Dieren niet kruisen
dr. G. W. Marchal | Geen reacties | 19-10-2010| 15:00
Vraag
Ik heb een aantal vragen over Leviticus 19:19 waar staat dat verschillende dieren niet gekruist mogen worden. Ik kwam deze tekst toevallig tegen en ik was verbaasd dat het er stond, want dat wist ik helemaal niet. Deze tekst riep bij mij een aantal vragen op, die na wat zoekwerk bij een aantal verklaarders en een zoektocht op Refoweb nog niet bevredigend beantwoord zijn. Vraag 1: Wat is de precieze bedoeling/reden van dit gebod? Een verklaarder(Gispen) zegt dat niets van verschillende orde samengevoegd mocht worden. Als dat zo is, waarom dan niet? Twee anderen (Van de Born en Harrison) zeggen dat het was om magie en Kanaänitische riten te voorkomen. Als dit zo is, hoe zat dit dan precies? Op welke wijze werd er magie gepleegd wat door dit gebod voorkomen kon worden? Wenham zegt dat het enkel was om te laten zien dat God door Israel apart was gezet en Rashie meent dat het een wet is die we uit moeten voeren zonder hem te begrijpen. Al met al maakt dat het niet duidelijker. Vraag 2: In de Bijbel lezen we regelmatig van het houden van muilezels, maar volgens mij lezen we nergens van een bestraffing daarover of van een opheffing van het verbod op het houden van muilezels. Hoe zit dat dan precies? Ook daar waren de door mij geraadpleegde verklaarders (Bartholet, Porter en Maarsingh) het niet over eens. De een zegt dat de regel al weer opgeheven was toen muilezels gangbaar werden, de ander dat men zich gewoon niet aan het gebod hield en de laatste zegt dat men zich er juist wel aan hield. Hoe zit dit dan precies? Vraag 3: In hoeverre is dit gebod nu nog geldig? Elders op Refoweb heb ik wel iets gevonden over het onderscheid tussen burgerlijke, ceremoniële en zedelijke wetten. De betreffende beantwoorder stelde min of meer dat het bij deze categorie wetten gaat om de geest van de wet, niet om het letterlijke interpretatie. Welke geest zit er dan in deze wet, oftewel, wat is de toepassing dan voor ons? In hoeverre heeft dit gebod ons nog iets te zeggen? Vraag 4: In hoeverre zegt dit verbod iets over gentechnologie, in dit geval met name het inbrengen van DNA in andere soorten? Vanuit mijn studie is dit ook een punt waar ik regelmatig mee geconfronteerd word, dus zou ik hier graag duidelijkheid over willen.
Antwoord
Ik haast mij te reageren op de vragen die gesteld zijn. Deze reactie heeft langer op zich laten wachten dan ik gewend ben.
Wat de eerste vraag betreft: Leviticus staat in de context van de heiliging. Het gaat vooral om de eerbiedige omgang met de medemens. Ieder mens draagt beeld en gelijkenis van de HEERE. Daarin ligt zijn diepste geheim, dat gerespecteerd dient te worden. Al doende leven en handelen mensen ook in eerbied voor de HEERE. Ook de dieren zijn geschapen, ieder naar hun aard. Ook dat geheim dient gerespecteerd te worden. Langs deze weg van eerbied en respect wordt zo’n ‘vreemde’ tekst als Leviticus 19 enigszins duidelijker. Wie deze tekst uit het verband licht, komt in een doolhof van vragen terecht. Je moet er ook geen casuïstiek van maken. Vanuit de concentratie op de kern komt ook de omtrek in een hoopvol licht te staan.
De tweede vraag, over de muilezels. Ook dat punt heeft met de tekst van Leviticus te maken. Vanouds werden muilezels als rijdier gebruikt (zie bijv. 2 Sam. 13:19; 1 Kon. 1:33), maar ook als lastdier (zoals in 2 Kon. 5:17; 1 Kron. 12:40 en Jes. 66:20). Het fokken van muildieren is zeer oud. Israël mocht ze niet telen, maar kocht ze wel van omliggende volken.
In hoeverre zijn deze en dergelijke geboden nu nog geldig? Dat is de hamvraag. Deze kwestie speelt/spookt in vernieuwde vorm in de gentechnologie. Hoe verder? Ik weet daar geen sluitend antwoord op. Wel ben ik ervan overtuigd dat de boodschap van de Bijbel ons allen, op welke plaats we ook gesteld zijn (ook in het wetenschappelijk onderzoek), om de eigen aard van alle vormen van leven, vooral van de mens als kroon van de schepping, te respecteren.
Een studie die verder kan helpen, is de dissertatie van dr. Jaques Schenderling (predikant in Berkel / Rodenrijs): “Mens en dier in theologisch perspectief – een bijdragen aan het debat over de morele status van het dier” (Zoetermeer 1999, ISBN 9023904877).
Ds. G. W. Marchal
Dit artikel is beantwoord door
dr. G. W. Marchal
- Geboortedatum:13-09-1943
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Welsum (33%)
- Status:Inactief