Tweeërlei kinderen van het verbond
Ds. G.A. van den Brink | Geen reacties | 24-10-2023| 16:55
Vraag
Beste ds. G. A. van den Brink. Ik heb nog een aantal vragen over de doop. Mijn eerste vraag werd ingegeven door het feit dat u voorstander zegt te zijn van de veronderstelde uitverkiezing (of beter gezegd: naar het oordeel der liefde houden wij de kinderen van gelovige ouders voor uitverkoren). (Zie: 'Veronderstelde uitverkiezing bij kinderdoop'). Mijn vraag luidt als volgt: hoe moeten wij de leer van de veronderstelde uitverkiezing/wedergeboorte (dat maakt voor de vraag niet uit) zien in het licht van het oude verbond? Niet alle Joden bleken uitverkoren te zijn. Of raak ik hier een van de verschillen tussen het Oude en Nieuwe Verbond aan?
Als in het Nieuwe Verbond alleen mensen behoren tot het genadeverbond die uitverkoren zijn, betekent dit dat u een ander standpunt inneemt dan dominee Kievit, die het boekje schreef "Tweeërlei kinderen des verbonds". Mocht het in bovenstaande vraag niet gaan om een verschil tussen het Oude en Nieuwe Verbond, is uw voorkeur voor de veronderstelde uitverkiezing dan onder meer ingegeven door wat de Heere Jezus zegt tegen Nicodemus: "U moet wederom geboren worden" (Joh. 3:3)?
Antwoord
Beste vragensteller,
Ds. I. Kievit spreekt over tweeërlei kinderen van het verbond. Dit doet hij met een beroep op de uitleg die Calvijn geeft van Genesis 17. Ik ben met de uitleg van Kievit inderdaad niet zo gelukkig. Het komt er in zijn visie op neer dat je gedoopt bent, maar dat de doop voor tweeërlei verschillende doelen wordt gebruikt, aan twee groepen van mensen wordt bediend en dat de kerk dus fundamenteel twee soorten van mensen toelaat: mensen die alleen maar uiterlijk tot de kerk behoren en mensen die er ook innerlijk toe behoren.
Of Calvijn het zo heeft bedoeld, lijkt mij aanvechtbaar. We kunnen ons echter beter op de gereformeerde belijdenisgeschriften oriënteren. Die laten niet de ruimte die Kievit zoekt. Er zijn volgens de Nederlandse Geloofsbelijdenis weliswaar twee soorten mensen in de christelijke gemeenten (ware gelovigen en schijngelovigen) maar niemand wordt áls schijngelovige toegelaten. Iedereen die wordt gedoopt, wordt gedoopt op grond van het oordeel (der liefde) dat deze persoon werkelijk en innerlijk tot het verbond behoort. Er groeien weliswaar twee soorten planten op de akker, namelijk tarwe en onkruid; maar dat is geen legitimatie om onkruid te strooien (Mattheüs 13:24-30).
Hoe lag dit in het Oude Testament? Niet anders dan in het Nieuwe. Een belangrijke tekst is Romeinen 4:11. Het sacrament van de besnijdenis is ingesteld, bedoeld en bediend als een teken dat de rechtvaardigheid van het geloof verzegelt. Het werd altijd bediend niet slechts als een teken, maar ook als een zegel. De besnijdenis vond plaats niet om het geloof te werken maar te versterken (aldus de kanttekening bij de Statenvertaling), wat inhoudt dat de besnijdenis werd bediend aan personen die (in het oordeel der liefde) rechtvaardig zijn door het geloof.
Het is veelzeggend dat de kanttekening bij Romeinen 4:11 niet allereerst in de doop of in het avondmaal, maar in de besnijdenis de essentiële structuur van alle sacramenten aanwezig ziet. Als we de betekenis van de besnijdenis verminderen, heeft dat onvermijdelijk zijn weerslag op de betekenis van doop en avondmaal. Dat moeten we niet willen.
Ten slotte vermoed je dat ik op grond van Johannes 3:3 ("tenzij iemand wederom geboren wordt") de voorkeur geef aan de veronderstelde uitverkiezing boven de veronderstelde wedergeboorte. Dat is echter niet het geval. Ik beschouw de doop als het bad van de wedergeboorte (Titus 3:5, Heidelbergse catechismus vragen 71 & 73) en als een zegel van de wedergeboorte (Romeinen 6:3-4). De Heidelbergse Catechismus vermeldt Johannes 3:5 (geboren worden uit water en Geest) als bewijstekst voor de doop (zie de teksten bij antwoord 70).
Ik ben niet voor de veronderstelde wedergeboorte, omdat ik niet veronderstel dat de wedergeboorte reeds voor de doophandeling heeft plaatsgevonden. Die veronderstelling is wel nodig om de opvatting van de veronderstelde wedergeboorte aan te hangen. Ik laat in het midden of de wedergeboorte voor, tijdens of na de doophandeling plaatsvindt (voor mijn bezwaren tegen de opvatting van Abraham Kuyper, zie 'Veronderstelde uitverkiezing bij kinderdoop').
Met hartelijke groet,
Ds. G. A. van den Brink
Dit artikel is beantwoord door
Ds. G.A. van den Brink
- Geboortedatum:05-01-1974
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Apeldoorn
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Vragen aan ds. Van den Brink kunnen tot nader bericht niet worden ingediend.
-Emeritus-predikant. Sinds september 2020 als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de TUA.
-Bekijk ook: