Een hulpe tegenover zijn
C. M. Chr. Rots - de Weger | 5 reacties | 19-12-2022| 12:00
Vraag
Wat moet je nu eigenlijk verstaan onder “een hulpe tegenover zijn”? Wij zijn al heel wat jaren getrouwd, maar ik heb het nog niet echt ontdekt. Mijn man is van huis uit erg gewend om zijn eigen boontjes te doppen en dat gaan hem prima af, daar hoef ik niet bij te helpen. Ook kerkelijk gaat hij zijn eigen gang/weg. Natuurlijk houden we van elkaar en ik was zijn kleren en kook ik met plezier. Vaak probeerde ik iets te maken wat hij graag lust, maar dat is lastig.
Thuis gewend te eten wat er is en verdeeld over veel monden, heeft hem gemaakt dat alles oké is maar nooit bijzonder. Dat mis ik weleens. Als hij moe is en ik zeg dat hij lekker vroeg naar bed kan... “nee, dan slaap ik toch niet.” Als hij niet lekker is en ik zeg, ga maar even liggen... “nee ‘t valt wel mee, eerst het werk af”, etc. Zie ik dan iets over het hoofd om hem te helpen of is dit het gewoon?
Deze vraag werd ook besproken in het programma 'Pastorie online':
Antwoord
Beste mevrouw,
Een hulpe tegenover, ofwel hoe geef je het nu vorm om de vrouw van je echtgenoot te zijn. Tja, daar is heel wat over te zeggen. Én tegelijk hangt het daarbij ook heel erg af van je eigen man/vrouw-visie. Van je eigen opvoeding, die van je echtgenoot en van de gezamenlijke verwachting van jullie huwelijksrelatie. Hebben jullie tijdens je verkeringsperiode daarover gesproken met elkaar? Zo niet, dan zou ik het alsnog maar gaan doen! Bijvoorbeeld aan de hand van een (christelijk) boek over dit onderwerp. Er zijn er meerdere, dus ik noem geen titels: kijk eerst maar eens wat bij jou/jullie past.
Is er dan niets over te zeggen? Zeker wel. En dan begin ik met: een vrouw is niet het hulpje van haar man! Dát staat er niet in Genesis 2. Er staan geen negatieve, maar juist mooie en positieve woorden over de verhouding tussen een man en zijn vrouw. Een huwelijkspartner is als een hulp tegenover. Aanvullend, meedenkend, corrigerend waar nodig, steun en toeverlaat, ‘maatje’, dát soort dingen. We kunnen ook zeggen dat een huwelijksrelatie een gelijkwáárdige relatie is: zij mag hem recht in de ogen kijken waarbij zij, net zoals hij, verantwoordelijkheid draagt voor hun vriendschap, leven, huwelijk en gezin. Dat gaat dus veel verder en veel dieper dan het verrichten van huishoudelijke taken of de partner die toch wel zijn eigen boontjes dopt. Binnen een huwelijk heeft wel iedere partner zijn en haar eigen plaats (of rol, zo je wilt). Je bént niet hetzelfde! Je bent man óf vrouw, met ieder eigen mogelijkheden, uitdagingen en beperkingen. Er zijn mannen die graag koken en er zijn vrouwen die dat graag doen.
Tegenwoordig doen mannen meer in het huishouden dan vroeger, als ik het even zo generaliserend mag zeggen, maar dat zegt niet zoveel over hun relatie zelf. Als het gaat om de (huishoudelijke) taken kun je heel goed afspraken maken: die verdeel je op een manier die bij jullie past. Zo ben je elkaar tot hulp en steun in het draaiende houden van een huishouden. Heel praktisch.
Maar investeren in een relatie vraagt àndere vaardigheden, die te maken hebben met vriendschap, liefde en dus ‘het tegenover elkaar zijn’. Met het bewust zijn of worden van het feit dat je elkaar nódig hebt, dat je elkaar niet wilt missen, dat je bij elkaar hoort. Ben je dan gelijk? Nee, wel gelijkwáárdig. Al snel komen we dan op waarden zoals gehoorzamen en ‘onderdanig zijn’. Ik wil er nu slechts dit over zeggen: Bijbels ‘onderdanig zijn’ is geen éénrichtingsverkeer, maar vraagt om wederzijds respect voor ieders eigenheid.
De vraag die je stelt is: “Zie ik dan iets over het hoofd om hem te helpen of is dit het gewoon?” Eigenlijk zijn het twee vragen en op beide is het antwoord: nee. Je ziet niet iets over het hoofd en ‘dit’ is het niet slechts! Probeer eens ànders te kijken. Hulp tegenover is méér dan hulp in de vorm van helpen. Zoals het nu in jullie relatie is lijkt het erop dat je als vrouw voortdurend gééft en dat je man ontvangt (en zelfs ‘neemt’ alsof het allemaal zo hoort te gaan). Je weet niet meer wát je nòg meer moet doen dan je al doet... nee, dat is de vraag ook niet! Vraag is wèl: hóe wil je geven en ook ontvangen. (Dus: niet wàt jij doet (alleen), maar hòè je de dingen doet (samen). Dat begint met een gesprek over jullie beider verwachtingen en behoeften te benoemen (of op te schrijven).
Om je eigen voorbeeld te gebruiken: als hij moe is, zeg je niet dat hij wel vroeg naar bed kan gaan (hoe lief het ook klinkt en zeker is bedoeld, het klinkt ook een beetje betuttelend alsof hijzelf niet weet dat vroeg naar bed gaan goed is als je moe bent), maar je vraagt hem: “Vertel eens, ik ben benieuwd naar wat je hebt meegemaakt, hoe je dag is geweest.” En daarna kun je erkenning geven door te zeggen: “Ik snap, dat je hier moe van bent geworden. Zo is het ook wel wat veel voor een dag”, of zoiets. Op die manier leer je ánders kijken naar de relatie en spreek je als gelijkwaardige partners die elkaar respecteren, waarderen en willen leren kennen op ‘zielsniveau’.
Zo zou je ook over jouw eigen dag kunnen vertellen: “Voordat we gaan slapen zou ik je graag willen vertellen dat ...” Dat is immers net zo waardevol, voor jou en voor hem! Snap je wat ik probeer te zeggen? En begrijp je nu ook een beetje wat “een hulpe tegenover” wil zeggen? Kijk, z’n schoenen kan hij zelf wel poetsen, maar een steun en toeverlaat mag jij zijn als zijn echtgenote! En omgekeerd geldt hetzelfde: eten koken doe jij, maar zíjn steun is onmisbaar in een heleboel andere zaken!
Marijke Rots
Dit artikel is beantwoord door
C. M. Chr. Rots - de Weger
- Geboortedatum:18-02-1947
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Aalten
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Marijke leverde op 25-05-2017 haar 1000ste antwoord in de vragenrubriek af.
Lees hier het jubileuminterview.
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Dar heeft niet zo te zijn zoals je beschrijft, hen aanmoedigen, stimuleren, hem bemoedigen zoveel andere dingen kun je toch wel verzinnen?
Je kunt he man op zo veel manieren tot hulpe zijn.
leuk als u zegt ga dan wat vroeger naar bed,bv
maar u ziet steeds dat de plicht hem roept
toch blijven meeleven hoor
en zeg hem ook,joh als je plichten ook morgen kunnen plaats vinden
luister dan een keer ook naar mij.
ik zeg niks van mevrouw rits hoor,dat is een kei in haar antwoorden
ik moet er opeens aan denken,het zou heel goed zijn,als elka man in verplichte dienst moet gaan.