Tegenstrijdige verzen in Samuel
Ds. M.W. Muilwijk | 1 reactie | 25-04-2013| 09:13
Vraag
Aan iemand van de HHK. 1 Samuel 2 vers 26 en 1 Samuel 3 vers 7 lijkt met elkaar tegenstrijdig te zijn. Hoe moet ik dit zien?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Beste vragensteller/-ster,
Laten we de beide teksten er eerst even bijpakken. 1 Sam. 2:26: "En de jongeling Samuel nam toe, en werd groot en aangenaam beide bij den HEERE en ook bij de mensen." 1 Sam. 3:7: "Doch Samuel kende den HEERE nog niet; en het woord des HEEREN was aan hem nog niet geopenbaard."
Ik vermoed dat je de tegenstrijdigheid ziet in het feit dat in 1 Sam. 2 Samuël "...groot en aangenaam is bij de HEERE..."; en dat in 1 Sam. 3 wordt gezegd dat Samuël "...de HEERE nog niet kende..."
Maar zo’n tegenstrijdigheid zit hier niet, omdat het mijns inziens (en de kanttekeningen bij de Statenvertaling denken precies dezelfde kant op) over twee verschillende dingen gaat. In 1 Sam. 2 wordt deze opmerking gemaakt in een gedeelte waarin een tegenstelling wordt beschreven tussen enerzijds de zonen van Eli, die goddeloos zijn en bij de mensen niet aangenaam; en anderzijds Samuël, die door zijn godsvreze en trouw, aangenaam is bij de mensen en bij God. Dus de goddeloze Hofni en Pinehas staan tegenover de godvrezende Samuël.
In 1 Sam. 3 gaat het over iets anders. Samuël kent de Heere nog niet in de manier, waarop Hij Zich openbaart en bekend maakt. Vergelijk ook vers 1 van dit hoofdstuk en vers 26. Samuël kent dus wel de Heere als het gaat om de gewone vreze des Heeren, maar nog niet op de bijzondere manier, waarop de Heere ook kan spreken. Openbaringen in het Oude Testament waren niet voor iedere gelovige weggelegd; niet iedere gelovige moest ook bijzondere openbaringen krijgen. Samuël wordt door de Heere als profeet en richter aangewezen, doordat Hij aan hem openbaringen gaat geven: maar in 1 Sam. 3:7 is hem nog niet bekend gemaakt hoe de Heere dat doet.
Samenvattend, in 1 Sam. 2 gaat het over de gewone vreze des Heeren; in 1 Sam. 3 gaat het over een uitzonderlijke manier van openbaren, die voor sommigen is weggelegd, maar niet noodzakelijk is voor het geloof. Dus er is geen tegenstrijdigheid, maar er is sprake dat Samuël opgevoed moet worden in de bijzondere openbaringen van God.
Hartelijke groet,
M. W. Muilwijk
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M.W. Muilwijk
- Geboortedatum:23-12-1980
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Aalst
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: