Niet naar de kerk door zware depressies
Ds. H. Veldhuizen | Geen reacties | 11-09-2006| 00:00
Vraag
In het verleden heb ik een aantal zware depressies gehad, waarvoor ik verschillende keren ben opgenomen. Tijdens die opnames zijn best heftige dingen gebeurd. Na een x-aantal medicijnen geprobeerd te hebben, slik ik nu een antidepressivum wat best helpt. Ik functioneer aardig, maar regelmatig keert het sombere gevoel terug. Daarnaast herken ik veel in de beschrijvingen over “hooggevoeligheid”. In het geloof heb ik soms ook last van sombere gedachten. Dat ik het nooit goed doe voor God en als ik dat aan Hem vertel en voor Hem neerleg, beschuldig ik mezelf er van dat ik het toch niet echt meen, ofzo. Altijd komt er een 'weerwoord' in me op. Dat maakt me angstig. Daarnaast is er het probleem van de zondag; juist als ik rust neem van de week komen er veel herinneringen van mijn ziekteperiode naar boven. Vooral in de kerk gebeurt dit, misschien omdat ik ook “depressief in mijn geloof ben”, of zo. Door de medicijnen kan ik me ook niet goed concentreren. Als ik in de Bijbel lees, dringt het niet tot me door en wat de dominee zegt ben ik 5 seconden later alweer vergeten. Ook word ik snel onrustig als ik lang stil moet zitten, dan wil ik het liefst wegrennen. Daarom kom ik zelden meer in de kerk. Wel luister ik één dienst per zondag thuis via de radio (mijn eigen kerk) en meestal heb ik dan iets in mijn handen om niet onrustig te worden (borduren, of zo). Op die manier kan ik 'redelijk' luisteren en hoef ik niet lang stil te zitten. Maar toch ben ik elke zondag somber omdat ik denk dat God het verkeerd van mij vindt dat ik niet naar de kerk ga en de preek vaak niet kan navertellen. Eigenlijk is de zondag zo mijn verdrietigste dag... Zou God mij dit kwalijk nemen?
Antwoord
Beste vriend(in),
Bedankt voor je vraag. Heel goed dat je een aantal dingen op de mail hebt gezet en die met een ander wilt delen.
Nu zou ik op depressiviteit e.d. kunnen ingaan, maar dat doe ik niet. Ik heb daar al verschillende keren op Refoweb op ingegaan. Je kunt dat vinden onder “depressiviteit”, “depressieve vriend”, “negatief denken”, “nog eens negatief denken” en “ik zie het vaak niet zitten”. Je zou die stukjes (antwoorden op soortgelijke vragen als die van jou) eens kunnen lezen, zoals je ook verschillende dingen hebt gelezen over “hooggevoeligheid”.
Maar: depressiviteit is je vraag ook niet. Je vraag is: Zou God het verkeerd van mij vinden en mij kwalijk nemen dat ik niet of heel weinig naar de kerk ga? En: Als ik sombere gedachten heb dat ik het nooit goed doe voor God, meen ik dat dan wel echt; er is altijd het weerwoord in me van: ik meen het niet, en dat maakt je angstig. Mag ik eens met dat laatste beginnen? Ik denk dat je sombere gedachten en je vraag of je het wel echt meent als je bidt, alles te maken heeft met je depressiviteit. Je hebt, schrijf je, een aantal zware depressies gehad, bent verschillende keren opgenomen geweest, slikt een antidepressivum en je functioneert wel aardig, zeg je, maar regelmatig keert het sombere gevoel terug.
Beste vriend of vriendin, mag ik het eens heel eenvoudig zeggen: dat neemt God je niet kwalijk. Depressiviteit is een ziekte (je zegt dat zelf, je spreekt van je ziekteperiode). Daarom heb je ook medicijnen (antidepressiva). Net zoals God het je niet kwalijk neemt (vind je het een vreemd voorbeeld?) als je je been breekt of iets dergelijks. Het verdrietige is alleen: een depressief iemand heeft gauw sombere en negatieve gevoelens, dat brengt de ziekte met zich mee. Ik zou je heel dringend willen vragen daar geen schuldgevoelens over te hebben. Zeg het maar eerlijk tegen de Heere: “Heere, U weet dat ik vaak zo somber ben en als ik tot U bidt dat ik dan het gevoel heb dat ik het niet meen, en dat ik mijn gedachten vaak niet bij het Bijbellezen of de preek kan houden, wilt U mij helpen om toch heel vast in U te geloven; en wat er verkeerd is, Heere (want er zit in ons allemaal zo veel verkeerds), wilt U dat vergeven; want ik wil zo graag bij U horen.”
Weet je waar ik aan moet denken? Aan die bekende woorden van Paulus in Romeinen 7:14-26: Het goede dat ik wil, doe ik niet, enz. Je zou het bijna (!) hetzelfde kunnen noemen. Nu, stel je voor dat Paulus zou zijn gestopt bij vers 24: “Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods?” Maar dat doet hij niet. Hij gaat verder en zegt: “Ik dank God door Jezus Christus, onze Heere” (Je wilt het wel zelf opzoeken in je Bijbeltje en lezen). Paulus’ ogen gaan naar de Heere Jezus Christus. Ik zou je willen vragen om dat ook en veel te doen: je ogen naar de Heere Jezus Christus. Ik denk aan de bekende engelse prediker Spurgeon, die eens zei: “Het enige punt in mijn bekering was gelegen in het feit dat ik niets anders te doen had dan als een zondaar naar Jezus Christus te zien”. Of twee voorbeelden uit “De Christenreis van Bunyan” (Je kent dat boekje misschien wel): Christen valt in het moeras “Twijfelmoedigheid” (Jij valt daar ook dikwijls in; ja toch?); hij wordt eruit gehaald door iemand die “Helper” heet en die iemand is een symbool voor het Evangelie. “Helper” zegt tegen christen: Er lagen “stenen der beloften” in het moeras; als je daar op had gelet, had je het moeras kunnen doorkomen. Tweede voorbeeld: Christen komt terecht in de gevangenis in “Kasteel Wanhoop” (Dat dat zijn eigen schuld was, laat ik rusten). Hij wordt daar elke dag afgeranseld met de knuppel “Genadeloos” (Ik denk dat jij je heel goed kunt voorstellen wat dat is); hij is er zo wanhopig aan toe dat hij een eind aan zijn leven wil maken. Maar als hij dan toch nog bidt, zegt hij ineens tegen zijn vriend “Hoop”, die met hem in die gevangenis zit: O, wat ben ik toch dom geweest; ik heb van Evangelist de “Sleutel der beloften” gekregen en die past op alle deuren. Ze doen met die sleutel de deur van de gevangenis open en zijn vrij. Ik zou je willen vragen veel te denken aan de “stenen en sleutels” der beloften die er in de Bijbel staan, ook voor jou.
Nu het tweede: de zondag en je kerkgang. Heel begrijpelijk wat je schrijft dat op de zondag, vanwege de rust, allerlei herinneringen aan je ziekteperiode bovenkomen. Vooral ook in de kerk, schrijf je. Ik neem aan dat dat aan niet de dominee ligt. Het kan soms gebeuren dat de preek ons (teveel) op onszelf richt, terwijl het de bedoeling is dat hij ons van onszelf af op de Heere en Zijn genade richt. Nu ook al die herinneringen die bij je bovenkomen hebben te maken met de depressiviteit en de medicijnen (antidepressiva) die je hebt. Ook dat je heel moeilijk geconcentreerd kunt Bijbellezen en naar een preek luisteren, heeft daarmee te maken.
Mag ik er eens een paar dingen van zeggen: In de eerste plaats: Je zou het eens aan je arts, psycholoog (of psychiater, zo je die hebt) kunnen vragen. Daar zijn artsen en psychologen voor. Misschien dat de antidepressiva bijgesteld moeten worden of dat, heel verdrietig voor je, dat bij het ziektebeeld van depressiviteit hoort. Van harte hoop ik dat je dat, al is het misschien langzamerhand, met Gods hulp zult overgroeien.
In de tweede plaats, heel praktisch: Lees in de Bijbel korte stukjes. Je hebt vast dat gezegde wel eens gehoord: Niet het vele is goed, maar het goede is veel. Maarten Luther zei eens: Neem als je naar bed gaat één of twee Bijbelwoorden mee (hij bedoelde: een heel kort Bijbelstukje), zodat die ’s morgens nog bij je kunnen bovenkomen. En weet je wat Joke van Sliedregt (misschien ken je haar naam; domineesvrouw, die heel dikwijls depressief is geweest) deed: Ze legde in huis op verschillende plaatsen Bijbelteksten of een kort versje neer, zodat ze die steeds tegenkwam en het vers eventueel kon neuri?n. Ik zeg niet dat jij dat moet doen. Maar het zou kunnen: elke dag of elke week een andere tekst op je nachtkastje of tafel leggen en daar proberen de dag mee door te gaan.
In de derde plaats: Houd het vol naar de radiodiensten ven je kerk te luisteren. Natuurlijk bidt je de Heere daarbij om een zegen. Geeft niet als je afgeleid wordt; je bent bij het Woord en de dienst betrokken; misschien raakt een enkel woord je, een lied, dat die dag weer kan bovenkomen en dat je stil voor jezelf neuriet. En: probeer toch van tijd tot tijd, als het kan, de weg naar de kerk te vinden. Misschien ineens, als ze zon schijnt, of als je de nacht zo goed geslapen hebt of goede gevoelens hebt. De kerk is het huisgezin Gods, waar jij ook bij hoort. En zoals het jammer is als Jantje ziek is en in bed moet blijven en niet beneden bij het gezin kan zijn (je begrijpt hoe ik dat bedoel) geldt dat ook jou. Ik heb wel eens tegen mensen gezegd: Al zijn het maar twee dingen die je ‘meeneemt’ uit de kerk: een paar woorden van de dominee, een paar regels uit het vers dat gezongen werd, de voorbede voor die of voor die of gewoon ook ‘de warmte’ van het in-de-kerk-zijn. Ook hiervan geldt het: niet het vele is goed, maar het goede is veel.
Ik kom nog eens terug op je vraag: Zou God het allemaal verkeerd vinden zoals het met mij gaat (ik zeg het met eigen woorden)en dat ik niet of weinig naar de kerk ga? Ik heb daar al wat van gezegd, maar ik zeg weer: Nee. Je doet dat namelijk niet omdat je het thuis veel fijner vindt dan in de kerk. Want dan zou je niet met je vraag naar Refoweb gekomen zijn en zou je het heerlijk vinden om tegen iedereen te zeggen: ik geloof wel, hoor, maar ik ga alleen niet naar de kerk. Zou God het je kwalijk nemen dat je zoveel van de preek enz. vergeet en de preek niet kunt na vertellen? Nee! Zou God oudere mensen kwalijk nemen dat ze de preek vergeten zijn, enz? En bij jou heeft het te maken met je ziekte en het medicijn. Ik heb vaak tegen mensen, die ook de preek zo gauw vergaten en daar last van hadden, gezegd: Het gaat er niet om dat je nog precies weet wat je gisteren gegeten hebt, als je maar gegéten hebt. Een paar Bijbelwoorden, (iets uit) de preek, (een paar regels uit) een lied, enz. is eten. Ook al ben je die woorden na een dag of een paar dagen weer vergeten. Als je niet zonder de Heere kunt heeft de Heere wel weer andere woorden voor je.
Beste vriendin of vriend, ik hoop dat ik je wat geholpen heb. Lees je nog eens na wat ik op Refoweb over depressiviteit en wat daarmee kan samengaan schreef?
Ken je het gedicht van Jacqueline van der Waals? Het gaat over zonde. Maar je zou het ook heel goed kunnen betrekken op jou situatie. Ik zal het hieronder opschrijven. Misschien heb je er wat aan. En, van harte: God zegen je.
IK BEN MIJN ZONDE MOE
Ik ben mijn zonde moe, en mijn berouw
Ik ben mijzelve moe, en ik ben
het zoeken moe naar God, die ik niet ken
en die ik toch zo gaarne kennen zou.
Ik ben mijn zwakheid moe en mijn verdriet,
mijn arbeid en mijn hoop en mijn genot;
maar bovenal het zoeken naar mijn God.
Ik ben het zoeken moe.... Maar Gód niet.
Hij ziet en kent mijn zonde en vergeeft
ze zeventigmaal zeven maal en meer;
Hij wil niet dat mijn ziele sterft maar lééft.
O wonderbare goedheid van de Heere,
Die naar zo moedeloos een ziel nog vraagt,
Die alle dingen, en ook mij, verdraagt.
Ds. H. Velduizen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Veldhuizen
- Geboortedatum:02-01-1938
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Wapenveld
- Status:Inactief