Psalmen in de kerk
Ds. N. den Ouden | Geen reacties | 02-07-2005| 00:00
Vraag
Onder het kopje muziek las ik een vraag waarom 'opwekkingsmuziek' niet zou mogen. Ds. Vlastuin antwoordde hierop dat psalmen ons verbinden met het volk Israël. Nu zijn er twee vragen die me al een tijd bezig houden:
1. Waarom zingen wij alleen psalmen in de kerk, terwijl er in een psalm nooit gesproken wordt en kan worden over een relatie die wij als gelovigen kunnen hebben met de Heere God als Vader? In het oude testament kon men de Heere God niet kennen als Vader, omdat Christus ons de Vader openbaart, wij mogen Hem dus wel als Vader kennen, indien wij tot bekering zijn gekomen.
2. In welk opzicht zouden wij verbonden moeten zijn met het volk Israël? De gemeente is immers uitverkoren vóór de grondlegging der wereld (Ef. 1:4-5), maar Israël pas vanaf de grondlegging (ik dacht Rom. 8 of 9).
Antwoord
In de eerste plaats is het niet zo dat in onze psalmberijming de gelovigen God geen Vader noemen. Ik geef een kleine opsomming:
Ps. 6: 1: Sla mij met medelijden, gelijk een Vader doet
Ps. 27:6: Hij is en blijft mijn Vader...
Ps. 33:11: Goedertieren Vader, milde Zegenader...
Ps. 68:3: Een Vader is der wezen...
Ps. 89:12: Gij, zal Hij zeggen, zijt Mijn Vader...
Ps. 103:7: Geen Vader sloeg met groter mededogen...
De relatie tussen de gelovigen met God als Vader wordt dus in onze psalmen wel degelijk bezongen. Ik zou ook helemaal niet durven zeggen dat in het OT die Vader/kind relatie ontbreekt. Zoek maar eens in de concordantie bij het woord "Vader" en je zult een heel aantal plaatsen tegenkomen. Het onderscheid tussen OT en NT moeten we niet als een scheiding zien, zoals onder invloed van de evangelische beweging maar al te vaak gedaan wordt. Ook in het OT oefende Christus Zijn profetisch, priesterlijk en koninklijk ambt uit, al was Hij nog niet lichamelijk op aarde verschenen. Christus Zelf heeft nota bene uit de psalmen aangetoond dat Hij de Christus is. Hij heeft Zelf de Heilige Geest gestuurd om de psalmen te inspireren. Daar kunnen menselijke liedjes nooit aan tippen. Dit dus over de eerste vraag.
Ten tweede: Hoe zijn wij verbonden aan Israël? Ik weet nauwelijks wat ik daar als eerste op moet zeggen! Heel Gods Woord is vol van Israël! Zij zijn het volk van Gods verkiezing en verbond, en de genadegiften en de roeping Gods zijn onberouwelijk.
De Heere heeft Zijn verbond opgericht met Abraham, en daarmee met heel het joodse volk. Aan hen heeft Hij Zijn geboden en Zijn beloften en de offers en de profetieën aangaande Christus bekendgemaakt. Uit hen is Christus voortgekomen. Zij zijn de natuurlijk takken (op met Paulus' woorden te spreken) en wij zijn maar wilde takken die later zijn ingeplant. Nog steeds is de Heere met Israël niet klaar. Lees maar in het Oude Testament al die profetieën die daarover gaan dat de Heere hen zou terugbrengen in hun land (wat ook gebeurd is) en dat ze tot bekering zullen komen. Als dat gebeurt zal er ook een zegen van uitgaan over heel de wereld, om het met de woorden van Paulus te zeggen: Als hun verwerping zo veel zegen heeft gebracht (door hun weigering is het evangelie naar de heidenen gegaan) wat zal hun aanneming anders zijn dan het leven uit de doden! Hij zegt ook: Zij zijn de beminden om der vaderen wil, en ik wenste wel van Christus verbannen te zijn, opdat zij de zaligheid zouden beërven.
Ik kan er in dit verband niet al te veel over schrijven. Maar in ieder geval zijn wij door het hele Oude Testament en door de God van Abraham, Izak en Jakob die Zich daarin bekendmaakt, aan Israël verbonden. En dat komt dan ook tot uitdrukking in het psalmboek, als wij met hen aanheffen: Och dat Israëls verlossing uit Sion kwame...
Hartelijke groet, ds. N. den Ouden
Dit artikel is beantwoord door
Ds. N. den Ouden
- Geboortedatum:25-10-1969
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Leerbroek
- Status:Inactief