Zware aardbeving onder koning Uzzia
Redactie Refoweb | 1 reactie | 25-09-2024| 08:04
Vraag
In Amos 1 staat dat Amos “de woorden” gezien had in de tijden van Uzzia en Jerobeam, twee jaren voor de aardbeving. En hier heb ik een vraag over: waar staat deze aardbeving beschreven?
Antwoord
Het gaat hier om een van de grootste aardbevingen die er volgens archeologen rond Jeruzalem zijn geweest. Niet alleen de Bijbel zelf (Zacharia 14) herinnert hier aan, maar het wordt ook beschreven door verschillende historische bronnen, zoals de geschiedschrijver Flavius Josephus*. Zie ook deze artikelen:
- 'Aardbevingen in het Jordaandal: geologische en archeologische getuigenissen'
- 'Archeologen: Bewijs van zware aardbeving onder koning Uzzia'
* Flavius Josephus schreef in 'De oude geschiedenis van de joden' (negende boek, hoofdstuk 11):
Eens op een feestdag kleedde hij zich met het priesterlijk gewaad, en kwam in de Tempel om Gode reukwerk op het gouden altaar te offeren. De Hogepriester Azaria kwam daarop toelopen, vergezeld van tachtig priesters, zei dat zulks hem niet geoorloofd was, en dat hij niet verder mocht treden, maar moest terug gaan, indien hij God door zulk een roekeloze daad niet vertoornen wilde. Uzzia werd hierover zo vergramd, dat hij dreigde hem, bovendien al de andere priesters, te doden, indien hij hem in zijn voornemen belette. Nauwelijks waren deze woorden uitgesproken, of er ontstond een grote aardbeving; het dak van de Tempel opende zich, een straal der zon sloeg die goddelozen Koning in het gezicht, en hij bevond zich op dat ogenblik geheel door melaatsheid bedekt. De aardbeving scheurde ook de berg van een, die op een plaats, dicht bij de stad, naar het westen lag en Eroge genoemd werd, waarvan de helft, vier stadiën vandaar, tegen een anderen berg, die zich naar het oosten strekte, gevoerd werd, hetwelk de ganse weg versperde, en des Konings tuinen met aarde bedekte. De priesters, de vorst geheel melaats ziende, konden gemakkelijk begrijpen, wat er de oorzaak van was; dus zeiden ze hem dat die kwaal hem als een blijkbare straf van God was toegezonden, en bevalen hem ter stad uit te gaan. Zijn grote schande benam hem de stoutheid van zich daartegen te kanten; zodat hij dit bevel gehoorzaamde, en alzo rechtvaardig voor zijn goddeloosheid en zijn roekeloos bestaan, om zich boven alle menselijke ordening te verheffen, gestraft werd. Hij bracht alzo enigen tijd buiten de stad door, als een ambteloos persoon levende, terwijl Jotham, zijn zoon, de regeringszaken waarnam. Hij stierf eindelijk van verdriet, dat hij zich tot zulk een staat gebracht zag. Hij was acht en zestig jaren oud, hebbende twee en vijftig daarvan geregeerd. Men begroef hem in zijn tuin in een afzonderlijk graf, en Jotham volgde hem in de regering op.
Dit artikel is beantwoord door
Redactie Refoweb
Bijzonderheden:
Mailadres: vragen@refoweb.nl
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Uzzia wordt als koning geroepen op 16-jarige leeftijd. Over hem staat geschreven dat hij de Eeuwige diende al de dagen van de profeet Zacharia. Uzzia trad voortvarend op en ook succesvol bestreed hij de Filistijnen en omliggende volkeren.
Ook Eilat kwam weer in zijn handen. Vele bouwwerken en verfraaiingen in Jeruzalem zijn door hem tot stand gekomen. De grote welvaart die Uzzia tot stand had gebracht werd ook zijn valkuil.
De welvarende koning vond het noodzakelijk om zelf op het reukwerkaltaar zijn offergave aan te steken. Dat privilege was alleen voorbehouden aan de priesters.
De gevolgen van zijn daad werden direct zichtbaar door צָרַעַת tsa’arat op het gezicht van Uzzia.
Een zeer goede aanwijzing daarin is dat de Eeuwige de werken van koning Uzzia heeft verstoord en vernietigd door een grote aardbeving in Jeruzalem. De toenmalige materiele schade is niet vergeleken met de toekomstige aardbeving die de olijfberg in tweeën zal splijten.
De opmerking in Amos 1:1 over deze grote aardbeving dient niet gelezen te worden als een profetie. Het is gewoon een toevoeging om de tijd aan te duiden waarin Amos leefde onder de grote welvaart van koning Uzzia voor de grote aardbeving.
Amos kondigde de oordelen aan over de omliggende volkeren, die grotendeels uitgevoerd zijn door koning Uzzia.