Verbroken zondaar onder Gods recht
Redactie Refoweb | 54 reacties | 15-10-2025| 08:08
Vraag
Ik word zo ontmoedigd vaak door de prediking. Ik heb veel Puriteinen gelezen en daar van geleerd dat ik mag komen, ja moet komen tot Jezus. Dat heb ik mogen doen en ik mag mij bij tijden geborgen weten in Hem. Maar op zondag word ik zo vaak aan het twijfelen gezet. Als de dominee het heeft over verloren gaan door het recht, een verbroken zondaar zijn voor God dan zie ik de kenmerken niet in mezelf. Geloof alleen is te eenvoudig voor hem. Verslagen ga ik naar huis: ik heb mezelf bedrogen? Thuis ga ik dan vaak toch weer lezen en mag ik toch weer geloven dat Jezus ook voor mij stierf en dat het enkel om geloof gaat. Maar is dit goed als er zo gepreekt wordt? Wat moet ik doen?
Antwoord
Jouw dominee eist iets van jou dat Gods Woord niet van je vraagt. Want als jij onder Gods recht zou moeten doorgaan, zou je per direct versmelten voor Zijn aangezicht. Bovendien waarom zou jij het werk van Christus nog eens dunnetjes moeten over doen? De Heere Jezus is onder Gods recht doorgegaan. Voor jou en voor mij, juist omdat wij dat niet kunnen door onze enorme schuld. Daarom heeft Hij onze zonden gedragen. Het geheim is dus dat wij bij Hem moeten schuilen.
Wat je moet doen? Dat ligt er aan wat je wil. Wil je deze dominee geloven of geloof je Gods Woord? En in dat laatste geval moet je onder die prediking weg, of -als dat om praktische redenen onmogelijk is- je doordeweeks laten voeden door een helder evangelie. Denk aan dshuisman.nl of Evangelie Herauten. En ja, blijf de Puriteinen lezen. Deze mannen hadden een helder zicht op het evangelie.
Lees ook:
Dit artikel is beantwoord door
Redactie Refoweb
Bijzonderheden:
Mailadres: vragen@refoweb.nl
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Maar de bijbel leert ons niet dat we aan een aantal voorwaarden moeten voldoen. We moeten geloven, en de rest zal daaruit groeien.
Ik luistermomenteel de prekenserie van Galaten, door Jacques Brunt. Erg leerzaam! Het zijn 6 afleveringen van een klein uurtje dacht ik
De tollenaar is een gelijkenis voor mensen die zichzelf willen redden, David was een kind van God, van zijn jeugd af aan, hij was diep gevallen en kwam terug bij God, beiden is geen voorbeeld van een bekering...
De zondenkennis komt na de bekering en niet ervoor, Paulus schrijft: "Daar gij EERTIJDS dood was..." een dode onwedergeboren mens haat God en het boeit hem niets als hij zondigt of God beledigt, op het hart trapt of wat dan ook, alleen geloof in de Heere Jezus redt een zondaar en dan krijg hij de liefde tot God en gaat hij inzien wat zijn zonden Hem gekost heeft!
Hij roep jou en mij door Zijn Woord, zijn we gehoorzaam of bouwen we op zand?
Ik heb aan willen geven dat: ‘een verbroken zondaar zijn voor God’ Bijbels is.
Dat de vragen steller dat niet beleeft heeft kan zo zijn maar daar heb ik wel vragen bij. Ik bedoel dat niet veroordelend maar ziende op de verschillende soorten geloof uit of beter gezegd: verschillende houdingen en vormen van geloof. Niet elk geloof in de Bijbel is zaligmakend geloof (dat wil zeggen: geloof dat redt) Samenvattend:
Historisch: verstandelijk, geen hart Jakobus 2:19
Tijdgeloof: kortdurend, oppervlakkig Mattheüs 13:20
Wondergeloof: gericht op tekenen Johannes 2:23
Zaligmakend: geloof vertrouwend op Christus Efeziërs 2:8
18 Opdat wij, door twee onveranderlijke dingen, in welke het onmogelijk is dat God liege, een sterke vertroosting zouden hebben, wij namelijk, die de toevlucht genomen hebben, om de voorgestelde hoop vast te houden;
1 Timoteüs 4:16 spoort aan om zowel op uzelf als op uw leer te letten, wat betekent dat u ook uw eigen drijfveren moet onderzoeken.
Het proces van zelfonderzoek, zoals beschreven in bijvoorbeeld Romeinen 7, kan leiden tot meer inzicht en de leiding van de Heilige Geest.
Door zelfonderzoek hoeft men niet moedeloos te worden, maar kan dit juist leiden tot dankbaarheid en een gevoel van vrijheid in Christus.
Jezelf onderzoeken of je hart openleggen voor God is niet een verbroken zondaar onder het recht van God. Dat vraagt de Heere niet van je, dat heeft de Heere Jezus voldaan! Als je dit gaat vragen aan mensen hou je ze bij de Heere Jezus vandaan. Het antwoord op deze vraag is juist! Het houdt de vreugde van het heil uit je hart.
De uitspraak uit Psalm 51:19, “De offeranden Gods zijn een verbroken geest; een verbroken en verbrijzeld hart zult Gij, o God, niet verachten,” betekent dat juist een gebroken en verslagen hart een offer is dat God niet afwijst.
Dit is een van de kernboodschappen van het boek Psalmen: God hecht meer waarde aan oprecht berouw en een nederig hart dan aan uiterlijke vormen van geloof of godsdienst.
De psalm is ontstaan uit de persoonlijke ervaring van koning David, die deze woorden sprak in zijn gebed nadat hij schuldig was geworden aan overspel en moord. In zijn diepe berouw vroeg hij God om vergeving – en juist in die verbrokenheid vond hij genade.
Dat is voor mij een troostvolle waarheid: dat God niet neerziet op de verbrokenen van hart, maar hen juist nabij is in Zijn ontferming.
Jesaja 57:15 Want alzo zegt de Hoge en Verhevene, Die in de eeuwigheid woont, en Wiens Naam heilig is: Ik woon in de hoogte en in het heilige, en bij dien, die van een verbrijzelden en nederigen geest is, opdat Ik levend make den geest der nederigen, en opdat Ik levend make het hart der verbrijzelden.
Dankjewel voor je uitvoerige uitleg, maar erna rijzen enkele vragen op, was David in psalm 57 en 142 alleen verstandelijk? Of moet je een bijzonder zware zonden doen om op zo'n punt te komen? Ja elke dag zie ik mijn tekortkomingen, mijn falen voor de Heere, maar onder het recht van God doorgaan heeft de Heere Jezus voor mij gedaan, ja ik heb gedaan wat kwaad is in Zijn ogen, maar Hij heeft voor mij betaald.
Nog een vraag, hoe gaat dat er dan uitzien? Ik heb er geen idee van, ga ik in het zwart? Of kromgebogen? Ga ik de hele nacht huilen? Of... gebeurd dit vanbinnen? En is het steeds opnieuw of altijd of gaat het voorbij?
Wat betekent dat?
Met Gods recht bedoelen we Zijn heilige en rechtvaardige oordeel over de zonde. God is zuiver in al Zijn wegen; Hij kan de zonde niet door de vingers zien. Wie daar door Gods Geest aan ontdekt wordt, leert inleven dat hij tegenover God volkomen schuldig staat.
Onder Gods recht doorgaan betekent dan: Dat een mens buigt onder dat recht en erkent: “Heere, als U mij zou veroordelen, hebt U daar volkomen recht toe.”
Dat is geen verstandelijke instemming, maar een diepe innerlijke ontdekking. De mens verliest alle gronden buiten Christus, hij kan niets meer aanvoeren tot zijn rechtvaardiging. Hij leert dat God recht heeft en dat hij zelf ongelijk heeft.
Dat is geen gemakkelijke weg. Het is een tijd waarin iemand als het ware onder het oordeel van God doorgaat, waarin hij voelt: “Er is bij mij geen recht meer over.” Dat beleefde David. Toch is dit juist de weg waarin God Zijn genade groot maakt.
Want…Onder het recht vandaan komen betekent: dat iemand leert zien dat Christus onder datzelfde recht is doorgegaan, in onze plaats.
Aan het kruis heeft Hij Gods toorn gedragen en het recht volkomen voldaan. Wanneer dat in het geloof wordt toegepast aan het hart, mag een mens weten: “Het is voldaan…. niet door mij, maar door Hem.” Dan komt men onder het recht vandaan, niet omdat het recht verdwijnt, maar omdat het vervuld is in Christus.
Romeinen 8:1 zegt het zo mooi: “Zo is er dan nu geen verdoemenis voor degenen die in Christus Jezus zijn.” BEVRIJDING.
Wanneer beleef je dat dan? Voor je de Heere Jezus leert kennen? Of erna?
En hoe was het dan met David voor psalm 51?
Je vragen zijn in principe overbodige vragen.
Je kent toch wel het zeer bekende gedicht van M'Cheyne “Eens was ik een vreemdeling”.
Vooral de passage “Toen voeld’ ik wat eisen Gods heiligheid deed”.
Hier gaat M'Cheyne onder Gods recht door met de bevrijding als uitkomst Efeziërs 2:8
Dat is weerzien dat vertaald is naar een voorronderstelling.
When free grace awoke me, by light from on high,
Then legal fears shook me, I trembled to die;
No refuge, no safety in self could I see—
Jehovah Tsidkenu my Savior must be.
Ds Meeuse komt er dichterbij
Toen vrije genade mij riep tot het licht,
toen zag, door Gods wet, ik de dood in 't gezicht,
geen toevlucht, geen rust in mijzelf kon er zijn,
de HEERE onze Gerechtigheid, moest mijn Heiland zijn.
Maar dan nog, de Bijbel leert de rechtvaardiging van de goddeloze.
Zonder Christus heb je niets, ben je dood en interesseert Gods recht je helemaal niets.
Zonder geloof is er helemaal niets!
Denk aan Levi in het tolhuis, hij zat op de plaats delict, in het tolhuis, een woord van Jezus... volg mij, hij liet alles achter en volgende Hem. Zacheus werd uit de boom geroepen, pas toen bekende hij zijn schuld, de Heere opende het hart van Lydia, Paulus was bezig de christenen te vervolgen, wie moet ik nog meer noemen... Petrus? Johannes? Jacobus?
Ga dan niet van iemand eisen dat je eerst moet leren: hoe zal ik rechtvaardigheid verschijnen voor God? Ja het kan best dat iemand dat voelt, dat kan je naar Christus brengen, maar ook een ongeluk, de geboorte van een kind, de liefde van God en vooral en als eerste het Woord van God, die getuigen van Hem!
Een mens gaat pas werkelijk iets van de Zaligmaker zoeken, als hij door de Heilige Geest leert zien dat hij buiten Christus verloren ligt. Zolang we nog menen iets te kunnen of te zijn, hebben we eigenlijk geen plaats voor genade.
De Heere leert Zijn kinderen daarom eerst iets van die nood: dat er in henzelf geen leven of hoop meer overblijft. Maar dat is geen doel op zich, het is juist de weg waardoor het hart geopend wordt voor Christus. Zoals Hij Zelf zegt in Mattheüs 11:28: “Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven.”
Dus ja, we moeten onze verlorenheid onder Gods recht leren kennen, maar niet om te blijven staan bij onszelf. Het doel is dat we daardoor leren roepen: “Heere Jezus, wees mij zondaar genadig.” (Lukas 18:13) Want wie zo tot Hem komt, zal Hij geenszins uitwerpen. (Johannes 6:37)
Zo heb ik het ook leren verstaan in mijn eigen leven en waarom opende de Heere het hart van Lydia anders. Zo ook Paulus, Petrus, Johannes en Jacobus.
Maar uit het gebeuren met Levi (Luk. 5:27–28) blijkt wel dat de Heere ook zijn hart geopend heeft.
Levi zat in het tolhuis, druk met zijn winst en zijn werk, tot Jezus kwam en zei: “Volg Mij.” En dan staat er: “Hij, alles verlatende, stond op en volgde Hem.”
Dat kan een mens niet uit zichzelf doen.
Op één woord van Christus liet hij alles achter — dat is het bewijs van een geopend hart. De roep van Jezus had kracht, omdat Zijn genade Levi innerlijk won.
Zoals de Heere Zelf zegt: “Gij hebt Mij niet uitverkoren, maar Ik heb u uitverkoren.” (Joh. 15:16)
Wanneer ging hij dan onder het recht Gods door? Ervoor?
Of Lydia of de stokbewaarder?
En David voor psalm 51?





