Hagar en Ismaël met vrijwel lege handen weggestuurd
Ds. H. Korving | 1 reactie | 07-06-2022| 10:12
Vraag
Toen Abraham de slavin Hagar met hun zoon wegstuurde, gaf hij haar brood en water mee. (Genesis 21: 14). Was dat niet erg karig of hard(vochtig) voor a. een vader en b. iemand die zo rijk was? Had hij niet een ezel om op te rijden, een dienstmeisje enz. mee kunnen/moeten geven? Of was dit een straf voor het optreden van Hagar en/of Ismaël?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Een interessante vraag. Daar had ik nog niet eerder over nagedacht. Maar Calvijn gelukkig wel. Hij schrijft bij deze tekst: “Welk een geringe teerkost gaf hij echter zijn vrouw en haar zoon mee! Een kruik met water en een brood legt hij op haar schouders. Waarom laadt hij niet op zijn minst een ezel met een weinig levensonderhoud? Waarom geeft hij niet tot begeleiding een van zijn knechten mee, daar er toch in zijn huis een grote menigte van deze was.”
Kortom, Calvijn stelt dezelfde vraag als jij en jij dezelfde vraag als Calvijn. Wat dat betreft ben je dus in goed gezelschap ;-)
Dan zijn we benieuwd naar zijn antwoord. “Maar de Heere heeft of zijn ogen gesloten zodat het niet in hem opkwam wat hij meer dan gaarne zou gedaan hebben, of hij heeft met dat doel hun leeftocht beperkt dat zij zich niet ver van hun huis zouden neerzetten. Want zonder twijfel zou hij hen tot naburen begeerd hebben, opdat hij hen in de diensten die zij nodig hebben, zou kunnen bijstaan.”
Dat is een interessante kijk op deze dingen. Geef ze weinig mee, dan blijven ze in de buurt en dan kan ik ze alsnog waar nodig helpen. Calvijn hield dus wel rekening met het vaderhart van Abraham die het bovendien Hagar niet onnodig moeilijk wilde maken.
Maar dan vervolgt de reformator uit Geneve: “Intussen wilde God dat de wegzending zo hard en droevig zou zijn, opdat hij door dit voorbeeld de trotse mensen schrik zou inboezemen, die door de gaven die zij genieten verbijsterd, de genade waaraan zij alles danken met hun trots zouden wegcijferen.”
Een beetje moeilijke zin misschien, maar deze wegzending -en op deze manier- diende dus als een afschrikwekkend voorbeeld voor trotse mensen.
Vergeet ondertussen twee dingen niet.
1. Dat er een duidelijke scheidslijn gehandhaafd moest blijven tussen Izaak en zijn nageslacht enerzijds en Ismael en zijn nageslacht anderzijds. Gods verbondslijn die uitloopt op het ontstaan van het volk Israel en de komst van de Messias loopt uitsluitend en zuiver via Izaäk, en als Abraham geneigd is om die twee lijnen toch maar een beetje door elkaar te laten lopen en naast elkaar te laten bestaan, dan moet op een scherpe manier die scheidslijn getrokken worden. Bovendien: de aanleiding was dat Ismael Izaak bespotte – en daarmee bespotte hij Gods weg met Abraham en Izak. Maar God laat niet met Zich spotten.
2. Het lijkt alsof Hagar en Ismael ‘met (vrijwel) lege handen’ worden weggestuurd, maar er is ook voor Ismael een rijke goddelijke belofte (Gen. 21:13). Omdat ook hij een zoon van Abraham is, blijft God aan hem denken en hem op een bepaalde manier zegenen.
Lees ook: 'Beloften voor Ismaël'
Kortom, dwars door het menselijk handelen heen -waar wij onze vragen bij kunnen stellen- gaat God Zijn gang door het leven van Abraham, maar ook van Hagar en Ismael.
Ik hoop je vraag op deze manier te hebben beantwoord en hiervoor moet je mij dus niet bedanken maar vooral Calvijn.
Hartelijke groet,
Ds. H. Korving
Lees ook: 'Hagar en Ismaël'
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Korving
- Geboortedatum:01-12-1954
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Urk
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Ds. Korving ging in november 2021 met emeritaat.
Lees ook het artikel dat Refoweb met ds. Korving had n.a.v. zijn boek 'Taal en teken'.
En kijk/luister: