Kerk is supermarkt geworden
Ds. H. Peet | 33 reacties | 19-04-2012| 16:04
Vraag
Ik bespeur een trend in onze gemeente (en waarschijnlijk komt het ook in andere gemeenten voor) dat de kerk een supermarkt is geworden, waarvan de leden consumenten zijn. Op zondag wordt er een preek geconsumeerd, is deze niet voedzaam genoeg, dan gaat men naar een andere gemeente. Dit kan naar een meer rechtse richting zijn ("ik wil meer bevinding horen") of een andere richting op ("ik wil meer vreugde horen of meer praktische preken"). Of het zogenaamde shoppen: is er een interessante aanbieding (predikant die erom bekend staat dat hij mooi kan preken) dan ga ik toch eens in die andere supermarkt kijken? Aan de ene kant snap ik die mensen erg goed; als je uit de preken niets meer leert en je in een andere gemeente (met soms ook andere gewoonten en 'regeltjes') beter thuis voelt, waarom dan niet! Maar aan de andere kant ook weer niet: de Bijbel spreekt eigenlijk niet over individuen (wat vind ik mooi, waar voel ik me goed bij), maar over gemeenschappen. Als het goed is hoort een gemeente toch meer te zijn dan alleen een plek waar je alleen op zondag komt om naar een predikant te luisteren en verder weinig contact hebt met de leden? Elkaar onderwijzen, opbouwen, ondersteunen, voor elkaar bidden etc. dat hoort toch als leden van het lichaam van Christus? Kan iemand mij uitleg geven hoe de Bijbel spreekt over het gemeente zijn en hoe je daar als (levend) lid in behoort te functioneren? (in de vragenrubriek zijn wel verschillende persoonlijke gevallen besproken die met dit onderwerp te maken hebben, maar ik heb nog geen algemeen antwoord of visie op deze vraag kunnen vinden).
Antwoord
Beste vraagsteller,
Het is denk ik zeer terecht dat je de vinger legt bij het zogenoemde shopgedrag dat onder kerkgangers steeds meer lijkt te gaan voorkomen. Het is gedrag dat mogelijk geworden is door onze sterk toegenomen mobiliteit, maar het is mijn stellige overtuiging dat dit beslist niet bijbels is en inderdaad alles te maken heeft met de door jou genoemde wereldse consumptiementaliteit. De enige vraag die telt, wordt dan: waar wordt het meest aan mijn wensen voldaan. Misschien moet ik zelfs zeggen: waar word ik religieus het meest vermaakt? Het is een redeneren van onderen af. Dat geldt ook voor de vraag: waar voel ik me het meeste thuis? Hier wordt aan ons gevoel wel een heel belangrijke stem gegeven – daar is al de vinger bij te leggen. Daar komt bij dat het puur een denken is vanuit de mens. Een veel betere vraag zou zijn: waar doet de Koning van de Kerk me thuis zijn? Niet daar ontstaat de kerk waar mensen het aardig eens zijn, samen een goed gevoel hebben en het een beetje gezellig met elkaar hebben. Zondag 21 (HC) zegt: Christus vergadert Zich een gemeente door Woord en Geest. De vraag is dus niet allereerst waar ik me thuis voel, maar waar de Heiland me een thuis geeft.
Nu hebben we te maken met een kerkelijke kaart die heel veel op een lappendeken lijkt, zodat het niet altijd eenvoudig is uit te maken waar de Heere je wil hebben. Ik zou met het oog daarop je wel het volgende in overweging willen geven: veracht de leiding van de Heere in je leven niet. Je bent in een gezin geboren die verbonden was aan een bepaalde gemeente in een bepaald kerkverband, je bent ergens gedoopt... Of als je later tot geloof gekomen bent: je kwam in aanraking met de bijbelse boodschap en zo met een gemeente van waaruit die boodschap gebracht werd. Zou de Heere je niet daar allereerst een plek gegeven hebben? Moet je dan altijd op die plek blijven? Me dunkt dat er alleen een rechtvaardiging is om die plek te verlaten als de bijbelse boodschap op wezenlijke punten geen recht wordt gedaan, als in de gemeente dingen gebeuren die volstrekt in strijd zijn met de Schrift. Het lijkt me een heel slechte reden om van kerk te veranderen alleen omdat ds. A. of ds. B. zoveel aansprekender preekt of omdat men in een andere gemeente wat vrijer of strakker van opvatting is. En ook dan kun je niet zomaar met stille trom kunnen vertrekken maar heb je over de dingen die zorg geven het gesprek aan te gaan. Je kunt niet van kerk veranderen op de manier zoals je van supermarkt veranderd en soms krijg je die indruk toch echt.
Juist omdat de gemeente een lichaam is –je wijst daar terecht op– kan het niet zo zijn dat je de ene zondag hier kerkt en de andere zondag daar. Je doet het lichaam dan geweld aan en zorgt op zijn minst voor een (tijdelijke) amputatie. Dit gaat nog meer spreken als we een ander bijbels beeld erbij betrekken: dat van een huisgezin. Wanneer je deel uitmakend van een gezin de ene dag thuis eet en dan zonder enige opgaaf van reden dan eens bij die kennis eet en dan weer bij een ander en nog maar zelden thuis, berokken je de relatie met het gezin waartoe je behoort toch grote schade en haal je uiteen wat toch echt bij elkaar hoort! Je zet de broederband onder druk en wekt de indruk dat je niet om hen geeft. Stel je trouwens voor dat iedereen zo zou doen: hoe zou je dan nog ergens een gemeente in stand kunnen houden? Ook dat maakt wel duidelijk is hoe funest dergelijk gedrag is voor de gemeente. Is dat liefde tot de gemeente als je er de ene zondag wel bent en de volgende weer niet? Krijg je dan niet een soort knipperlichtrelatie met de gemeente zoals dat bij sommige verkeringen ook wel eens het geval is? Er is niet alleen de vraag: wat heb ik aan de gemeente. Er is ook de vraag wat heeft de gemeente aan mij? En deze laatste vraag moet –denk ik– voorop gaan. Juist bij shopgedrag komt de roeping die in zondag 21 ook genoemd wordt (namelijk bij de uitleg van de betekenis van de gemeenschap der heiligen) onder druk te staan. Antw. 55 geeft aan dat elk lid zich schuldig moet weten zijn gaven ter nutte en zaligheid der andere lidmaten gewillig en met vreugde aan te wenden. Hoe zal dat ooit gestalte kunnen krijgen als we dan eens hier en dan eens dan een geestelijke maaltijd gaan halen.
Als het gaat over het nalopen van predikheren mag de volgende anekdote te denken geven: Iemand bezocht een kerkdienst waar een dominee voorging die zeker over tien preektalenten beschikte. De broeder kwam thuis en zei: wat een prediker, wat een prediker. Diezelfde middag preekte er een voorganger die het moest doen met één preektalent. Toen kwam dezelfde broeder thuis en zei: wat een Christus, wat een Christus. Je begrijpt wanneer de kerkganger het meest gezegend was. Dat was in dit geval bij de prediker met het ene talent. Ik zou het ook nog anders kunnen zeggen: niet alleen een vijfgangendiner vult de maag, dat doet boerenkool met stamppot net zo goed. Je begrijpt de toepassing: ga gewoon daar waar de Heere je een plek heeft gegeven. Op die plek wil de Heere je zegenen.
Misschien mag ik je tenslotte nog enkele passages uit de Schrift aanreiken die je in je bezinning hierover verder kunnen helpen: 1 Kor. 12, Ef. 3:14, 4:16, 1 Petr. 2:1–10, 1 Petr. 4:7–11. Verder kun je goed terecht in de gedeelten waarna in zondag 21 wordt verwezen. Het zou te ver voeren om alles wat hierin genoemd wordt allemaal uit te werken. Ik hoop dat bovenstaande overwegingen je wat verder helpen!
Ds. H. Peet
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Peet
- Geboortedatum:15-01-1964
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Sliedrecht (Eben-Haëzer)
- Status:Actief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
En sparen voor de beeldjes van de kerststal.
Ik heb lang gedacht dat het aan de ds lag of aan de preken dat ik het zelf niet begreep of dat het niets met me deed, tot ik het wel begreep en zag dat ik het juist zelf was die er voor zorgde dat het me niets deed.
Een tijdje terug was ik in een evangelische doopsgezinde gemeente voor een familieaangelegenheid. En ja, ik begreep direct waarom veel mensen graag naar die gemeente gaan. Wat je ook doet, het maakt allemaal niet uit want GOd houd toch wel van je. Dat was de letterlijke boodschap. Werkt dat juist niet averechts? Natuurlijk is dat aantrekkelijk om alleen maar dat te horen, dan zou mn gevoel ook positief zijn, en opgewarmd worden. Maar dat is zo'n eenzijdig beeld van wie God is en wie wij mensen zijn.
Natuurlijk is er ook de kant dat het juist helemaal andersom is.
Evenwicht, daar gaat het denk ik om.
En welke keuzes mensen ook maken, dat is een zaak tussen God en henzelf waar wij niets over te zeggen hebben, maar het is wel heel typerend vaak.
Het "shoppen" waar je naar refereert lijkt mij eerder wat weg hebben van een innerlijke onrust en deze onrust kan wel eens goed te maken hebben met onduidelijkheid, onwetendheid, ongemakkelijk, ontevredenheid, etc.
Elkaar onderwijzen, opbouwen, ondersteunen, voor elkaar bidden etc. wordt effectief als hier binnen een organisatiestructuur of liturgie ook ruimte voor bestaat maar gaat verloren als dit niet het geval is.
De Ds heeft een aantal teksten gegeven, de vraag is hoe dit dan in uw gemeente in de praktijk ruimte krijgt. Want het gaat niet om de tekst(letter), maar om de Geest van God die de ruimte krijgt om Zijn werk te kunnen doen in harten van mensen.
Want God verlangt er naar om Heer van iedereen te zijn en niet dat een ziel een heel leven lang in onrust of onduidelijkheid verkeert.
Maar als er geen hart open gaat voor Koning Jezus, dat Hij Heer mag worden van je hart, dan blijft het shoppen geblazen, ook binnen een kerkelijke gemeenschap en in dit individualistische tijdperk is dat niets vreemd.
Lees ook eens Rom. 8 en 2 Kor.3
Als je hier op refoweb zet dat je moeite hebt met een preek zondags. krijg je vaak van reageerders te horen dat je maar weg moet daar. Waar zijn we dan mee bezig?
@ Roozemond: Dat ze nog steeds aan het shoppen zijn kan natuurlijk ook liggen aan het feit dat ze er al zoekende achter komen dat de kerk die de volledige en juiste leer brengt niet meer bestaat.
En voor mijzelf zou ik een worsteling, onderzoek, studie, meditatie en gebed van 12 jaar lang voor je 'de stap' neemt, geen shoppen willen noemen. En op mijn allerlaatste brief aan de kerkeraad waarin ik afscheid nam was de reactie: "we delen je zorg, alleen niet je conclusie". Vanuit mijn gezichtspunt is er geen sprake van shoppen, slechts zoeken hoe je God zo goed mogelijk kunt liefhebben.
Nu sta ik weer voor zo'n dilemma. In onze gemeente wordt zowel gepreekt als ontkent dat iedereen zich moet bekeren en dat dat een herkenbaar moment moet zijn, waardoor degenen die bekeerd geboren zijn, of zich het moment niet herinneren, aan het twijfelen gebracht worden aan hun eigen zaligheid. Is het feit dat door een paar gemeenteleden ontkent wordt voldoende om te blijven, of is het feit dat een dergelijke lastering van het offer van Christus wordt toegestaan voldoende om het stof van je schoenen te schudden?
Ook kun je de argumenten van anderen misscien begrijpen, ik zou zeggen ga er in liefde mee om.
@plderoos het echte werk van God wordt altijd verdacht gemaakt, lees de evangelieën en brieven er maar eens op na.
De grootste vijandschap komt uit de godsdienst.
Waarschijnlijk loop je hier in een andere gemeente ook tegenaan.
Misschien heb je hier iets aan in je overwegingen, ik begrijp dat je het heel moeilijk heb.
Probeer desondanks in je gemeente een thermostaat te zijn zo van het wordt koud o dan moet ik warmte geven.
Je kunt ook een thermometer zijn en alleen constateren dat het koud is en wijzen naar anderen.
Ik heb dit weleens ergens gelezen en er zelf heel veel aan gehad.
@ Samanthi daar ga ik maar (weer) eens even heel lang over nadenken! dankjewel!
Gaat u maar lekker shoppen van kerkgebouw tot kerkgebouw misschien dat ze dan in krijgt te zien dat het steen weg moet en één dienen te zijn / worden.
Maar de ure komt, en is nu, wanneer de ware aanbidders den Vader aanbidden zullen in geest en waarheid; want de Vader zoekt ook dezulken, die Hem alzo aanbidden.
2e- Beter "shoppen" (geen goed woord, zoekende ziel is een betere benaming), dan een soezende rustige stabiele gemeente........!
Hoe shopt men ? En hoe zit men onder het woord, zonder shop gedrag.....?
God kent het hart.
Ook toen er nog geen snelle vervoersmodaliteiten waren liepen mensen op zondag uren om die of die prediker te horen.
Paulus plant, Apollos maakt nat (leest u goed, ook verschillende predikers !) God geve wasdom, onder alle gemeenten en vergaderingen.
Ik weet dat er veel gemeenstes zijn in Nederland, met heel veel verschillende namen, maar hier heb ik nog nooit van gehoord. Wordt hiermee een Doopsgezindegemeente bedoeld? Of eenEvangelische Gemeente met de volwassendoop? Het doet er ook niet toe.
Wat je ook doet, het maakt allemaal niet uit want GOd houd toch wel van je. Dat was de letterlijke boodschap. Werkt dat juist niet averechts? Natuurlijk is dat aantrekkelijk.
God houdt van de mensen. Wat ze ook doen of laten, zelfs als ze zondigen. Zijn liefde is ook onvoorwaardelijk.
God houd van ons en Zijn liefde wordt openbaar in Jezus, die Hij heeft gegeven voor onze zonden.
Dat wil niet zeggen dat God alles maar goed vindt. Als we zondebesef hebben en schuld bewust weer naar God gaan, zal Hij vanuit die op Golgotha geopnbaarde liefde ons vergeven en zal Hij het vergeten. We kunnenm God niet behagen of vriendelijk stemmen. Zelfs als we iets uiterlijks doen uit liefde voor God, is dat God maar we krijgen heus geen streepje voor bij Hem.
Er is een boek dat de titel heeft-vertaald uit het Fries in het Nederlands-"God geeft geen cijfers""
Veel mesen gaan gebukt onder de last dat ze het voor God zo goed mogelijk moeten doen, maar omdat ze dat niet kunnen, worden ze neerslachtig, zelfs depressief. Een boodschap van onvoorwaardelijke Liefde kan de mensen dan opfleuren en in een vrije relatie met God brengen. Op deze anuier is het zelfs ggeen probleem om je boezemzonden bij God te brengen.
In je eigen kerk blijven is totaal geen optie. Daar heb jezelf niets aan en de kerk ook niet. Als individue kun je toptaal niets bereiken. En als je dat probeert te doen, wordt je soms, zelfs in je privé leven tegengewerkt omdat je je niet wilt voegen, naar de wil van de kerkenraad.
Ik ben ook weggegaan uit een gemeente die zo'n 1200 man telde en waarvan er een stuk of 10 aan het H.A. deelnamen, de rest 'kende' Jezus niet. (althans, daar gaan ze zelf vanuit)
Als ik even aanneem dat dat werkelijk zo is dan kun je zoiets toch geen gemeente meer noemen.
Dan is dat een gemeenschap (= het met één of meer anderen deel hebben aan iets) van ongelovigen waar een paar christenen tussen zitten.
Zo'n gemeenschap heeft maar één ding nodig: een evangelist!
De gemeente van Jezus Christus komt bij elkaar om gevoed te worden, vertroost, vermaand, bemoedigd .... en Gods lof te zingen, te (aan)bidden! Lees o.a. Efz.3 en 4.
- 1
- 2