge en sterke Joden en Jodinnen een dorsvlegel, een bijl, een houweel, een spade, spinrokken en een spoel geven; in het zweet des aanschijns moeten ze hun eigen bood verdienen. Deze luie onderkruipsels moeten uit onze maatschappij verwijderd worden. Wég met hen... Tenslotte, nobele prinsen en edellieden, die Joden in uw gebied hebben, als mijn advies u niet past, zoek dan een beter zodat u en ik verlost worden van deze ondragelijke duivelse last: de Joden.”

Gelukkig hebben de Lutheranen later afstand genomen van deze woorden (o.a. in een verklaring in 1984), maar Hitler maakte in zijn tijd dankbaar gebruik van zulke uitspraken. 

In een volgend hoofdstuk vermeldt dr. Brown ook andere stromingen, zoals die van de Puriteinen. Samuel Rutherford verlangde zeer naar de bekering van het Joodse volk: “Ik zou wel willen wachten met naar de hemel gaan, als ik de vervulling van de profetie zou mogen beleven waarbij de overwinnende Heer de Oudere Zuster, de ‘kerk’ van de Joden Zijn Koninkrijk binnenhaalde. O, wat een vreugde en heerlijkheid zou het zijn om mijn overgang naar de hemel uit te stellen en getuige te kunnen zijn van die glorieuze bruiloft, wanneer Christus in liefde Zijn heerlijkheid uitgiet over het laatste gedeelte van Zijn bruid!”
 
Spurgeon sloot zich hierbij aan. Het betekent ook dat de profetieën niet slechts op de Kerk betrekking hebben, maar ook op het Joodse volk.

In een volgend hoofdstuk laat dr. Brown zien hoe schuldbelijdenis en berouw een belangrijke plaats innemen in de Joodse gebeden. Dat geeft een ander beeld dan de christelijke vooroordelen over wetticisme in deze kring.

Het is waar dat veel Joden Jezus niet als Messias aanvaarden. Wie dit boek gelezen heeft, zal erkennen dat helaas de christenen hieraan medeschuldig staan. De Joodse geleerde Pinchas Lapide heeft eens tegen christenen gezegd: “Waarom hebben jullie alle methoden die denkbaar zijn gebruikt om ons tot bekering te brengen, behalve de methode van jullie apostel Paulus: tot jaloersheid verwekken?”

Ik herinner me uit de jaren ’90 een Jood die de Tweede Wereldoorlog overleefd had en vertelde dat 53 van zijn 56 familieleden in die tijd omgebracht zijn. Hij is later tot geloof in Jezus als Messias gekomen, maar gaf ook aan dat veel van zijn volksgenoten daar niets van moeten hebben. Hij vroeg aan ons: “Hebben jullie enig idee hoe het christelijke kruis overkomt bij de Joden?” Hij beantwoordde deze vraag met: “Het heeft dezelfde gevoelswaarde als het hakenkruis voor jullie.” Dat is het gevolg van een eeuwenlange houding van de meeste christelijke stromingen.

Dr. Brown eindigt zijn boek met een verwijzing naar Romeinen 11. Door de val van Israël is de zaligheid naar de heidenen gegaan, om hen tot jaloersheid te verwekken. Paulus schrijft daar ook: “Als dan hun val voor de wereld rijkdom betekent en het feit dat zij achteropkomen rijkdom voor de heidenen, hoeveel te meer hun volheid!” (vers 12). Het betekent dat de bekering van het Joodse volk grote geestelijke zegeningen voor de volken met zich mee zal brengen. Dat is echter nog toekomst.

Vanwege de geschiedenis heeft de Kerk bloed aan haar handen. Daarom zal de Kerk moeten huilen. De auteur schrijft: “Laten we vandaag jammeren en weeklagen, zodat Israël morgen tot bekering komt. Dan zal Jezus terugkeren, de dood overwonnen worden en het lijden voorbij zijn... voor eeuwig. En wanneer de tranen van verdriet zich uiteindelijk vermengen met opgekropte tranen van vreugde, zal de Almachtige God Zijn hand uitstrekken en elke traan afwissen. Geen gaskamers meer, geen inquisitie meer, geen kruistochten meer, geen haat meer, geen zonde meer... voor eeuwig.”

De vraag is wat ik van dit boek vind. Ik hoop dat het boek volop gelezen wordt en een geestelijke uitwerking zal hebben. Het is een boek dat met grote bewogenheid geschreven is. Het doet inderdaad schrikken, maar biedt ook perspectief. Er is op dit gebied nog veel te doen. Dat betreft kennis van de geschiedenis, maar ook de uitleg van de Bijbel. Wie de profetieën alleen maar vergeestelijkt -wat helaas ook gebeurt in de kanttekeningen van de Statenvertaling- slaat de eerste betekenis voor Israël over. Gelukkig is hierop een reactie gekomen in de tijd van de Nadere Reformatie en het Reveil. Maar ook in de uitleg van het Nieuwe Testament valt nog veel te doen. De publicaties van de Messiasbelijdende Joden kunnen ons daarbij helpen. Zelf heb ik onlangs meegewerkt aan een interkerkelijke bundel waarin enige aanzetten gegeven worden: “Met het oog op Israël. Bezinning en Bijbelstudies”, onder redactie van M. van Campen, J. Hoek en M. J. Paul (Apeldoorn, 2022).

Prof. dr. M. J. Paul

Tags in dit artikel:

(Messiasbelijdende) Jodenboeken
Dit artikel is beantwoord door

prof. dr. M.J. Paul

  • Geboortedatum:
    13-03-1955
  • Kerkelijke gezindte:
    PKN (Hervormd)
  • Woon/standplaats:
    Oegstgeest
  • Status:
    Actief
262 artikelen
prof. dr. M.J. Paul

Bijzonderheden:

-Eindredacteur Studiebijbel OT
-Senior docent Oude Testament (CHE)
-Deeltijd hoogleraar OT te Leuven (B)
-Directeur-bestuurder THGB

Bekijk ook:


Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties

Terug in de tijd

Ik voel mij vaak zo alleen in het geestelijke leven. Wat er in Jesaja staat zo voel ik mij de laatste tijd. Overgebleven als een hutje in den wijngaard, als een nachthutje in den komkommerhof. Wat vin...
Geen reacties
05-06-2009
Beste dominee. Ik vraag me af hoe vaak Jezus voor je wil bidden. Is dit onbeperkt? Is Hij het een keer ‘zat’? Wat als je maar blijft zondigen en er niets van heiligmaking in je leven duidelijk wordt? ...
Geen reacties
05-06-2018
Mijn zoon van twaalf heeft een heel ander karakter dan ik, echt tegenovergesteld. Ben ik hardwerkend, doelgericht, ondernemend en goudeerlijk, hij is heel gemakzuchtig, onderneemt bijna niets, is niet...
Geen reacties
05-06-2020
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering