Een kliko vol vrome smoesjes
SMS | 49 reacties | 11-01-2013 | 10:43
We hoeven er niet om heen te draaien: de voornaamste der zondaren was Paulus. Gods Woord zegt het Zelf en ook waarom hij tot bekering kwam: "tot een voorbeeld dergenen, die in Hem (Jezus) geloven zullen ten eeuwigen leven." Zelfs voor de grootste zondaar ooit was er vergeving, dus ook voor een ieder van ons. Al die preken dat we ons eerst (of ooit) de grootste der zondaren moeten voelen kunnen op grond van de Bijbel daarom direct de kliko in. Het Woord is helder en doet niet aan inlegkunde.
Aanmatigend ook dat we ons de grootste (!) der zondaren moeten vinden. Alsof God op dat speciale gevoel zit te wachten. Alsof we zelf iets moeten of kunnen bijdragen aan onze zaligheid. Het offer is gebracht en dat was volmaakt. Er hoeft niets meer bij en er kan niets meer bij. Ook niet onze eigen offerande met voldoende zondekennis of schuldgevoel. Het is genade. Niets meer, niets minder.
Paulus schepte er een behagen in om Gods volk op beestachtige wijze te vervolgen. Hij was niet tevreden met de verwoesting van de gemeente in Jeruzalem, nee hij wilde meer. Hij tergde God tot het uiterste. Juist Paulus verdiende het om voor eeuwig te branden in de hel. Maar dan het wonder. Jezus Zelf zette hem de voet dwars en zo werd hij het middel tot behoud van de wereld. Paulus gehoorzaamde, ondanks zijn ongelovige en vijandige innerlijk.
En zo komt diezelfde krachtige roeping van Jezus Christus Zelf iedere zondag aan ons hart. "Bekeert u en gelooft het evangelie." Natuurlijk in de ene gemeente wat meer dan in de andere. Maar we hebben ook thuis nog de Bijbel. We zijn echter meesters in het bedenken van allerlei vroom klinkende uitvluchten: niet genoeg zondekennis, eerst wat voelen of beleefd hebben, je kunt je maar zo niet bekeren, God moet het doen, volgens onze dominee... etc. Als zelfs de grootste der zondaren luistert, gehoorzaamt en zich bekeert, dan is iedere smoes van ons niets anders dan een uiting van pure onwil en een klap in het heilig aangezicht van Christus Zelf. Er is maar één antwoord van ons acceptabel: Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal! Wie wacht op een briefje uit de hemel vergeet dat er een Boek vol met die briefjes in ieder christelijk huisgezin aanwezig is. Robert Murray McCheyne stelt het als volgt: "Als de voornaamste der zondaren barmhartigheid gevonden heeft, waarom hebt u dat dan niet gevonden?"
De verantwoording van een prediker is het evangelie zo duidelijk mogelijk aan zijn hoorders te verkondigen, zonder er zelf van alles en nog bij te voegen.
Over het algemeen zijn al die mensenlijke toevoegingen blokkades die het evangelie verbergen.
Mensen zien het niet of kunnen er niet bij, want een mens moet eerst .... (vul maar in)
Het ''ik ellendig mens'' van Paulus kwam ook NA zijn bekring tenslotte.
Inderdaad, en ik lees dit keer ook niets over de rokende vlaswiek. Ik zou zeggen dat de fantasie van vriend SMS een beetje uitgeput begint te raken.
"Paulus was de grootste der zondaren, dus hoeven wij ons niet de grootste der zondaren te voelen."
m.a.w. dat kan ook niet, want dat was Paulus al.
Over inlegkunde gesproken...
Soms hoor je dat je geen genade kunt kennen als je niet eerst hebt geleerd dat jij de grootste der zondaren bent. En DIE stelling is niet houdbaar. We hoeven niet te proberen Paulus te verbeteren (nu ja, verslechteren).
Maar we moeten ook niet doen alsof het niet voor kan komen dat iemand zichzelf de grootste van alle zondaren voelt.
En preken waarin zo'n uitspraak voorkomt maar meteen in de kliko gooien? Preken blijft mensenwerk, dus met alle preken zal wel wat mis zijn. Allemaal in de kliko? Nee toch?
Hoe was het ook al weer? "Niemand kan tot MIJ kome tenzij ..."!!!!
wat de collummist dus denk ik bedoeld is dat er word gepredikt zonde zonde zonde en je eigen in zo elendige staat moet gaan voelen enz.. dat dat niet moet je moet geloven en het zij zo. nou FOUT collummist!!
de Heere leid zijn kinderen door heuvelen en diepe dalen en hoge bergen en raveinen en het is overal anders maar ik weet zeker als een mens waarachtig bekeerd is dat ieder mens kan zeggen: niemand kommen tot Hem tenzij Hij mij trekken, en Hij heeft mij getrokken met Zijn liefde koorden, en hoe kan nou zo grote zondaar dit verdienen....dat is nu Genade.
Een afschuw van jezelf krijgen, omdat je tegen God en Zijn geboden zondigt, is genade.
Wie heeft er uit zichzelf een afschuw van z'n eigen?
Wie voelt er nu precies wat er gevoeld moet worden?
Wie is er uit zichzelf verslagen in het hart?
Wij behagen God er niet mee als wij dit steeds zeggen, en al helemaal niet als we ons er achter verschuilen. Het staat duidelijk in de Bijbel hoe we zijn, en hoe verkeerd en hard en onwillig.
Wie gelooft de oproep zoals God het zelf zegt in de Bijbel: Bekeerd u en gelooft het Evangelie?
Ik heb geen lust in uw dood, maar daarin, dat u zich bekeerd en leeft. Heel Ezechiel 18 staat vol met deze oproepen van God, om je te bekeren, omdat God wil dat je leeft!
Hij beloont degene die Hem zoeken! Zondaren moeten zoeken! Omdat ze zondaren zijn, en er behoud is in Jezus Christus. Als het goed is voelt elke zondaar zich de grootste.
De HEERE is mijn Herder,
mij ontbreekt niets.
2 Hij doet mij neerliggen in grazige weiden,
Hij leidt mij zachtjes naar stille wateren.
3 Hij verkwikt mijn ziel,
Hij leidt mij in het spoor van de gerechtigheid,
omwille van Zijn Naam.
4 Al ging ik ook door een dal vol schaduw van de dood,
ik zou geen kwaad vrezen, want U bent met mij;
Uw stok en Uw staf,
die vertroosten mij.
5 U maakt voor mij de tafel gereed
voor de ogen van mijn tegenstanders;
U zalft mijn hoofd met olie,
mijn beker vloeit over.
6 Ja, goedheid en goedertierenheid zullen mij volgen
al de dagen van mijn leven.
Ik zal in het huis van de HEERE blijven
tot in lengte van dagen.
Ralph Erskine: "Wilt u zich eerst van zonden ontdoen en dan tot Christus komen? Of wilt u Christus hebben om u van zonden te ontdoen?"
Niemand kan tot Mij komen, tenzij dat de Vader, Die Mij gezonden heeft, hem trekke; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage.
Er is geschreven in de profeten: En zij zullen allen van God geleerd zijn. Een iegelijk dan, die het van den Vader gehoord en geleerd heeft, die komt tot Mij.
Niet dat iemand den Vader gezien heeft, dan Die van God is; Deze heeft den Vader gezien.
Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Die in Mij gelooft, heeft het eeuwige leven.
Ik ben het Brood des levens.
Nou, zie je nu wel, als ik verloren ga dan ligt dat niet aan mij, maar dat komt omdat ik niet getrokken ben door God. Eindelijk wordt er eens een tekst behandeld waarin zal blijken dat ik gelijk heb. Zie je wel, ik kan tot Christus niet komen tenzij dat de Vader mij trekt. Al dat gedoe dat ik tot Christus moet gaan en al die oproepen dat ik me moet bekeren worden hier toch duidelijk ontkent. Want ik kan het helemaal niet. God moet mij eerst trekken en dan zal ik wel volgen. Misschien is het zelfs wel zo dat ik dan volgen zal omdat God mij meetrekt en niet omdat ik zal willen.
Zijn dit jouw gedachten? Ik weet dat er onder de lezers mensen zijn die zo niet denken, maar ik weet ook dat er in de kerken in Nederland veel mensen zijn die wel zo denken. En daarom is het goed om ook bij dit gedeelte uit Gods Woord stil te staan. Ik denk dat het een grote list is van de duivel om mensen zo te laten denken en ze lam te slaan met de gedachte dat ze toch niets kunnen en dat God eerst moet trekken, wil die mens tot Jezus gaan. En weet je wat dan het probleem is? Dat die duivel nog gelijk heeft ook. Want niemand zal tot Christus gaan zonder dat de Vader hem heeft getrokken. Alleen de duivel zou de duivel niet zijn als hij een volledige waarheid zou verkondigen. Dat zal de duivel namelijk nooit doen. De duivel zal jouw echt niet uitleggen wat dan die trekkende liefde van God is. Want als jij niet weet wat het trekkende werk van God de Vader is, dan zul jij altijd blijven zeggen dat de Vader jouw niet heeft getrokken.
En daarmee worden velen onder ons lamgeslagen en velen strijden met dit Schriftwoord in de hand om hun gelijk en om hun recht om onbekeerd te blijven. Massa's mensen die zich reformatorisch noemen verschaffen zichzelf het recht om niet tot Christus te hoeven gaan. Massa's mensen blijven zo wie ze zijn en blijven zeggen dat God de Vader hen niet wil trekken. En vaak wordt er dan ook nog wel bijgezegd dat God rechtvaardig is dat Hij dat niet doet want we hebben het toch niet verdiend. En dat is ook helemaal waar, alleen dat ontkracht en veracht de oneindige liefde van God de Vader.
En als dat nu je gedachten zijn en je zit verstrikt in zulke gedachten waar je totaal radeloos van kan worden dan kan ik niet begrijpen waarom die roomse werken toch uit je blijven voort komen. Want als we nu belijden dat er niemand tot God kan komen uit zichzelf, waarom probeer je dan met alle macht om je met al je godsdienstige werken toch welbehagelijk te maken bij God. En ik zeg niet dat kerkgang verkeerd is en ik zeg niet dat het leven naar Gods geboden verkeerd is. Dan zou ik spreken tegen Gods Woord. Alleen al die werken zullen je nooit zalig maken. Met al je kerkgang kun je niet tot Jezus komen. Met heel je vrome leven blijf je weg bij Christus vandaan. En weet je waarom? Omdat niemand tot Christus kan komen! Dat staat er toch. Dat is toch Gods Woord? En vergeet niet dat dit volkomen waar is. Ik wil helemaal niets afdoen van deze woorden, sterker nog ik wil ze alleen nog maar vaster overeind zetten in je leven: Je kunt tot Christus niet komen, als je dat zelf gaat doen.
Als je denkt en door je leven laat zien dat Christus jou wel in genade zal aannemen als je keurig netjes leeft, dan doe je niet anders dan de tekst van deze week als een leugen bestempelen. En misschien zet ik nu alles in je leven wel helemaal op z'n kop las ik dit zo stel. Want diep in je hart weet je ook wel dat je niet zo mag redeneren dat het Gods schuld is dat je onbekeerd bent. Diep in je hart weet je dat wel!! En daarom probeer je uit alle macht al Gods geboden te volbrengen. En zo ga je van het ene uiterste naar het andere. En dan misschien wel niet door je woorden, waarin je toch blijft zeggen dat je het niet kunt, maar wel in je daden.
Wat nemen we dan met al onze dogma's en redeneringen Gods Woord dan niet voor waarheid aan. Je kunt niet komen tot Christus is waar, maar de rede waarom het waar is, is een totaal andere dan dat je ziet. Weet je waarom je tot Jezus niet kunt komen? Omdat je de heerlijkheid die er in Christus is niet ziet. Je ziet niet in de volle werkelijkheid Wie Christus is in Zijn Persoon en in Zijn werken.
Je kent de waarde niet van Christus lijden en van Christus sterven. Je neemt Christus niet als Messias, als Verlosser aan omdat je Hem te gewoon vindt. Net als de mensen in Johannes 6. Want daar ligt het probleem waardoor je niet kunt komen tot Christus. Dat ligt niet in het feit dat de Vader je niet trekt, maar het ligt in het feit dat je blind bent voor Christus. Daar moeten we beginnen, want daar ligt de kern van het probleem. Want in welk verband staan onze tekstwoorden van deze week?
De mensen die bij de wonderbaarlijke spijziging aanwezig waren geweest, die waren op zoek gegaan naar Jezus. Je weet wel dat die dag ervoor Jezus de mensen te eten had gegeven. Er waren toen vijf broden en twee vissen. En door het wonder dat Jezus had gedaan werd de gehele schare verzadigd. En nu zou je denken dat dit wonder voor de mensen de oorzaak was dat ze Jezus opnieuw gingen zoeken. Maar helaas, niet is minder waar. Want in vers 26 zegt Jezus tegen hen dat ze Hem niet zoeken vanwege wonderen die Hij gedaan heeft, maar omdat ze van de broden hebben gegeten en ze daardoor verzadigd zijn geworden. Dat is de oorzaak van hun zoeken. Ze gingen achter Jezus aan omdat Hij hun te eten had gegeven. Het wonder hadden ze eigenlijk niet eens gezien. Christus zet hen hier helemaal te kijk met hun gedrag.
En om dan te kunnen begrijpen wat er dan in onze tekst staat dan moeten we eerst nadenken over de reden dat Christus wonderen deed. In de tekst staat dat we pas tot Jezus kunnen komen als de Vader Die Hem heeft gezonden ons trekt. En in dat woordje 'gezonden' ligt de verklaring voor de wonderen die Jezus deed. Want wat was nu het doel van al die wonderen? Dat de mensen daar en jij en ik hier zouden zien dat Christus niet zomaar een profeet was, maar dat Hij de Messias was. Daarom deed Hij wonderen, om Zich bekend te maken als de beloofde Messias. En dat zagen de mensen niet. En dan zal ik maar niet te lang bij die mensen blijven stilstaan, want we hebben genoeg aan onszelf. Als wij nu de Bijbel lezen, wat zien wij dan in de Bijbel? Wat betekenen al die woorden voor ons? Niets, helemaal niets!! Dan is het bij ons net als bij die mensen, we zien niet dat het in de Bijbel gaat om Christus.
Wat heeft de prediking voor waarde als we met onze natuurlijke oren luisteren? Niets, helemaal niets. Wat zien wij met onze natuurlijke ogen als het avondmaal bediend wordt? Brood en wijn en daar houdt het mee op. En dan zijn we bij de kern van de zaak. We zien Christus er niet in, we zien de Goddelijke liefde niet in het Woord en niet in de prediking en niet in de sacramenten. We zijn van nature zo blind als de we blind kunnen zijn. En dan komen we weer terug bij het begin van onze tekst. We kunnen tot Christus niet komen! En waarom niet? Omdat we de noodzaak van het komen tot Christus niet inzien omdat we de heerlijkheid die er in Christus ligt niet zien. En dan kun je je zonden inleven, dan kun je de noodzaak van vergeving diep beseffen en toch wegblijven bij Christus. Dan kun je met je neus over de grond lopen vanwege je ellende en het zwartste pak kopen dat je kunt vinden en toch niets in Jezus zien! En dan heb ik het nu niet over de noodzaak van het kennen van je zonde, maar ik heb het over de noodzaak van het zien van Christus als Verlosser.
Zoals het voor de mensen die Jezus volgden verborgen bleef dat Hij de Messias was, zo blijft het voor de natuurlijke mens verborgen dat Hij de Verlosser is, dat Hij de Zaligmaker is. Blind voor het werk van Jezus. Dan kun je 1000 preken gehoord hebben over Jezus en niet de werkelijke gedaante van Christus zien. Dan kun je horen van het vergoten bloed en het is niet meer voor je dan bloed. Je mist het zicht op de reinigende kracht van Jezus bloed!
En daarom kun je niet komen. Het is niet zo dat je niet kunt komen omdat de Vader je niet trok, maar je kunt niet komen omdat je de werkelijke waarde van Jezus lijden en sterven niet ziet. En op het moment dat we daar zijn, kunnen we pas met elkaar spreken over de Vader Die trekt, want dan zijn we pas op de plaats waar we moeten zijn om deze tekst te kunnen begrijpen. Want wat heeft dat trekken van de Vader dan voor een betekenis? Dat is nodig om de heerlijkheid en volkomenheid van Christus te kunnen gaan zien. Want we zijn er blind voor, ook na ontvangen genade. Misschien dacht jij wel die de Heere mag kennen dat je er deze keer makkelijk van af komt. Maar ook na ontvangen genade moet God de Vader blijven trekken met Zijn liefde, anders zie je de heerlijkheid van Jezus niet en ga je weer op in allerlei godsdienstige plichten.
Wat is dan dat trekken van God de Vader? Dat is datgene in je leven waardoor je gaat zien Wie Jezus nu werkelijk is. Dan open God je ogen voor de werkelijkheid van Jezus. Dan gaan je ogen open voor Wie Jezus werkelijk is zodat je Hem gaat nalopen. Dan ga je psalm 45 beleven: Beminlijk Vorst, Uw schoonheid hoog te loven, gaat al het schoon der mensen ver te boven. Genade is op Uw lippen uitgestort. O, en dat had ik nooit eerder gezien. Mijn leven lang in de kerk gezeten en nooit de beminnelijkheid van Jezus gezien. Maar toen God ging trekken met Zijn liefde gingen mijn ogen open voor Jezus. Alles aan Hem is gans begeerlijk. Hij is een God van volkomen zaligheid.
O, ik kan helemaal niet zonder dat trekken van God de Vader. O, als God dat niet doet dan zie ik helemaal niets van Jezus. Dan loop ik Jezus achterna zoals de schare dat deed, want het eten was zo lekker. De preek was zo heerlijk gevoelig, ik kreeg er tranen van in mijn ogen, maar het ging mij niet om Jezus. Het ging mij om dat gevoel, om de sfeer en niet om Jezus in Zijn persoon en in Zijn werk.
En waar moet ik dan mee eindigen? Moet ik dan eindigen met een afwachtend wachten op een lot uit de loterij? Zo van: Wie weet, misschien dat ik nog eens getrokken zou worden? Nee!! Dan kan ik alleen maar eindigen met een loflied op Gods genade. Dan kan ik alleen maar eindigen met een loflied op het trekken van God de Vader. Dan kan ik alleen maar jubelen omdat God er behagen in schept om Zijn Zoon aan ons te openbaren. En als je dan niet tot Jezus gaat, komt het dan omdat je dat niet kunt omdat God iets niet wil doen? Als je nu nog steeds niet hebt gezien Wie Jezus werkelijk is, dan komt dat niet omdat God de heerlijkheid van Jezus niet voldoende heeft bekend gemaakt, maar dan komt het omdat je blind bent voor Christus. Dan is geschiedenis van Christus wat verstandswerk ondanks dat God de Vader je de zaligheid wilt geven. Hij gaf daarvoor het liefste wat Hij had. Hij gaf Zijn Zoon en liet in Zijn Woord optekenen dat Hij de Zaligmaker is van de wereld. Hij gaf ons de Bijbel met de mogelijkheid om te zien dat het Nieuwe Testament de vervulling was van het Oude Testament.
En dan heb je nu gelezen wat het werkelijke probleem is waardoor je tot Jezus niet kunt komen en nu doet God de Vader niets liever dan zondaren trekken tot Christus. En al heb je nu nog nooit iets van de heerlijkheid van Christus gezien, vraag de Heere dan of Hij je ogen wilt openen voor de heerlijkheid van Zijn Zoon. En dan nog iets. Want niet iedereen zal evenveel zien van de heerlijkheid van Christus. En het zal ook niet altijd zo zijn dat je op het moment dat God de Vader je trekt je dat ook beseft. Ik hoor nog wel eens mensen zeggen dat ze liever eerlijk onbekeerd zijn dan dat ze met een gestolen Jezus rondlopen. Ik huiver bij deze woorden. Want op het moment dat je tot niemand meer heen kunt en je met al je hebben en houden vlucht tot Jezus en aan Zijn voeten neervalt dan weet ik zeker dat Jezus je niet zal wegsturen. Maar ervaar je dan ook altijd de volkomen heerlijkheid van Christus? Nee, maar dan is Hij zo begerenswaardig geworden voor een zondaar dat hij nergens anders meer terecht kan.
En dan wordt er gezegd: Ik ben maar liever eerlijk onbekeerd dan dat ik zelf ben gaan lopen. Wel, dan moet jij mij nu maar eens zeggen hoe je het onderscheid kan ervaren tussen het trekkende werk van God de Vader en menselijk activisme. Want als God trekt, dan vlucht jij. Als God trekt laat Hij je zoveel in Christus zien dat je naar Jezus toe moet, terwijl het op het moment lijkt dat jij gaat. Maar dan zul je achteraf zien dat het het werk was van God. Maar op het moment dat het gebeurd zie je dat zo helemaal niet. Het gevolg van zo'n gedachte is dan dat we zo bang zijn om zelf aan het werk te zijn waardoor we de trekkende liefde van God de Vader juist tegenstaan met al onze dogma's. Ja maar, hoe zie ik dan het verschil tussen het één en het ander. Waarom wil jij dat verschil zien? Als het is om een ander te beoordelen hoef jij dat verschil niet te zien, want de boom zal aan zijn vruchten herkent worden. En als je dat voor jezelf zo nodig vindt om dat onderscheid te zien, is dat wel zo nodig? Moet je daar nu wel zo bang voor zijn. Want dat is het wonder van genade, dat ieder kind van God dat door de Vader getrokken wordt door het getuigenis van de Heilige Geest weten zal dat hij een kind van God is. En daarbij is het sterkste kenmerk van de gelovige dat hij al Gods beloften voor waar en zeker houdt.
Laat je daarom niet tegenhouden als je het niet meer kunt uithouden zonder Christus in je leven. Laat je niet verleiden door de duivel om maar af te wachten. Want God de Vader wil je trekken, maar de duivel zal er alles aan doen om je te doen geloven dat God het niet is die je trekt en dat je zelf aan het werk bent.
Tenslotte nog wel een enkel woord voor allen die mogen weten dat ze door de Vader zijn getrokken. Ik besef dat ik hen deze keer wat te kort heb gedaan. Daarom nog een enkel woord. Broeders en zusters, waar waren jullie geweest zonder de trekkende liefde van de Vader? Nergens toch, want dan hadden we nooit tot Jezus gegaan. Het is alles Gods werk geweest dat we bij Jezus leerden schuilen met al het onze. Ik weet niet hoe ik de grootheid van dit wonder moet bejubelen. Echt niet, dit is zo'n diep wonder van Gods soevereine genade, dat het in dit leven te diep is om te doorgronden. O, wat besef ik meer en meer dat ik met de kennis van mijn ellende niet verder was gekomen dan het weten een zondaar te zijn. Want ik had nooit tot Jezus gegaan als Hij niet mijn enige hoop in mijn ellende was geweest en anders had ik met mijn hele zondaar-zijn nu nog steeds zelf aan het tobben geweest. Of is dat bij jou anders? Het is dat mijn Vader in de hemel mij trok tot Jezus als mijn Verlosser, anders had ik er heel mijn leven blind voor gebleven.
En dan is het nog een korte tijd en dan zullen we sterven, maar wat een troost geeft dan het laatste gedeelte van dit vers: Ik, zegt Jezus, zal hem opwekken ten uiterste dage. Dan mogen we het zien wat het God behaagde om mij te trekken. Ik was niet beter en toch trok Hij mij. Dan zullen we het verstaan en we zullen er de eeuwigheid voor nodig hebben om de Vader, de Zoon en de Heilige Geest alle lof en eer en aanbidding daar voor toe te zingen. Want God krijgt de eer. Jij en ik hadden nooit de werkelijkheid van Christus gezien. God is goed looft Hem tezaam, met gezang en snarenspel. Prijst Zijn liefelijke Naam. God is alle hulde waard.
Nu zal mij ziel, nu zullen al mijn zinnen, o God, mijn Sterkte U hartelijk beminnen. We hebben iets overdacht wat ik zelf niet bevatten kan. Het is voor mij veel te hoog, zo'n groot wonder. Vanwaar toch dit voorrecht om dit hier op aarde al ten dele te mogen verwonderen. Kinderen des Heeren, komt maak God met mij groot! Halleluja.
Ik kan/wil niet voor een ander oordelen, maar mijn hart zegt er amen op.
@dus ook voor een ieder van ons. Al die preken dat we ons eerst (of ooit) de grootste der zondaren moeten voelen kunnen op grond van de Bijbel daarom direct de kliko in. Het Woord is helder en doet niet aan inlegkunde.
Dit strijd met elkaar, aangezien er in eerste gedeelte niet word gezegd over het onderscheid wat er is gemaakt in de stilte der nooit begonnen eeuwigheid dat Hij Zich een volk afzonderde, dus niet voor een ieder van ons, maar voor de uitverkorenen alleen geldend. Dat het woord helder is, is waar, maar daar word gesproken over het verkiezend welbehagen.