Te depressief voor bidden en bijbellezen
ds. A. (Arjan) van Hees | 2 reacties | 17-04-2024| 15:15
Vraag
Het lukt mij niet meer om te bidden en om me in de Bijbel te verdiepen. Ik ben er te moedeloos voor. Ik ben al jaren depressief en wil niet meer leven. In de Bijbel staat dat God kan helpen als je Hem aanroept. Maar wat als ik het niet kan? Is het dan verloren?
Antwoord
Allereerst wil ik tegen je zeggen dat ik het echt heel dapper en knap vind dat je deze vraag durft te stellen. Terwijl het zo donker is in je leven en je geen uitzicht meer hebt.
Op dit moment voelt God voor je heel ver weg en is de situatie waarin je zit uitzichtloos. Komt het nog goed? Kan het nog goed komen? En, als het goed kan komen, hoe dan? Je schrijft dat voor jou de enige optie is om niet meer verder te willen leven. Je voelt je misschien wel als Judas. Nadat Judas Jezus heeft verraden, gaat hij terug naar de joodse leiders om het geld terug te geven. Maar bij de joodse leiders kreeg Judas geen gehoor en voor hem was er geen uitweg meer. Judas was de wanhoop nabij en hij heeft gedaan wat hij heeft gedaan.
Op dit moment is alles donker in je leven. Je bent niet meer in staat om te bidden en om de Bijbel te lezen. Je hebt geen moed om het te doen en omdat het je niet lukt, wordt je wellicht nog moedelozer. En als deze moedeloosheid al nog niet erg genoeg is, ben je ook al jaren depressief en wil je niet meer leven. Is het dan verloren?, is je vraag.
Er staat nergens in de Bijbel dat iedereen die zelf een einde aan zijn/haar leven maakt in de hel komt. In de Bijbel staat ook niet dat het dan nooit meer goed kan komen. Het kan zó intens donker in je leven zijn, zoals Psalm 142 vers 4 (berijmd) het zegt: ‘k Wou vluchten, maar kon nergens heen, Zodat mijn dood voorhanden scheen, En alle hoop mij gans ontviel, Daar niemand zorgde voor mijn ziel. De enige uitweg zou dan de dood zijn.
Maar de dood is geen uitweg, want: Hoe donker ooit Gods weg moog' wezen, Hij ziet in gunst op die Hem vrezen (Psalm 73:1, berijmd). Misschien is je reactie dan gelijk ‘Ik vrees Hem niet en daarom zal Hij niet in gunst op mij neerzien’. Nou: God is zo genadig en Hij kent jouw situatie zoveel beter dan wie dan ook dat Hij zeker wél op jou wil neerzien. Hoe ik dat weet? Lees maar mee wat Psalm 86:3 (berijmd) zegt: HEER, door goedheid aangedreven, Zijt Gij mild in 't schuldvergeven. Wie U aanroept in den nood, vindt Uw gunst oneindig groot.
In welke nood je ook zit, hoe donker je leven ook is: wanneer we God aanroepen, vinden we Zijn gunst. En niet maar een klein beetje, maar “oneindig groot.” Waarom? Omdat onze God door goedheid aangedreven, mild is in het schuldvergeven. Dat biedt hoop en perspectief.
“En als ik het niet kan?”, vraag je je af. Jesaja 40:11 zegt: “Hij zal de lammetjes in Zijn armen bijeenbrengen en in Zijn schoot dragen.” De ‘lammetjes’ dat zijn de kwetsbaren en zij die niet meer kunnen. Die het zelf niet kunnen, die worden door de Herder gedragen. Als ik het niet meer kan, draagt Hij mij.
Het klinkt misschien oplossingsgericht, maar alle problemen zijn niet gelijk opgelost. Ben je dan nooit meer moedeloos? Is je depressie direct weg? Nee, daar moeten we eerlijk in zijn. God belooft wél dat Hij je zal helpen en dat Hij er voor je zal zijn en nooit loslaat. En als jij het niet meer kunt, zal Hij je in Zijn schoot dragen.
Ik ken je situatie niet, maar ik wil je wel op je hart drukken om met iemand praten, bijvoorbeeld je ouders of je huisarts. Bespreek het! Ook al kunnen zij je problemen niet (direct) oplossen, maar je ouders of je huisarts kunnen wel luisteren. Vooral luisteren.
Luisteren en misschien ook meedenken hoe je (stapje voor stapje) het positieve weer zou kunnen gaan zien. Ook al zie je dat nu nog helemaal niet gebeuren en denk je dat het misschien ook helemaal niet meer mogelijk is. Het is belangrijk om hierin stappen te nemen en daar heb je hulp bij nodig.
En eigenlijk heb je de eerste stap al gezet door deze vraag te stellen en dat is echt heel dapper en knap van je! Je kunt ook contact opnemen met 113 om anoniem en in vertrouwen met iemand te bellen en/of te chatten.
Ik hoop dat mijn antwoord je helpt om in te zien dat het niet verloren met je is. Daarnaast hoop ik van harte dat je hulp zoekt en dat je de goede hulp zult krijgen die je nodig hebt.
Ds. A. van Hees
Dit artikel is beantwoord door
ds. A. (Arjan) van Hees
- Geboortedatum:18-05-1981
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Apeldoorn
- Status:Actief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Toen ik jouw vraag las heb ik het eerst aan de kant gelegd.
De 4 vrienden brachten een verlamde man tot de Heere Jezus.
Als jij niet meer kunt bidden dan doen de mensen om je heen het wel.
Bidden is ook een zucht naar boven.
Ik was zo bang voor de Heere. Zo bang voor een flitststraal van boven dat ik dood zou gaan.
Ik ben 4 jaar vreselijk depresief geweest.
Ik heb best erge dingen gedaan. Een Bijbel verscheurd enz.
Weet je wat dominee ook schreef ga hulp zoeken. Want ook jij bent een parel in Gods hand. Ook al zie je dat nu niet. Als je straks er achter staat leer je het wel van Hem.
Liefs van mij. Heel heel veel Sterkte in de Heere. Weet Hij houdt ook van jou en weet wat het beste voor je is. Maar daarbij heb je hulp nodig! liefs van mi
a. En de Geest des HEEREN week van Saul, en een boze geest van den HEERE verschrikte hem. (1 Samuël 16-19)
b. Toen gaf de HEERE een pestilentie in Israël, (...) en Hij zeide tot den engel die het verderf onder het volk maakte: Het is genoeg, trek uw hand nu af. (2 Samuel 24)
c. Toen voer de engel des HEEREN uit en sloeg in het leger van Assyrië honderd vijf en tachtig duizend. (Jesaja 37 en 2 Koningen 19)
d. En de vijfde engel goot zijn fiool uit op den troon van het beest; en zijn rijk is verduisterd geworden, en zij kauwden hun tongen van pijn; (Openbaring 10)
e. En van stonden aan sloeg hem een engel des Heeren, daarom dat hij Gode de eer niet gaf; en hij werd van de wormen gegeten en gaf den geest. (Handelingen 12)
f. En zij versloegen zich over Zijn leer; want Hij leerde hen als macht hebbende, en niet als de schriftgeleerden. En er was in hun synagoge een mens met een onreinen geest, en hij riep uit,
Zeggende: Laat af, wat hebben wij met U te doen, Gij Jezus Nazaréner? Zijt Gij gekomen om ons te verderven? Ik ken U wie Gij zijt, namelijk de Heilige Gods. En Jezus bestrafte hem, zeggende: Zwijg stil en ga uit van hem. En de onreine geest hem scheurende, en roepende met een grote stem, ging uit van hem. (Markus 1)
g. En zie, er was een vrouw die een geest der krankheid achttien jaren lang gehad had, en zij was samengebogen en kon zich ganselijk niet oprichten. (...) En deze, die een dochter Abrahams is, welke de satan, zie, nu achttien jaren gebonden had, moest die niet losgemaakt worden van dezen band op den dag des sabbats? (Lukas 13)
h. Sprak de koning en zeide: Is dit niet het grote Babel, dat ik gebouwd heb tot een huis des koninkrijks, door de sterkte mijner macht en ter ere mijner heerlijkheid! Dit woord nog zijnde in des konings mond, viel er een stem uit den hemel: U, o koning Nebukadnézar, wordt gezegd: Het koninkrijk is van u gegaan; En men zal u van de mensen verstoten, en uw woning zal bij de beesten des velds zijn; men zal u gras te smaken geven als den ossen, en er zullen zeven tijden over u voorbijgaan, totdat gij bekent dat de Allerhoogste over de koninkrijken der mensen heerschappij heeft, en dat Hij ze geeft aan wien Hij wil. Te zelver ure werd dat woord volbracht over Nebukadnézar, want hij werd uit de mensen verstoten, en hij at gras als de ossen, en zijn lichaam werd van den dauw des hemels natgemaakt, totdat zijn haar wies als der arenden vederen, en zijn nagels als der vogelen. Ten einde dezer dagen nu hief ik, Nebukadnézar, mijn ogen op ten hemel, want mijn verstand kwam weder in mij; en ik loofde den Allerhoogste, en ik prees en verheerlijkte den Eeuwiglevende, omdat Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, en Zijn Koninkrijk is van geslacht tot geslacht; En al de inwoners der aarde zijn als niets geacht, en Hij doet naar Zijn wil met het heir des hemels en de inwoners der aarde, en er is niemand die Zijn hand afslaan of tot Hem zeggen kan: Wat doet Gij? Terzelfder tijd kwam mijn verstand weder in mij; (Daniël 4)
De Heere Jezus is God en Hij heeft macht over de plagen, over de vloek. En Hij kan medelijden want Hij heeft ze gedragen. Hij spreekt slechts één woord en je bent genezen. Want Hij beveelt de geesten. Bij Hem moet je zijn.
En wat denk je dat bidden is? Dat is geen mooi samenhangend verhaal waarmee je je eigen advocaat bij de Heere bent... De Heere hoort elke schreeuw en zucht uit ons hart ook al denk jij dat Hij naar jou niet hoort. Echt waar hoor. Hij hoort zelfs het gekras van jonge raven als zij om eten roepen! Dat staat er in Psalm 147. Je leeft omdat Hij jou draagt. Elk moment beslist Hij dat jij moet leven. Elk moment houdt Hij Zijn hand onder jouw leven. Jij kunt toch niet uit jezelf ademen? Dat geeft Hij. In Hem leven, bewegen en zijn wij. Je Maker is heel erg dichtbij. En Hij heeft Zelf een Redder, één Verlosser gegeven. Zijn naam is Jezus: 'De HEERE redt!' Hij is gezalfd om met de moeden een woord te spreken ter rechter tijd. Hij is gekomen om gebondenen in vrijheid te zetten. Om te bevrijden uit de klauwen van de duivel. Dat weet ik ook. Ik lag geknelt in banden van den dood. De angst der hel deed mij alle troost missen. Maar riep de Heere aan in al mijn nood: Denk aan mij! En Hij dacht aan mij. En heeft mijn hart ingenoemen en me beveiligd voor de dood.
Je hebt een Voorbidder nodig. Je hebt de Heere Jezus als Rots, als je enige Anker nodig. Hij is de Enige Die echt jouw Voorbidder kan zijn. Dat is het verschil tussen Petrus en Judas. Judas is verloren gegaan. Maar de Heere Jezus heeft voor Petrus gebeden. En Hij leeft en bidt ook nu nog. "En de Heere zeide: Simon, Simon, zie, de satan heeft ulieden zeer begeerd, om te ziften als de tarwe; Maar Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet ophoude; en gij, als gij eens zult bekeerd zijn, zo versterk uw broeders." en "Gij zijt de Christus, de Zoon des levenden Gods." "en op deze petra (belijdenis van Wie Ik ben) zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten der hel zullen dezelve niet overweldigen." Hij vraagt ook aan jou: "Wie zeg jij dan dat Ik ben?"
Je hebt Iemand nodig Die verzocht is geweest maar staande bleef (in jouw plaats) en daarom ook jou staande kan houden. Je het Iemand nodig Die het Woord als een zwaard kan hanteren tegen de duivel... "En Jezus, vol des Heiligen Geestes, keerde weder van de Jordaan, en werd door den Geest geleid in de woestijn, En werd veertig dagen verzocht van den duivel, en at gans niet in die dagen; en als dezelve geëindigd waren, zo hongerde Hem ten laatste. (...) "En de duivel zeide tot Hem: (...) En hij leidde Hem naar Jeruzalem en stelde Hem op de tinne des tempels en zeide tot Hem: Indien Gij de Zone Gods zijt, werp Uzelven vanhier nederwaarts; (...) En Jezus antwoordende zeide tot hem: Er is gezegd: Gij zult den Heere uw God niet verzoeken. En zie je Hem aan het kruis? Hoe werd hij verzocht om daarvan af te komen? Dat kon Hij makkelijk. Maar Hij bleef. Om anderen te verlossen van zonde die de duivel macht geeft. Om anderen een plaats te bereiden in plaats van de plek die voor de duivelen bereidt is.
Hij is de beloofde Redder gestuurd door de Vader. En als je Zijn eigendom bent lig je vast in Zijn handen en in de handen van Zijn Vader. Daar zal niemand je uitrukken. Als Hij in jouw plaats is gestorven dan leef jij al niet meer. Dan kan Hij Zijn bloed aan Zijn Vader laten zien. Omdat Hij recht op jou heeft en de duivel heeft z'n recht verloren. Vlucht dan (misschien samen met anderen) alleen tot Hem. Schuilen achter Hem kan zonder woorden. Mensen heil is ijdelheid maar bij Hem is Raad, bij Hem alleen. Hij geeft je ook Zijn Eigen gebeden in de psalmen. Zing ze hard en ga naar de kerk. Ook al denk je dat dat niet gaat. Doe zoals in Psalm 29. Als Zijn stem dondert buig je dan veilig, Hem ter eer, neer in Zijn Huis. Zing de gebeden samen met anderen.