Boom van de kennis van goed en kwaad
ds. D.M. Elsman | 5 reacties | 22-01-2024| 09:38
Vraag
Onlangs las ik in een Bijbelstudie (van ds. Glashouwer) over Genesis 3:3 het volgende: "In het midden van de hof klopt niet, want in het midden stond de boom des levens." Maar in Genesis 2:9 lees ik in de NBV21: "In het midden van de tuin stonden de levensboom en de boom van de kennis van goed en kwaad." Andere vertalingen hebben: Statenvertaling: “…en den boom des levens in het midden van den hof, en de boom der kennis des goeds en des kwaads.” NBG51: “...en de boom des levens in het midden van de hof, benevens de boom der kennis van goed en kwaad.”
Nu kan ik niet de grondtaal lezen en ben ik afhankelijk van commentaren, maar daar is weinig over te vinden. Mijn vraag is: stond de boom van kennis nu ook in het midden van de hof (naast de boom des levens) of niet?
Antwoord
Dank je wel voor je vraag. In de Hebreeuwse grondtekst lezen we in Genesis 3:3 uit de mond van Eva dat de boom in het midden van de hof stond. Wij merken op dat in vergelijking met Genesis 2:17 daar alleen sprake is van het verbod om te eten en in Genesis 3:3 ook het verbod de boom aan te raken.
God bereidt voor de mens een plaats om te wonen, de hof in Eden; midden tussen de (vrucht)bomen, “begerenswaardig om te zien en goed om van te eten” (Genesis 2:9). De mens krijgt van God de opdracht om de hof te bewerken en te onderhouden. In Genesis 2:16 en 17 komt de verhouding tussen God en de mens tot uiting: de mens mag leven uit Gods belofte naar de onderhouding van Zijn gebod. De beide bomen maken duidelijk dat (waarachtig) leven en gehoorzaamheid aan God bij elkaar horen.
Treffend is dat artikel 14 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis spreekt over “het gebod des levens” (vergelijk Romeinen 7:10). Tragisch is echter het vervolg: “het gebod des levens dat hij (de mens) ontvangen had, heeft hij overtreden, en heeft zich van God Die zijn ware leven was, door de zonde afgescheiden.” De mens wijst het Woord van God dat geloofd moet worden af, en hij verwerpt het gebod dat gehoorzaamd moet worden. Daarmee heeft hij de lichamelijke en de geestelijke dood over zichzelf afgeroepen.
Maar God heeft in Zijn liefde Zijn Eigen Zoon naar de wereld gezonden. In tegenstelling tot Adam wiens leven gekenmerkt wordt door ‘ongehoorzaamheid’ heeft Hij als de tweede Adam “in de gedaante als een mens bevonden, Zichzelf vernederd en is gehoorzaam geworden, tot de dood, ja, tot de kruisdood” (Filippenzen 2:8). Dankzij Jezus Christus is het toegesloten paradijs weer geopend, voor wie gelooft (Romeinen 5:2 ; 6:23).
In Openbaring lezen we opnieuw over de Boom des levens (Openbaring 2:7 en 22:2). Wie overwint -wie in Zijn Naam en kracht overwinnen zal tot het einde- zal Hij te eten geven van de Boom des levens, die midden in het paradijs staat. Kom, laten wij onze knieën buigen voor Hem en belijden dat Jezus Christus Heere is. Met Romeinen 6:16-18: “Weet u niet dat aan wie u uzelf als slaaf ter beschikking stelt tot gehoorzaamheid, u slaaf bent van wie u gehoorzaamt: óf van de zonde, tot de dood, óf van de gehoorzaamheid, tot gerechtigheid? Maar God zij dank: u was wel slaaf van de zonde, maar nu bent u van harte gehoorzaam geworden aan het voorbeeld van de leer waaraan u overgegeven bent. En, vrijgemaakt van de zonde, bent u dienstbaar gemaakt aan de gerechtigheid.”
Ds. D. M. Elsman
Lees ook: 'Boom des Levens in het paradijs'
Dit artikel is beantwoord door
ds. D.M. Elsman
- Geboortedatum:16-04-1961
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Rijssen
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Is er misschien een onderliggende vraag?
Wat maakt het uit waar de bomen stonden,,het is gebeurd,v de verkeerde boom,waar die ook stond
Ipv de boom des Levens
Die ze ook wisten te staan hoor