Moeite met praten over geloofsleven
C.A. Hoekman | 7 reacties | 09-06-2022| 12:52
Vraag
Ik ben een jonge vrouw uit de Gereformeerde Gemeenten en heb een paar weken geleden belijdenis gedaan. Zondags hoor ik vaak vertellen van de preekstoel hoe het in mijn leven is: een zondaar voor God geworden en de glans van de wereld is weggevallen.
Wanneer Gods kinderen (ambtsdragers) mij vragen naar mijn geloofsleven durf ik hier bijvoorbeeld tijdens een huisbezoek of belijdenisgesprek niet goed over te vertellen uit angst mezelf te bedriegen voor de eeuwigheid. Heeft u advies?
Deze vraag werd ook besproken in het programma 'Pastorie online':
Antwoord
Beste jonge vrouw,
Wat heb je veel ontvangen van onze God dat je voor Hem en voor de gemeente je jawoord uit mocht spreken. Je hebt daar met een eed beleden dat je liever, als Mozes, met het volk van God kwalijk, slecht, behandeld zou willen worden dan voor een ogenblik het genot van de zonde te hebben. Hij achtte de smaad van Christus als grotere rijkdom dan de schatten in Egypte, want hij zag op de vergelding van het loon, hij had het loon voor ogen (Hebreeën 11:25-26).
De belijdenis van Mozes en toch ook van jou? Waarom zeg ik dat zo? Lees je belijdenisvragen nog eens. Eén van de vragen was: Beloof je, door de genade van God, in de belijdenis van de zaligmakende leer, volhardend te zullen blijven en daarnaar te zullen leven en sterven? Op deze vraag is toch maar één antwoord mogelijk? Hoe het ook gaan zal, wat er ook gebeurt, ik begeer U te volgen, Heere Jezus, in leven en in sterven. Als Mozes, liever slecht behandeld met het volk van God en liever de smaad van Christus dan een leven in en met de schatten van Egypte, het zogenaamde genot van de wereld.
Het geheim van Mozes’ geloofskeus lag niet in Mozes, maar in de Heere Jezus. Mozes zag op Jezus, de overste Leidsman en Voleinder van het geloof, Die om de vreugde, die Hem voorgesteld was, het kruis heeft verdragen en de schande veracht en nu zit aan de rechterhand van de troon van God (Hebreeën 12:2). Voor Mozes hoorde het belijden, het uitkomen voor de Naam van zijn God, bij de smaad van Christus. Denk aan zijn staan voor Farao en hoe hij daar gesmaad werd om Gods Naam. Ziende op Jezus loopt hij echter met lijdzaamheid, met volharding de loopbaan die voor hem ligt.
En jij, hoe loop jij je loopbaan? Je hoort in de preek dikwijls hoe het in je leven is: een zondaar voor God geworden en de glans van de wereld is weggevallen. “Wanneer Gods kinderen (ambtsdragers) mij vragen naar mijn geloofsleven durf ik hier bijvoorbeeld tijdens een huisbezoek of belijdenisgesprek niet goed over te vertellen uit angst mezelf te bedriegen voor de eeuwigheid. Heeft u advies?”
Zou er een andere mogelijkheid zijn dan wat de geloofskeus van Mozes ons leert? Al zitten we niet in dezelfde situatie als Mozes, één zaak blijft altijd hetzelfde, we lopen onze loopbaan achter Jezus en daar hoort onlosmakelijk bij: Zijn Naam belijden! Getuige van de Heere Jezus zijn. Met je leven en op bepaalde momenten ook met je woorden. We leven na Pinksteren. Weet je nog hoe de stroom van Gods genade, Gods heerlijk Evangelie, begon? We lezen het in Handelingen 1:8: “Maar u zult ontvangen de kracht van de Heilige Geest, Die over u komen zal; en u zult Mijn getuigen zijn, zowel te Jeruzalem, als in geheel Judea en Samaria, en tot aan het uiterste van de aarde.”
Door de kracht van de Heilige Geest gaan ze straks op de Pinksterdag de Naam van hun HEERE en Heiland proclameren, bekendmaken. En wat heeft God het rijk gezegend. Het getuigen van Zijn Naam draagt vrucht, want dat is Gods wijze om zondaren te overtuigen van hun zonde en ze te brengen tot de kennis van de Heere Jezus.
Heeft u advies? Vertel eenvoudig hoe het in je leven is, aan de ambtsdragers, aan je vriendengroep. Heb jezelf er voor over, want het gaat niet om jou of mij in de eerste plaats, maar om Zijn Naam, de Naam van onze Heere Jezus Christus, al durf je misschien niet te zeggen dat je de Heere Jezus door het geloof mag kennen. Ik begrijp dat je bang kunt zijn om jezelf te bedriegen, maar breng dat maar in het gebed bij God en belijdt het heel eerlijk, maar zeg er dan ook bij: “Heere, U bent het zo waard om geprezen te worden, al durf ik het niet, ik wil het toch doen, want ik heb U lief.” Bovendien, niets zeggen geeft ook beschuldiging in je hart, omdat je Hem dan verloochent.
Toch wil ik aan dit advies noch iets toevoegen. De apostelen mochten getuigen zijn van Jezus’ lijden en sterven, Zijn opstanding en hemelvaart. En dat mochten ze door gaan geven aan verloren zondaren. Vervuld met de Heilige Geest bleef er maar één verlangen over, de Naam van hun Zaligmaker proclameren. Ze wisten van het zondaar zijn voor God en ze wisten heel goed dat de glans van de wereld allemaal niets is. Ze wisten ook dat er buiten Jezus geen leven is en geen vrede met God kan zijn. Ze hebben het bij monde van Petrus beleden op de vraag van de Heere Jezus: Wilt u ook niet weggaan? Heere, tot Wie zullen wij heengaan? U hebt de woorden van het eeuwige leven. En wij hebben geloofd en bekend, dat U de Christus bent, de Zoon van de levende God (Johannes 6:68-69).
Hun hart ging uit naar Jezus, ze wisten niet hoe het verder moest zonder Hem. En wanneer ze dan Zijn getuige mogen zijn, wat is dan de inhoud van hun boodschap? En de zaligheid is in geen Ander; want er is ook onder de hemel geen andere Naam, Die onder de mensen gegeven is, door Welken wij moeten zalig worden (Handelingen 4:12).
Wat gaf hun nu de meeste vrijmoedigheid om getuige te zijn? Dat ze wisten dat deze Jezus ook hun Zaligmaker was. Ze konden er niet van zwijgen (Handelingen 5:41-42).
Ik zeg het met schroom, maar toch zeg ik het, als zondaar voor God heb je de Heere Jezus nodig tot vergeving van al je zonden. Vlucht tot Hem. Wanneer je met al je zonden en zorgen bij Hem mag schuilen kun je niet zwijgen en ga je van Hem zingen: Komt, luistert toe, gij Godgezinden, U die de Heere van harte vreest, hoort, wat mij God deed ondervinden, wat Hij gedaan heeft aan mijn geest. Onze tranen en overtuigingen brengen niet de vergeving van onze zonden en de verzoening met God aan. Zalig worden kan alleen om Jezus’ wil, om Zijn verzoenend lijden en sterven. Ik hoop dat je dat ook hoort van de preekstoel, dat onze Heere Jezus Christus met zondaren wil eten en drinken en de nodiging uitgaat: Komt, want alle dingen zij gereed.
Verlang daarnaar, hunker naar Zijn vergeving en vindt rust in Zijn volbracht Middelaarswerk. Je hoeft niets mee te nemen dan je verloren leven en je zondige hart. Aan Zijn voeten verliest de wereld echt haar glans en mag je de bevende vinger van het geloof leggen op Zijn beloftewoord: Indien wij zeggen, dat wij geen zonde hebben, zo verleiden wij onszelf, en de waarheid is in ons niet. Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve, en ons reinige van alle ongerechtigheid (1 Johannes 1: 8-9).
Dan blijft er maar één belijdenis over: Heere Jezus, uw verzoenend lijden en sterven is het rustpunt van mijn hart en is er ook het onuitroeibare verlangen om Zijn getuige te mogen zijn.
Laat mij zijn een Godsgetuige,
sprekend van U meer en meer.
leid mij steeds door uwe liefde,
groeiend naar uw beeld, o Heer.
Hartelijke groet,
C. A. Hoekman, Kapelle
Dit artikel is beantwoord door
C.A. Hoekman
- Geboortedatum:23-09-1943
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Kapelle
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Dhr. Hoekman was ruim 40 jaar ouderling in de Ger. Gem.
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Je hebt een mooi antwoord van mijnheer Hoekman gekregen, ik zou een ervaring met je willen delen.
Waar je mee zit is erg herkenbaar voor mij.
Ik had belijdenis gedaan, getrouwd, en ja dan krijg je huisbezoek. Ik had gelezen in een boekje over huisbezoek krijgen, dat als de Heere wat heeft gegeven onder de prediking je dan eigenlijk verplicht bent dat aan de broeders mee te delen! En daar zat Ik nu mee! Wat moet ik zeggen en waar moet ik beginnen? Ik liep voor mezelf al jaren met een gesloten mond, alleen toen we verkering kregen heb Ik iets gezegd, tegen mijn toekomstige vrouw dat ze eigenlijk op de tweede plaats zou komen. En dan ieder haar huisbezoek, en niet kunnen spreken! En toch vol te zitten! Het bracht me iedere keer weer in de nood als we vermeld stonden voor huisbezoek. En weet je wat er gebeurde? We kregen huisbezoek (weer!) en tot mijn grote verwondering stelde die ouderling alleen maar vragen waar Ik ja of nee op hoefde te antwoorden! Wat viel dat mee! Ik heb later wel eens gezegd: die ouderling heeft me leren praten! Dat wens Ik jou van Harte toe!
Leg je worstelingen en onmogelijkheden maar bij de Heere neer! Bij Hem is raad!
Hartelijk gegroet!
Dhr. Hoekman zegt terecht: "Het geheim van Mozes’ geloofskeus lag niet in Mozes, maar in de Heere Jezus." Wij verwachten het zo vaak van ons gevoel, van ons ervaren (bevindingen). Maar het geloof is gelukkig niet afhankelijk van ons, of van ons gevoel, of van onze ervaring. Anders zouden we het geloof weer kwijt zijn als we het niet zouden voelen. Geloven is juist op God vertrouwen wanneer je God niet ervaart. Omdat de zekerheid in het geloof is, heeft de gelovige zekerheid! En God schenkt dat enkel uit genade.
Dhr. Hoekman schrijft ook: " al durf je misschien niet te zeggen dat je de Heere Jezus door het geloof mag kennen." Hier wil ik eigenlijk dezelfde opmerking aan toe voegen: Gods genade is niet afhankelijk van jouw kennen of ervaren. Als jij je zonden en tekorten bij God brengt en het Hem belijdt, wil Hij het jou vergeven. Dat belooft Hij Zelf in Zijn Woord! En God is de Énige die betrouwbaar is! En als je die genade gelovig aanneemt, zal de Heilige Geest jou Jezus steeds beter leren kennen. Dat je je een zondaar voor God voelt, en dat de glans van de wereld af is, dat werkt de Heilige Geest in jou. En God laat niet los hetgeen Zijn hand begon. Geloof God, geloof Zijn beloften, die zonder onderscheid aan iedereen verkondigd wordt. Ik wil nog een mooi citaat van Spurgeon met je delen. Het kan voor jou als jonge GG-vrouw misschien wat onwennig overkomen om dat te horen, omdat de boodschap in de GG toch wel vaak andersom klinkt, in de vorm van een 'voorwaarde' dat je eerst genoeg zondekennis en berouw moet hebben voordat je tot Christus mag gaan. (Gelukkig lees ik daar in het antwoord van Dhr. Hoekman niets van terug) Het citaat van Spurgeon luidt: "Berouw zal u niet op Christus doen zien, maar het zien op Christus zal u berouw geven."
Jezus heeft aan het kruis betaald. Toen is alles volledig afgehandeld. Jij hoeft niets meer mee te brengen, je hoeft alleen maar te belijden en God op Zijn Woord te geloven. Dat klinkt makkelijk, en dat is het eigenlijk ook. Maar er zal wel veel op af komen. Satan wil jou namelijk helemaal niet kwijt, dus die zal jou laten denken dat je jezelf bedriegt. Bedenk dan dat satan de vader der leugens is, en God een rechtvaardige, maar ook liefdevolle Vader is, die niet liegen kán! Helaas kan het zo zijn dat je in de prediking zoveel nadruk hoort leggen op jezelf bedriegen voor de eeuwigheid, dat je op jezelf teruggeworpen wordt in plaats van uitgedreven te worden naar Christus. Ga niet in jezelf graven naar kenmerken of bevindingen, maar vlucht naar Christus! Hij heeft ook voor jou betaald aan het kruis, en dáárom kan God rechtvaardig zijn en toch jou als zondaar Zijn genade schenken.
Ik hoop dat hetgeen ik aanhaal over voorwaarden, teruggeworpen op jezelf enz. helemaal niet van toepassing is. Maar omdat ik weet dat het in de GG regelmatig voorkomt, denk ik dat het goed is om die kant ook te belichten.
Zeer herkenbaar en is mijn ervaring ook. Ik had dat vroeger ook en hield toen mijn kiezen op elkaar terwijl mijn innerlijke bijna dreigde door te breken. Tegenwoordig is men van mening dat een gelovige zo veel moet kunnen vertellen. Een ambtsdrager die kennis van zaken heeft en geestelijk de rechter en het linker hand kan onderscheiden is het stil zwijgen een bekende taal. Soms is men instaat om te spreken naar je hart en dan wordt het zwijgen soms doorbroken. Misschien dat ik (toen) ook een gebrekkige gelovige ben maar wil wel opmerken dat ik maar weinige kinderen van de Heere heb ontmoet waar ik banden voelde en iets los liet van mijn innige leven(worstelingen, verheugingen etc.). Maar weet wel...hoeft niet! Opwas is belangrijk en misschien dat je later en dan wel op een bescheidener manier het werk van de Heere wel mag verklaren en misschien wel zonder dat je het door heb....uit het hart gegrepen. En dan toch de vraag of die anderen je daadwerkelijk ook zullen begrijpen of erin zullen herkennen.
Val op je knieën en vraag Hem je zonden te vergeven.
Vlucht naar Hem toe, dan kan je je nooit vergissen.
Ik ben bij het uitgaan van de kerk al vergeten waar het precies over ging!
Ik heb bijna 7 kruisjes en ik vind het erg.
Ik kan echt geen gesprek met iemand hebben over de preek.
Trouwens ook niet over het geloof.
Ik ben best wel vergeetachtigheid maar dit wil ik helemaal niet.
Opschrijven kan ik ook niet.
Ik luister heel goed, dat wel. Vind het dikwijls jammer als er amen wordt gezegd.
Ik weet het dus ook niet.
Hartelijke groet van mij!
Ik ben bij het uitgaan van de kerk al vergeten waar het precies over ging!
Ik heb bijna 7 kruisjes en ik vind het erg.
Ik kan echt geen gesprek met iemand hebben over de preek.
Trouwens ook niet over het geloof.
Ik ben best wel vergeetachtigheid maar dit wil ik helemaal niet.
Opschrijven kan ik ook niet.
Ik luister heel goed, dat wel. Vind het dikwijls jammer als er amen wordt gezegd.
Ik weet het dus ook niet.
Hartelijke groet van mij!
Ze werden dagelijks begenadigd, met manna hemels brood verzadigd.
Niet voor de hele week, maar voor elke dag.
De Israëlieten verzamelde per dag, behalve op vrijdag dan. U kunt iedere keer weer in de Bijbel opnieuw bemoedigt worden.
U hoeft geen verantwoording tegen je mede kerkleden te geven, ook niet tegen dominee of kerkenraad, maar alleen tegen de Heere.