Een kliko vol vrome smoesjes
SMS | 49 reacties | 11-01-2013 | 10:43
We hoeven er niet om heen te draaien: de voornaamste der zondaren was Paulus. Gods Woord zegt het Zelf en ook waarom hij tot bekering kwam: "tot een voorbeeld dergenen, die in Hem (Jezus) geloven zullen ten eeuwigen leven." Zelfs voor de grootste zondaar ooit was er vergeving, dus ook voor een ieder van ons. Al die preken dat we ons eerst (of ooit) de grootste der zondaren moeten voelen kunnen op grond van de Bijbel daarom direct de kliko in. Het Woord is helder en doet niet aan inlegkunde.
Aanmatigend ook dat we ons de grootste (!) der zondaren moeten vinden. Alsof God op dat speciale gevoel zit te wachten. Alsof we zelf iets moeten of kunnen bijdragen aan onze zaligheid. Het offer is gebracht en dat was volmaakt. Er hoeft niets meer bij en er kan niets meer bij. Ook niet onze eigen offerande met voldoende zondekennis of schuldgevoel. Het is genade. Niets meer, niets minder.
Paulus schepte er een behagen in om Gods volk op beestachtige wijze te vervolgen. Hij was niet tevreden met de verwoesting van de gemeente in Jeruzalem, nee hij wilde meer. Hij tergde God tot het uiterste. Juist Paulus verdiende het om voor eeuwig te branden in de hel. Maar dan het wonder. Jezus Zelf zette hem de voet dwars en zo werd hij het middel tot behoud van de wereld. Paulus gehoorzaamde, ondanks zijn ongelovige en vijandige innerlijk.
En zo komt diezelfde krachtige roeping van Jezus Christus Zelf iedere zondag aan ons hart. "Bekeert u en gelooft het evangelie." Natuurlijk in de ene gemeente wat meer dan in de andere. Maar we hebben ook thuis nog de Bijbel. We zijn echter meesters in het bedenken van allerlei vroom klinkende uitvluchten: niet genoeg zondekennis, eerst wat voelen of beleefd hebben, je kunt je maar zo niet bekeren, God moet het doen, volgens onze dominee... etc. Als zelfs de grootste der zondaren luistert, gehoorzaamt en zich bekeert, dan is iedere smoes van ons niets anders dan een uiting van pure onwil en een klap in het heilig aangezicht van Christus Zelf. Er is maar één antwoord van ons acceptabel: Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal! Wie wacht op een briefje uit de hemel vergeet dat er een Boek vol met die briefjes in ieder christelijk huisgezin aanwezig is. Robert Murray McCheyne stelt het als volgt: "Als de voornaamste der zondaren barmhartigheid gevonden heeft, waarom hebt u dat dan niet gevonden?"
er staat nu zo'n mooi antwoord op de vraag: 'de goedertierenheden des Heeren'.
(in de vragenrubriek) Misschien verwoord dat wat je bedoelt?
God doet een belofte nl: vergeving en eeuwig leven voor een ieder die gelooft.
Wat valt er dan te pleiten op de belofte? Pleiten is helemaal niet van toepassing op een belofte.
Een belofte geloof je of je gelooft het niet, je neemt het aan of verwerpt het.
Omwille van Christus zijn wij gezanten, zodat God door óns oproept; wij smeken omwille van Christus: laat u met God verzoenen! (Naardense vertaling, de meest letterlijk)
Of je het nu oproepen, smeken of bidden noemt, het lijkt me duidelijk dat God graag wil dat we zijn belofte van verzoening geloven/aannemen. Waar slaat 'pleiten op de beloften' dan op?
Dat klinkt alsof God overgehaald moet worden om genadig te zijn, terwijl Hij juist uitvoerig en in allerlei toonaarden Zijn genade aanbiedt.
Het is dus precies andersom. Hij probeert ons over te halen Zijn beloften te geloven, Hem aan te nemen. 2 Kor.5:20.
Ik snap wel wat je bedoelt,
maar ik snap de uitdrukking ook wel enigzins.
want als je nu helemaal niets meer hebt, en je weet dat het hopeloos is met jezelf, dan klem je je toch vast aan Zijn beloftes? Omdat je niet meer anders kan, omdat je zelf ook niet meer weet hoe het ooit nog goed zal komen, tussen jou en de Heere.
Met pleiten zal denk ik vastklemmen bedoelt worden.
Dan worden de beloftes van God wel heel erg belangrijk, en waardevol! Dan ben je blij dat God ze aan je gegeven heeft!
Beste Mona, dat is toch geloven! ;-)
ik snap wat je bedoeld, en je angst begrijp ik goed.
Maar als je een belofte van de Heere krijgt, kan je dat nooit stelen. Echt nooit. Want je krijgt het, je ontvangt het. Alles wat Hij aan je geeft, krijg je eerlijk van Hem, en zal Hij nooit meer van je afnemen. Eenvoudigweg, omdat Hij dan niet trouw zou zijn aan Zijn Eigen Woord, en dat is absoluut onmogelijk.
Hij geeft het jou uit liefde, en de bedoeling daarvan is dat je het koestert, er werkzaam mee bent, en Hem er bovenal dankbaar voor bent. Met andere woorden: dat het je bij Hem brengt.
Als de twijfel de boventoon voert, vraag dan niet of Hij het weer van je af wil nemen, maar neem de belofte in herinnering en ga er mee naar Hem. Klem je vast aan Zijn woorden, Zijn woord is de waarheid, en blijft tot in eeuwigheid.
Kan een Christen volmaakt zondebesef hebben? Kan een Christen er voor eens en voor altijd van overtuigd zijn dan zijn hart slecht is? Volgens mij niet in dit leven. Wees niet gericht op je eigen hart en pronk er niet mee dat je je eigen slechte hart ontdekt hebt. Dan loop je in de val! Richt je hart in dit leven op de Heere Jezus, en spiegel als wat je wilt, elke keuze die je maakt aan Hem! Dan wordt je in plaats van een farizeer een discipel. Farizeers wisten elk klein detail uit de Bijbel uit hun hoofd. Maar het diepere doel ontging hen. Volgens hen was het veilig om alleen nog maar bijbelteksten op te lepelen en elkaar ermee om de oren te slaan (ze probeerden zelfs de wet op te leggen aan de Heere Jezus!!!). De wetten werden heilig, en eraan tornen was oneerbiedigheid aan de Heere God.(kijk bijvoorbeeld eens hoe verlekkerd de farizeer zichzelf in het gebed verheerlijkte en de tollenaar die zichzelf vernederde bespotte) Zelfs de discipelen probeerden dit menigeens, door Jezus op vermeende fouten te wijzen, maar dan werden ze teruggefloten door de Heere Jezus zelf. Laten wij dan toch zelf ook vooral letten op de Heere Jezus, want als we Hem uit het oog verliezen, gaan we weer beslissingen maken in ons eigen hart en komen de eigenwijsheden weer op tafel. Met Hem worden elke dag weer de eigenwijsheden van tafel geveegd. Elke dag zondig ik opnieuw, maar elke dag is Hij er voor mij, om mij te leiden op de juiste weg en om mij te vergeven. Het gaat er niet om hoe goed ik weet hoe slecht ik zelf ben (ik ben niet in staat tot enig goed volgens de bijbel, dus in die richting is dan ook nooit redding te verwachten), het gaat erom dat God naar mij omziet en dan zorgt hij er iedere dag voor, dat je weer terug bij Hem komt. Hij is de Herder, ik ben het schaap. Het enige wat ik moet doen is volgzaam zijn.
Johannes stelt in zijn eerste brief dat we allereerst moeten geloven in Jezus Christus en in Zijn werk en daarnaast daarnaar moeten leven. En die levensstijl is geen levensstijl van onnozele wetjes maar een levensstijl die uit liefde tot God in navolging van die van Christus is!