God in mijn leven maar toch zonden blijven doen
C.A. Hoekman | 3 reacties | 24-12-2021| 10:25
Vraag
Ik wil graag antwoord van een dominee of ouderling uit de Gereformeerde Gemeenten. Ik ben een meisje van 17 jaar. Ik heb bijna jaar geleden heel erg getwijfeld en zag het leven niet meer zitten. Voor die tijd leefde ik ook totaal niet met God. Ging wel naar de kerk etc. maar er gebeurde verder niks. Toen kwam God in mijn leven. Hij verhoort mijn gebeden, ik krijg onderwijs van Hem. Maar ook durf ik het vaak niet te zeggen dat Hij in mijn hart werkt omdat ik ook nog steeds zonden doe. Hoe kan ook Hij zo’n zondig mens als ik vergeven? Ik wil ook weten hoe ik hier mee om kan gaan en kan leven zoals God het wil. Dat vind ik heel erg lastig.
Ik zit ook nog met een ander vraag: mijn menstruatie is heel heftig. Ik ben naar de huisarts geweest hier voor en mag aan de pil beginnen. Maar ik vind het heel moeilijk om de keuze te maken of ik dat wel wil. God heeft de menstruatie bedacht, mag je het dan wel stoppen? Maar de pijn kan ik ook niet verdragen...
Deze vraag werd ook besproken in het programma 'Pastorie online':
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Beste jonge vrouw,
Wat een eerlijke ontboezeming. Zo maar iets van je intiemste gevoelens met een ander delen. Ik denk dat er veel jongeren (en ouderen) in meer of mindere mate iets bij zichzelf herkennen van je vraag. Een jaar geleden heb je heel erg getwijfeld en zag je het leven niet meer zitten. Voor die tijd leefde je totaal niet met God. Je ging wel naar de kerk etc., maar er gebeurde verder niks. Toen kwam God in je leven. Hij verhoort je gebeden en je krijgt onderwijs van Hem. En dan komen er vragen. Je durft vaak niet te zeggen dat God in jouw hart werkt, omdat je nog steeds zonden doet. Hoe kan God zo’n zondig mens als jou vergeven? Je wilt weten hoe je daar mee om kan gaan en kan leven zoals God het wil. Je vindt dat heel erg lastig.
Misschien is het goed om eerst nog eens even terug te kijken in je leven. Vóór dat God in je leven kwam, leefde je totaal niet met God. Hij was er echter wel, maar je negeerde de God van het Verbond. Met je gedoopte voorhoofd ging je aan je Schepper voorbij. Waarom deed je dat toch? Zorgde Hij niet voor je? Vertrouwde je Hem niet? Had je Hem niet nodig? Kon je je leven zelf wel regelen? Je zat met open oren in de kerk en je hoorde niet! Waarom toch? Hij wilde jouw God zijn en op je voorhoofd kon je lezen: je hoort bij Mij, kom! Overdenk dat allemaal en geef dan eerlijk antwoord aan de HEERE. Dat leven was echt heel erg lastig. Eigenlijk is het veel erger. Het was levensbedreigend. Leven zonder God. Met een gedoopt voorhoofd!
En dan? Is het geen wonder dat God jou niet liet gaan, maar dat Hij nog eens nadrukkelijk aan de deur van je hart klopte. Waar ben je, meisje? Ik denk aan Adam en Eva in het paradijs. Ze waren weggekropen voor God. Waarom? Ze waren ongehoorzaam geweest aan de HEERE God, hun Maker. Ze zondigden uitdrukkelijk tegen Gods gebod om niet te eten van de verboden boom. Hun onschuld verdween als sneeuw voor de zon en ze werden bang, Misschien is bangheid (angst) wel het meest ontredderende gevolg van de zonde. Ze kunnen en durven de HEERE God niet meer onder ogen te komen en daarom kruipen ze weg (Gen. 3:7-8). Herken je er iets van in jouw leven?
En dan de reactie van onze God. Laat Hij Zijn mens nu los? Je hebt nadrukkelijk en vrijwillig Mijn gebod overtreden, dat wist je, nu voltrek Ik mijn vonnis. Ten dage als je daarvan eet, moet je sterven (Gen. 2:17), dus... Ik begrijp heel goed dat Adam en Eva bang waren, maar ik begrijp niet dat de HEERE God het verdiende vonnis niet uitvoert. Kun jij het begrijpen? Hoor je Gods roep? Adam, waar ben je? “Ik ben bang, HEERE, en ik vreesde, want ik ben naakt, daarom verborg ik mij.” Wie heeft je te kennen gegeven, dat je naakt bent? En dan laat God zien dat Hij het hart van Adam, maar ook jouw en mijn hart kent. Hebt u van die boom gegeten, waarvan Ik u geboden hebt, dat u daarvan niet eten zou (Gen. 3: 9-11)? Adam en Eva moeten met hun zonde voor de dag komen, geen uitvluchten meer, erkennen en belijden, eigen schuld. Bang , want nu zal het vonnis volgen. Er is voor Adam en Eva geen herstel van de relatie met hun HEERE en God mogelijk. Ze kunnen beloven zoveel ze willen, ze kunnen elkaar de schuld geven, de breuk is definitief.
Definitief? Onze onmogelijkheden, zijn Gods mogelijkheden!! God belooft Zijn Zoon te geven tot een verzoening van onze zonden. Lees Gen. 3:15 maar eens. En in de gave van Zijn Zoon, onze Heere Jezus Christus, snijdt Hij al onze zelfverlossingpogingen af.
Meisje met je gedoopte voorhoofd, waar ben je? Toen je het leven niet meer zag zitten en je erg twijfelde, en je totaal niet met God leefde, een kerkganger en verder niks. Toen je wegkroop voor God en ook wel eens bang was. Heb je van die boom gegeten? God kent immers je hart. Trouwens, waar kun je op rekenen als je zonder God leeft? Ik hoef dat voor jou niet in te vullen, je weet het zelf heel goed. Zondares! En toch, meisje, waar ben je? Toen kwam God in je leven en kon je niet meer verder op de oude voet. Voltrok Hij toen het verdiende vonnis over jouw leven? Wat deed de HEERE God? Ik lees het in je vraag. Hij verhoort mijn gebeden, ik krijg onderwijs van Hem. Onbegrijpelijke goedheid en genade van God.
Heerlijk onderwijs van de Heilige Geest. Dan is het verder toch goed? Of verlang je naar meer? Meer geloofszekerheid dat Hij in mijn hart werkt, meer geloofszekerheid dat Hij zo’n zondig mens wil vergeven. Meer kracht om tegen te zonde te strijden en te leven zoals God wil.
Ik denk dat je hier vragen stelt waar veel jongere maar ook oudere christenen mee tobben. Soms denk ik wel eens, lezen we de Bijbel wel goed? Veel te veel vanuit onze eigen situatie van leven en geloof en veel te weinig vanuit Gods bedoeling, vanuit Gods hart. En dan kom ik toch weer terug op Gods spreken in het paradijs, direct na onze zondeval. Zegt de HEERE God tegen Adam en Eva dat ze goed hun best moeten doen om het weer goed te maken met hun Maker? Beslist niet. Zegt Hij, Ik weet wel dat je gezondigd hebt, maar Ik zal je wel helpen, zodat het weer goed komt? Ook dat niet. God openbaart iets nieuws. Gods mogelijkheid in onze onmogelijkheid. De weg naar de vrede met God en de vergeving van onze zonden is nooit meer te verdienen, zoals in het paradijs. Het is nu pure genade. Onverdiend maar wel verkrijgbaar.
Hoe? Alleen door het geloof in de Heere Jezus Christus (Hand. 16:31). Het is advent, tijd van uitzien en verwachting naar de komst van de Heere Jezus. Weet je wat je ziet wanneer je in de kribbe van Bethlehem kijkt? Het Kind van Bethlehem, zeker. Maar we kijken verder, in het Kind in de kribbe kijken we tot in het hart van God. Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verderve (niet verloren ga), maar het eeuwige leven hebbe (Joh. 3:16).
Gods hart is opengegaan in de gave van Zijn Zoon voor zondaren zoals jij en ik. En wat zegt de heilige God dan van Zijn Zoon? Deze is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb; hoort Hem! (Math. 17:5). Hoe kan God zo’n zondig mens als ik vergeven? Naar de Heere Jezus luisteren met heel je hart. Hoe? Niet door jezelf op te knappen en zo rechtvaardig voor God te worden. Maar met al je zonden en zorgen te vluchten tot Jezus. Komen zoals je bent. Jij en ik, we hebben niets te verliezen, en bovendien, we doen nog steeds zonden, elke dag. Zullen we samen naar Jezus luisteren?
Hoe kwam de melaatse tot Jezus (Math. 8)? Melaats van hoofd tot voeten. En zei Jezus ga maar weg, je bent te vuil? Hoor wat Hij zegt: Ik wil, word gereinigd! Hoe kwam Bartiméüs tot Jezus (Markus 10)? Zo blind als hij was. En zei Jezus ga maar weg, je bent te blind? Hoor wat Hij zegt: Ga heen, uw geloof heeft u behouden. Hoe kwam de moordenaar aan het kruis tot Jezus (Lukas 23)? Als een misdadiger, die geen tijd meer had om zichzelf op te knappen, maar die wel zijn strafwaardigheid beleed vanwege zijn zonden. Maar die ook zei van Jezus: Deze heeft niets onbehoorlijks gedaan. Hij zag in Jezus de enige mogelijkheid van redding. En hij zei tot Jezus: Heere, denk aan mij, als U in Uw Koninkrijk zult gekomen zijn. Denk aan mij, meer niet. En zei Jezus, te laat, je hebt de mogelijkheid gehad, maar je hebt niet gewild. Maar wat een Heiland is onze Heere Jezus Christus, wat een liefde, wat een ontferming. Hoor wat Hij zegt: Voorwaar, zeg Ik u, heden zult u met Mij in het paradijs zijn.
Begrijp je nu dat God in de gave van Zijn Zoon al onze zelfverlossingspogingen afsnijdt? Het is de Heere Jezus helemaal of het is niets. Gods weg van vrede loopt over de kruisheuvel Golgotha. En daarom is Jezus’ verzoenend sterven alleen het rustpunt van ons hart. Stop er mee om in jezelf te wroeten. De vraag is niet of Hij wel in je hart werkt omdat je nog steeds zonden doet. De vraag is ook niet of Hij zo’n zondig mens wel kan vergeven.
De vraag is: wat denk je van deze Jezus? Waar moet je met al je zonden naar toe? Hoort wat God tegen jou zegt: Deze is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb; hoort Hem. Ga in de rij staan met de melaatse, met Bartiméüs, met de moordenaar aan het kruis en met zoveel andere zondaren die hun zaligheid hebben gevonden in de Heere Jezus. Wil je Gods vrede ervaren? Zie op Hem tot vergeving van al je zonden. Dan mag je Jezus volgen en van genade leven.
Ik las een mooi citaat van Luther over de Heere Jezus: “Ik, Christus uw Heiland, wijs u de kortste weg: Kom slechts tot Mij, belijd uw armzalige, verkeerde, verknoeide leven, en dat u een zondaar bent die reeds veroordeeld is. Dit zijn de leerlingen die Ik zoek! Die mensen roep Ik tot Mij! Met mensen die gezond zijn heb Ik niet van doen. Met rechtvaardigen en vromen heb Ik geen omgang. Mijn Rijk is een Ziekenhuis waar Ikzelf de Arts ben. Daarom, wie gezond wil worden en vrede in zijn geweten en rust voor zijn ziel zoekt, die moet niet overal heenlopen, naar deze of die plaats, hij moet tot Mij komen. Wie van zijn ziekte weet en zijn zondenood voelt, is een goede patiënt voor Mijn ziekenhuis. Wie uit de grond van zijn hart hulp en troost bij Mij zoekt en gelooft dat Ik hem helpen wil, die zal Ik met blijdschap voor altijd gezond maken, zodat Hij nooit meer sterven zal.”
Wat denk je van deze Heiland? Moede kom ik, arm en naakt, tot de God Die zalig maakt, alleen om Jezus’ wil.
Hartelijke groet,
C. A. Hoekman, Kapelle
Ps: Ik kom nog terug op het laatste deel van je vraag over je menstruatie, die heel heftig is. De huisarts adviseert de pil om de pijn dragelijk te maken. De huisarts geeft dat advies met kennis van zaken en God geeft ons dan dit middel om ons te helpen. Het is voor jou een medicijn en dan mag je dat biddend gebruiken.
Dit artikel is beantwoord door
C.A. Hoekman
- Geboortedatum:23-09-1943
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Kapelle
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Dhr. Hoekman was ruim 40 jaar ouderling in de Ger. Gem.
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
https://www.alevefeminax.nl/veelgestelde-vragen
Sterkte!
En verwacht alles van Hem, Hij heeft Zijn Geest gegeven, Die Geest is ons te hulp in onze zwakheden.
Verder blijft het: Ik ellendig mens en ik dank God.