Ik word er zo vreselijk moe van de tegenstrijdigheid bij mijn predikant (...) Zo...
Ds. H. Paul | Geen reacties | 24-10-2006| 00:00
Vraag
Ik word er zo vreselijk moe van de tegenstrijdigheid bij mijn predikant. Zondagmorgen zo bemoedigd en zondagavond zegt hij in de preek: “Als je ‘s morgens bent bemoedigd (toen ging het over, zalig zijn zij die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden) dan ken je ook het recht van God, dat je ‘t goedkeurde dat je verloren ging,” etc. ‘s Morgens zegt hij, dat die hongerenden en dorstenden zichzelf daar niet voor kunnen houden (ik erg bemoedigd) en dat ze vaak niet kunnen vertellen dat het zich meer laat voelen dan dat het onder woorden te brengen is. ‘s Avonds zegt hij weer, dan kun je vertellen waar je te maken kreeg met het recht van God en hoe de Heere heeft plaats gemaakt voor Hem. ‘s Morgens zegt hij: Ze kennen Hem niet. Dan word ik bemoedigd. En ‘s Avonds noemt hij weer: Kunt u spreken van de kennis van Hem? Bent u in de nacht bezig? Ene kant zegt hij: het niet te moeten zoeken in jezelf en de andere kant weer veel dingen waardoor ik weer in mezelf duik. Ik word daar zo heel erg moe van, van die vreselijke tegenstrijdigheden en de wisselingen die ik hoor. Zondagmorgen zo diep bemoedigd en ’s avonds wordt alles weer de bodem ingeslagen, want er is weer zoveel dat ik niet ken. Kunt u raad geven?
Antwoord
Beste vraagstel(ler)ster,
Het is niet eenvoudig op grond van wat je schrijft een conclusie te trekken. Graag neem ik aan dat je predikant een vaste lijn in zijn prediking trekt. Dat hij wat hij 's morgens zegt, niet 's avonds terug neemt. Maar dat het onderscheid tussen wat 's morgens of 's avonds wordt gezegd de verschillende zijden van de ene zaak betreffen. Zelf heb ik kort geleden over dezelfde tekst gepreekt.
Honger en dorst duiden op een gemis, dat specifiek van aard is. Honger kan niet dan door voedsel worden weggenomen en dorst allen door drank. Er is dus niet iets als een onbestemd verlangen. Men verlangt iets waarvan men weet: dat neemt mijn honger of dorst weg. Het is een honger en dorst naar de gerechtigheid. Van Christus, wel te verstaan. Daar heb je dan toch zicht op gekregen. Die gerechtigheid is onmisbaar geworden. Langs welke weg wordt de noodzaak van die gerechtigheid geleerd? Langs de weg van ontdekking aan onze schuld en het van God gescheiden zijn. Door welk middel is me dat geleerd? Daar gebruikt de Heere Zijn Woord, Zijn heilige wet voor, waarin de heiligheid en rechtvaardigheid doorklinkt. Die leer ik aanvaarden, maar tegelijk zoek ik de verlossing die bij de Heere is. Het gaat dus niet om een onbestemd gevoel, maar om verkregen en doorleefde kennis.
Er zou wel eens wat minder tegenstrijdigheid in de preken kunnen zijn, dan je denkt. Uiteraard wordt niet alles in een dag geleerd. Maar wel doet de kennis van het ene verlangen meer te leren kennen van het andere. Namelijk van de verlossing die in Christus is.
Verlang veel naar de verlichting van de Heilige Geest.
Hartelijke groeten,
Ds. H. Paul
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Paul
- Geboortedatum:16-07-1928
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Moerkapelle
- Status:Inactief