Werkwoordstijden vertalen vanuit Hebreeuws
Herziene Statenvertaling | Geen reacties | 13-07-2022| 09:40
Vraag
Ik las Psalm 4 in zowel de Herziene Statenvertaling als de De Nieuwe Bijbelvertaling (NBV). Nu vielen mij meteen de verschillen op. Bijvoorbeeld: “Geef mij ruimte als ik belaagd word” (NBV) tegenover “In benauwdheid hebt U ruimte voor mij gemaakt” (HSV). Hoe komt men tot twee totaal verschillende soorten opzet?
Het NBV-vers verwoordt een gebed -vooraf- en het HSV-vers spreekt al van de verlossing, achteraf. Het voelt een beetje als: “Help mij met mijn examen Heere” of “Dank dat U mij met m’n examen geholpen hebt.” Voelt u het verschil dat ik duidelijk wil maken?
Dit is slechts één van de verschillende voorbeelden die mij in verwarring brengen over wat wellicht in de grondtekst zelf staat, want dat weet ik niet omdat ik die niet ken. Begrijpt u mijn wantrouwen tegenover zoveel vertalingen/weergaven en om de beste ervan te kiezen in eigen kracht?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Ik kan me goed voorstellen dat dit verwarring geeft. Laat me proberen uit te leggen wat het onderliggende probleem is.
Het Hebreeuws is een heel andere taal dan het Nederlands. In het Nederlands kennen we bepaalde werkwoordstijden zoals de verleden tijd, tegenwoordige tijd, toekomende tijd, enz. Het oud-Hebreeuws kent dat niet. In plaats van werkwoordstijden kent het Hebreeuws o.m. een onderscheid tussen voltooide handelingen (perfectum) en onvoltooide handelingen (imperfectum). In veel gevallen verwijst een voltooide handeling naar iets in het verleden, maar dat is lang niet altijd het geval. Voltooide handelingen kunnen bijvoorbeeld ook in de toekomst plaatsvinden, en het moet vaak op grond van een breder tekstverband bepaald worden welk van de tijden van toepassing is.
In veel gevallen liggen de zaken heel duidelijk en is er geen twijfel aan welke tijd we moeten denken. Soms is het echter een stuk moeilijker, met name in de Hebreeuwse poëzie. Het tweede vers van Psalm 4 zou zo’n geval kunnen zijn.
Het werkwoord dat met “ruimte maken” vertaald is, is een perfectum, wat dus een voltooide handeling aangeeft. De SV en de HSV hebben hier voor de meest voor de hand liggende mogelijkheid gekozen en zijn er vanuit gegaan dat het hier om een verleden tijd gaat. Dat zou in dit geval betekenen dat de psalmist terugverwijst naar daden van de Heere uit het verleden. Hij heeft in het verleden ruimte gegeven en dat geeft de dichter moed om daar opnieuw voor te bidden.
Een aantal Hebreeuwse academici heeft echter wat moeite met het feit dat deze zin ingeklemd staat tussen andere zinnen die een wens of verzoek uitspreken. Hun argument is dat veel zinnen in Hebreeuwse poëzie in paren voorkomen waarbij beide zinnen een vergelijkbare structuur hebben. Je ziet dat bv. in Psalm 24:1-2:
De aarde is van de HEERE en al wat zij bevat,
de wereld en wie er wonen.
Want Híj heeft haar gegrondvest op de zeeën
en haar vastgezet op de rivieren.
Op grond daarvan hebben zij gesuggereerd dat een Hebreeuws perfectum ook gebruikt kan worden om een verzoek uit te spreken. Naast Psalm 4 zijn er ook andere plaatsen in de Psalmen waar zo’n vertaling goed zou passen. De NBV heeft daarvoor gekozen.
Het ligt dus nogal ingewikkeld. De Statenvertaling en de HSV hebben duidelijk voor de veiligste weg gekozen, maar de keuze van de NBV valt ook te verdedigen.
Hartelijke groet,
Reinier de Blois
Dit artikel is beantwoord door
Herziene Statenvertaling
- Kerkelijke gezindte:Divers
- Woon/standplaats:Divers
- Status:Actief