Gelovige met kerkpijn
C.A. Hoekman | Geen reacties | 01-10-2025| 13:27
Vraag
In de bijlage van het RD stond onlangs een lang artikel over kerkpijn. Ik begrijp daaruit een aantal punten niet goed. De zienswijze van ds. Labee is voor mij onduidelijk. Er wordt naar mijn idee door ambtsdragers nog altijd geoordeeld over de bekering van mensen. God is toch de hartenkenner, niet een dominee of ambtsdrager? Er wordt dan gezegd dat mensen niet altijd eerlijk behandeld willen worden. Mijn vraag is dan of ambtsdragers mensen wel eerlijk kunnen behandelen. Zij zijn en blijven toch ook mensen met beperkte kennis? Zij zijn toch geen hartenkenners? En over het oordelen over anderen is de Bijbel ook duidelijk. We moeten het volgens het artikel dus blijkbaar eens zijn met knechten van God. Spreken zij dan ex cathedra?
In de Bijbel staat dat de mensen uit Berea het Woord met toegenegenheid ontvingen. Maar er staat ook dat zij onderzochten of de dingen zo waren als gepredikt werd. Deze mensen werden daarvoor geprezen. De zin van ds. Labee waarin hij zegt: “Dan heb ik meer medelijden met die mensen dan dat ik de ambtsdragers wil aanspreken”, vind ik erg hoogmoedig klinken en doet geen recht aan mensen met enorme kerkpijn, onder wie ik zelf. En wat als er dan verschillende predikanten/ambtsdragers zijn die dezelfde bekering totaal verschillend beoordelen? Wie heeft er dan gelijk? Hoe verwarrend en hoe pijnlijk zijn deze zaken.
Antwoord
Beste oudere/jongere,
Je bent een kerklid die lijdt aan enorme kerkpijn. En kerkpijn is niet iets wat je na een poosje weer vanzelf kwijtraakt. Helaas niet. Het is een pijn die zomaar, op een onbewaakt moment, weer opvlamt. Jouw vraag geeft dat ook aan. Je leest hierover en je zit tegelijk weer midden in je eigen kerkpijn. Ik kom ze tegen, leden van een kerkelijke gemeente, oud-ambtsdragers, die lijden onder de last van kerkpijn en de trieste gevolgen voor henzelf en dikwijls ook voor hun gezin. Met vreugde kerklid zijn of blij terugdenken aan de tijd dat je ambtsdrager mocht zijn, is voorbij. Ik kan goed begrijpen dat er dan veel vragen komen die eigenlijk nooit beantwoord worden, omdat ze niet meer uitgesproken kunnen worden in een liefdevol, pastoraal gesprek. De gemeente van onze Heere Jezus Christus is dan niet een schuilplaats waar je op adem komt, na bange tegenspoed. Maar een plaats waar te veel belemmeringen zijn om blij en spontaan pastoraat en prediking te ervaren. Ook erover lezen lukt niet zonder pijn, want ook jouw kerkpijn staat weer levensgroot voor je wanneer je het artikel in het RD-magazine van 20 september leest. Je eindigt je vraag, en ik lees het als conclusie, hoe verwarrend en hoe pijnlijk zijn deze zaken. In mijn antwoord wil ik proberen naast je te staan, biddend om de juiste woorden en de juiste toonhoogte met de gestalte zoals de Heere Jezus ons leert: Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel (Mattheüs 11:29).
In het interview komen drie verschillende mensen aan het woord, ieder met zijn eigen visie en gedachten. Ik ga niet specifiek reageren op bepaalde uitspraken die ze doen. Daar kun je het mee eens zijn of niet mee eens zijn, maar echt duidelijk worden die uitspraken pas wanneer je in een vervolggesprek daarover je eerlijke vragen zou kunnen stellen. Het interview is mijns inziens een algemene reactie op het probleem kerkpijn en geen reactie op een persoonlijk probleem van iemand die zijn eigen kerkpijn besproken wil hebben.
"Ik heb me altijd wat ongelukkig gevoeld, omdat bij zulke huisbezoeken de ongelijkheid van de partijen sterk aanwezig is. Bij een kerkenraad is er dan een zekere macht, wat de ander haarfijn aanvoelt."
Daarom is uitspraken beoordelen uit het interview, zonder hoor en wederhoor, eigenlijk onmogelijk en doe je al snel geen recht aan de intentie van de geïnterviewden. Maar terwijl ik dit opmerk zitten we mijns inziens tegelijk in het hart van het intens verdrietige probleem: kerkpijn. Zou er al niet heel veel gewonnen zijn wanneer bij kerkpijn op een vriendelijke en nederige wijze echt hoor en wederhoor zou worden toegepast. In de geest van Mattheüs 11:29. Nederig van hart zijn is een grote genade en gave, die elk (kerk)mens en zeker een ambtsdrager siert. Ik weet hoeveel spanning er kan zijn bij huisbezoeken, zeker bij bezoeken na een eerste Avondmaalsgang. En zeer zeker wanneer er problemen zijn in huwelijk en gezin. Ik heb me altijd wat ongelukkig gevoeld, omdat bij zulke bezoeken de ongelijkheid van de partijen sterk aanwezig is. Ik zeg het met schroom, bij een kerkenraad is er dan een zekere macht, wat de ander haarfijn aanvoelt.
Wanneer je dat goed beseft, zullen je uitspraken nooit veroordelend of beoordelend zijn, zeker niet wanneer het over iets strikt persoonlijks gaat, zoals bekering en geloof. We zijn beslist geen hartenkenner en spreken ook niet ex cathedra. Ik lees in de Dordtse Leerregels, hoofdstuk 3 en 4, artikel 15 een wijze les voor huis bezoekende broeders: “Voorts, van degenen die hun geloof uiterlijk belijden en hun leven beteren, moet men naar het voorbeeld van de apostelen het beste oordelen en spreken; want het binnenste van het hart is ons onbekend.”
We zijn maar kleine mensjes, die ook van genade moeten leven. Mensjes die duizend keer de spijker hebben misgeslagen en toch niet door onze God worden verworpen, zulke ambtsdragers verdraagt Hij. Ik denk aan de voetwassing van de Heere Jezus, hoe zachtmoedig en nederig van hart is onze Heere Jezus Christus. In die gezindheid elkaar ontmoeten is behoudend en genezend, dan straal je vertrouwen uit. Want voor mij blijft de basis van elke pastorale ontmoeting: vertrouwen en nog eens vertrouwen. Dat durven vragen voor je aan een gesprek begint: vertrouw je me. En zo niet, werk daar dan eerst aan. Een groot gevaar is er wanneer je te snel je moeilijke boodschap wil overbrengen, wil droppen. Je zit er mee in je maag en je wilt ervan af. Besef dan dat de ander er nog veel meer mee zit, maar dan zonder die zekere macht.
"Ik denk dat er heel veel kerkpijn ontstaat door een bepaalde vooringenomenheid, die uitstraalt naar de ander. Ze nemen mijn bekering niet over of ze luisteren niet echt naar mijn probleem."
Moet je dan alles maar slikken en op zijn beloop laten? De kool en de geit sparen? Zeker niet, wanneer Gods heilig gebod in het geding is, zal er liefdevol vermaand moeten worden. Maar zielen winnen doe je in elk geval nooit met je eigen visie en gedachten. Alleen Gods Woord telt en geldt. Dat maakt uitermate voorzichtig, maar ook vrijmoedig. En dan hoef je het ook niet altijd met elkaar eens te zijn. Er is een Bijbelse ruimte om het met elkaar oneens te zijn. Ik lees in het interview: “Kerkpijn ontstaat vaak wanneer gemeenteleden geen of onvoldoende bestaansruimte ervaren.” Ik denk ook dat er heel veel kerkpijn ontstaat door een bepaalde vooringenomenheid, die uitstraalt naar de ander. Ze nemen mijn bekering niet over of ze luisteren niet echt naar mijn probleem. Ik ben er diep van doordrongen dat je zo maar als een soort god kunt overkomen, iemand die het weet en het daarom ook moet zeggen. Door de ander kan dat ervaren worden als hoogmoed, terwijl dat helemaal niet in je opkomt en dus ook niet deze bedoeling heeft. Het is meer een soort bescherming van jezelf, omdat je eigenlijk niet tegen de situatie bent opgewassen. Dat al bij jezelf herkennen maakt voorzichtig en tactvol. Je woorden zullen dan eerder te weinig dan te veel zijn omdat je weet van de kwetsbaarheid van de ander. Voor mij was de mogelijkheid van een vervolgbezoek altijd aanwezig, hoef je ook niet alles in één keer te zeggen en ondertussen kan er vertrouwen groeien.
Wie zielen vangt, is wijs. Dat ervaar je dubbel bij een moeilijk bezoek en waarbij je van tevoren wist hier kan zo maar onbedoeld en ongewild kerkpijn ontstaan. Dat moet ons heel erg voorzichtig maken en boven alles doorzichtig tot op de les die Jezus ons leert, zachtmoedig en nederig van hart te zijn. Het is opmerkelijk dat de Heere Jezus één keer over Zijn hart spreekt en wel in dit verband: wees zachtmoedig en nederig. Misschien omdat onze grootste zonde en ellende wel is hoogmoedig en trots te zijn? Wat een genade van de Heere Jezus voor kerkleden en ambtsdragers om deze les te krijgen en daarnaar te handelen in spreken en in luisteren.
Kerkpijn, hoe verwarrend en pijnlijk zijn deze zaken. Ik denk dat ik het begrijp en voel me tegelijk machteloos, omdat ik weet dat kerkpijn dikwijls levenslang is. Ik hoop en bid dat kerkpijnlijders bij deze Jezus mogen schuilen met hun last om Zijn juk op zich te nemen en van Hem te leren dat Hij zachtmoedig en nederig van hart is en Zijn belofte te ervaren: en u zult rust vinden voor uw ziel. Want Zijn juk is zacht en Zijn last is licht. Hij roept het je toe: Volg Mij!
Hartelijke groet,
C. A. Hoekman
Dit artikel is beantwoord door
C.A. Hoekman
- Geboortedatum:23-09-1943
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Kapelle
- Status:Actief

Bijzonderheden:
Dhr. Hoekman was ruim 40 jaar ouderling in de Ger. Gem.
Bekijk ook: