Ons toe-eigenende hetgeen wij in Christus hebben
Ds. T.A. Bakker | Geen reacties | 21-02-2024| 10:23
Vraag
Ik heb een paar vragen aan ds. T. A. Bakker, n.a.v. zijn artikelen die hij schreef in het RD van 3 en 10 november 2023. U schrijft onder andere dat de kinderen geplaatst moeten worden in de werkelijkheid van Gods verbondsliefde. Hoe God in het verbond zondaren aanneemt tot Zijn kind en hen op grond daarvan maant tot geloof en bekering. Dat Hij hen niet op zichzelf terugwerpt, maar belooft: “Wat je in Christus hebt, dat eigen Ik je toe door Mijn Geest!” Wie zijn die “hen” die God maant tot geloof en bekering en niet terugwerpt op zichzelf? Zijn dat de gedoopte kinderen? En als dat zo is, wat hebben (bezitten) zij dan nu precies in Christus?
Deze vraag werd ook besproken in het programma 'Pastorie online':
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Beste vragensteller,
Goede vragen! Eerst de vraag over wie ik het heb: inderdaad over alle gedoopte kinderen. Als ik het nog iets strikter zeg: alle verbondskinderen. Want ook voor hun doop geldt al dat ze erbij horen. Daarom worden ze juist gedoopt. Dit is ook de lijn van antwoord 74 van de Heidelbergse Catechismus. We moeten jonge kinderen dopen omdat “zij alzowel als de volwassenen in het verbonds Gods en in Zijn gemeente begrepen zijn.” Ze horen dus allemaal bij God en zijn door de Heere aan Hem verbonden, al hebben ze daar niets van verdiend. Omdat ze bij Hem horen, zijn ze verplicht om Hem te dienen. Ze hebben geen keus, want de Heere heeft al voor hen gekozen. De Heere vraagt van hen dat ze zich als arme zondaren aan Christus toevertrouwen en hun leven aan Hem toewijden.
Dan de vraag wat deze kinderen nu eigenlijk bezitten. Dat is een moeilijke. In het klassieke doopformulier staat dat de Heilige Geest ons tot lidmaten van Christus wil heiligen, “ons toe-eigenende hetgeen wij in Christus hebben.” Dat wordt vervolgens uitgelegd: “namelijk de afwassing onzer zonden, en de dagelijkse vernieuwing onzes levens.” Conclusie: de kinderen hebben in Christus vergeving en vernieuwing.
Tot zover is het natuurlijk niet moeilijk, maar dat wordt het wel als je hierover doordenkt. Want als je vergeving hebt, dan heb je dat toch voor altijd? En als je elke dag vernieuwd en geheiligd wordt door de Heere, stopt Hij daar toch niet meer mee? Zijn dan alle gedoopte kinderen zalig?
Nee, want het doopformulier zegt niet voor niets dat de Heilige Geest ons toe-eigent wat wij in Christus hebben. Kennelijk heb je in Christus vergeving van zonden en een nieuw leven, maar moet je het ook nog krijgen. Dat is natuurlijk heel vreemd: heb je het nu of heb je het niet?
Misschien dat een voorbeeld hierbij helpt. Als ik op bezoek ben krijg ik een kop koffie aangeboden. De koffie wordt voor mij op tafel gezet. Ik heb een kop koffie. Maar die kop koffie moet ik wel optillen, naar mijn mond brengen en doorslikken, zodat dat warme vocht in mij komt. Dat laatste doet de Heilige Geest. Hij zorgt ervoor dat ik Christus en Zijn weldaden aanneem. Wat is Zijn werk noodzakelijk! Wij kunnen immers niet geloven en we kunnen onszelf niet bekeren. En zonder het geloof zijn we zonder Christus – en buiten Christus zijn we onherroepelijk verloren! Maar wat het is dan troostrijk dat we ook gedoopt zijn in de Naam van de Heilige Geest. Hij wil het geloof in Christus werken waar wij van onszelf niet kunnen geloven, zodat we ontvangen wat we in Christus al kregen...
Zal ik dit verhaal in één zin samenvatten? Nog één keer dan antwoord 74 van de Heidelbergse Catechismus: “en dat hun door Christus’ bloed de verlossing van de zonden en de Heilige Geest, Die het geloof werkt, niet minder dan de volwassenen toegezegd wordt”.
Hartelijke groet,
Ds. T. A. Bakker
Dit artikel is beantwoord door
Ds. T.A. Bakker
- Geboortedatum:07-02-1995
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Giessendam-Neder-Hardinxveld en Sliedrecht
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: