Waarom de Heere Jezus in gelijkenissen sprak
Ds. H. D. Rietveld | Geen reacties | 11-10-2022| 09:39
Vraag
In Markus 4 zegt de Heere Jezus: “Maar tot degenen die buiten zijn, komt alles door gelijkenissen, opdat zij ziende zien en niet doorzien, en horende horen en niet begrijpen; opdat zij zich niet op enig moment bekeren en de zonden hun vergeven worden.” Hoe moet ik dit verstaan met de leer dat de mens niet tot God kan komen of uit zichzelf kan geloven? Jezus zegt hier dat hij bewust in gelijkenissen spreekt, omdat anders de mensen zich kunnen bekeren en vergeven kunnen worden. Met andere woorden, als Hij niet in gelijkenissen zou spreken en ze dus zouden begrijpen wat hij zegt, dan zouden ze wel kunnen geloven en vergeven worden.
Botst dat niet met onze leer dat iemand uit zichzelf niet kan geloven of niet in staat is te geloven? En als de mens niet in staat is uit zichzelf te geloven zoals onze leer leert, dan is het toch helemaal niet nodig om in gelijkenissen te spreken? Want zolang het ze niet gegeven wordt van God kunnen ze toch niet tot een zaligmakend geloof komen?
Antwoord
De vraagsteller leest de woorden van Christus met een leerstellige bril en komt zo tot zijn/haar vraag.
Het is waar dat het alleen de Heilige Geest is die de harten opent voor het Evangelie. Maar het is voor het goede verstaan van Jezus’ woorden beter om ze te lezen vanuit de situatie waarin ze zijn gezegd. De Heiland had juist de bekende gelijkenis over de zaaier verteld, waarin Hij op de verschillende uitwerking van het zaad had gewezen. Er zijn mensen bij wie het zaad in goede aarde valt, maar bij anderen niet. Er was geloof én ongeloof. Hij constateert dat dus. Dan verwijst Hij naar de profetie van Jesaja 6:9. In de parallelle plaatsen (Matt. 13:14 en Luk. 8:10) citeert Hij deze profetie meer letterlijk. Daarmee verwijst Hij dus naar een overeenkomstige situatie ten tijde van Jesaja. De profeet had in zijn roepingsvisioen (Jesaja 6: 9 en verder) van God de opdracht gekregen om Israël de waarheid aan te zeggen. Tegelijk kreeg hij er van Godswege meteen de waarschuwing bij dat het volk (in meerderheid) niet zou luisteren. Dat moest hem bemoedigen om er tóch mee door te gaan, ondanks alle negatieve reacties. Jezus wist Zich dus in de dezelfde situatie te verkeren. De Joden wilden naar Hem niet luisteren, al deden Zijn discipelen dat wel. Ze waren persoonlijk door Hem geroepen. De Schrift werd dus vervuld. Gods profetie aan Jesaja wordt in het Nieuwe Testament nog tweemaal geciteerd.
Dezelfde situatie is er namelijk ook aan het einde van het boek Handelingen 28:26 als Paulus met zowel het ongeloof als met het geloof van de Joden wordt geconfronteerd en hij Jes. 6:9 citeert. In zijn brief aan de Romeinen 11:8 komt hij op dat zelfde verschijnsel terug.
Het gaat kortom om de uitwerking van de Evangelieprediking, die verschillend kan zijn. Waarbij de nadruk speciaal valt op de eigen verantwoordelijkheid van de luisteraars. Zij doen namelijk geen moeite om het Evangelie beter te begrijpen, om er serieus mee bezig te zijn. Maar deze onwil is niet te verontschuldigen. Ze moeten niet doen alsof ze van de Heere Jezus nooit iets hebben gehoord of gezien. Zij zullen er eenmaal op worden aangesproken door Hem.
De gelijkenissen hebben behalve een onderwijzend karakter voor de leergierige gelovige discipelen ook een waarschuwende functie om de mensen hun onschuld te ontnemen. Datzelfde is in de Bijbel al te lezen wanneer de farao van Egypte weigert Gods volk te laten gaan. Hij heeft een hart dat in verharding voortgaat en de Heere kan dat al van te voren zeggen. En farao dan met het gevolg van zijn ongeloof treffen.
Nogmaals: het werk van de Heilige Geest wordt niet benoemd, maar is natuurlijk wel de stille kracht bij het horen van het Evangelie. Het echte horen en zien kan alleen geestelijk zijn. Hier blijkt het spanningsveld tussen Gods werk en onze eigen verantwoordelijkheid. Dat vraagt van onze kant het gebed om het te mogen verstaan opdat er een waarachtig geloofsleven mag komen. Spreek, Heere, want Uw knecht hoort!
Ds. H. D. Rietveld
Lees ook:
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. D. Rietveld
- Geboortedatum:06-11-1947
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Nijkerk
- Status:Actief
Bijzonderheden:
emeritus