Adventstekst in Oude Testament

Een vraag over Job 26:13. Hoe moet ik dat vers lezen/verstaan? Als ik de bijbelverklaring van Dächsel erbij pak, dan staat er: “Door Zijn Geest, Zijn machtswoord, heeft Hij de hemelen versierd met het purper van de dageraad, en de sterren bij nacht.” Daarna staat: “Zijn hand heeft de langwemelende slang geschapen (Hebreeuws: doorboord), dat zij de zon weder vrijlate en de aarde zich weder in het licht verheuge.” Betekent dit vers dan dat de Heere de satan heeft overwonnen, zodat het Licht weer is opgegaan in de duisternis? Dan zou het een soort adventstekst in het Oude Testament zijn.

Beste vraagsteller,

Men moet een tekst altijd lezen in zijn context. In dit verband Jobs weerwoord aan Bildad. Hij verwijt hem: jij vriend steunt me niet in mijn ellende. Je drukt me nog meer neer.

Het maakt het alleen nog maar donkerder voor deze lijder van het Oude Testament. Hij wil zeggen: Jullie praten alsof jullie de grote God kunnen begrijpen en narekenen in Zijn doen en laten. 
  
Het hele hoofdstuk lezend merk je dat het hier gaat over Gods macht over al wat leeft. De snelle slang, ook wel de Leviathan genoemd, is aan de almacht van God onderworpen. Dus het gaat hier niet over verzoening. De moederbelofte in Genesis luidt dat het vrouwenzaad (Christus ) de Slang de kop zal vermorzelen. Dat is dus een andere categorie dan Gods macht als Schepper. 
  
Mijn conclusie: Ik vind het ver gezocht om hier een adventstekst  in te zien.  Bovendien, in een adventstekst komt de Messias en zijn verlossingswerk naar voren. Daar is hier geen sprake van. Terecht hebben de vertalers dan ook slang en licht met een kleine letter s en l weer gegeven. Slang overal gelijk verbinden met De Slang is associatief denken in plaats van zorgvuldig uitleggen.  

Van harte Hem bevolen die via Kruis en Opstanding heeft getriomfeerd over de grote Slang.
 
Met vriendelijke groet,
Ds. A. van Vuuren