God en het kwaad
Ds. H. D. Rietveld | Geen reacties | 31-05-2021| 12:32
Vraag
Laatste tijd verdiep ik me in de zonde in de wereld. Uit verschillende lezingen en artikelen ben ik ervan overtuigd dat God niet de auteur is van de zonde. Toch treft Hij soms mensen met Zijn straffen. Vaak is er dan een ander die het uitvoert. Hij bestuurt het dan tot Zijn doeleinde zonder dat Hij het kwaad doet. Toch snap ik dat soms niet helemaal, want je zou kunnen zeggen dat Hij toch direct zelf iemand zou mogen straffen. Dat zou voor een zondig mens niet onrechtvaardig zijn en God zou daar dan toch geen kwaad of zonde mee doen? God is toch ook rechtvaardig?!
Het lijkt me alsof er twee soorten straffen zijn. 1. God straft iemand. Diegene wordt door een ander vermoord. God is niet verantwoordelijk, maar bestuurt de zondige moorddaad wel tot Zijn doeleinde: de straf. 2. God straft iemand en doet dit onmiddellijk. Of door bijvoorbeeld iets waar minder moeilijk een verantwoordelijke voor is aan te wijzen. Laten we zeggen een tsunami bijvoorbeeld. Dan kan dit toch best direct van God zelf komen? Hij is toch ook rechtvaardig. Hij zal toch ook eens rechtvaardig ieder mens oordelen. Is het –zeg maar- soms ook niet gerechtvaardigd dat God ‘het kwade’ doet? Of moeten we altijd spreken met dat ‘laagje’ ertussen: God kan absoluut geen kwaad doen. Misschien haal ik ook wat dingen door elkaar, maar goed. Ik hoop dat iemand me kan helpen hier goed over na te denken.
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Inderdaad is God nooit de auteur van de zonde. Hij kan absoluut geen kwaad doen. Dat doet de duivel en alle mensen die in zijn spoor leven. Als ik de vraag goed begrijp denkt de vraagsteller (of -stelster) dat wanneer God de zonde straft Hij daarmee iets kwaads verricht. Dat lijkt me een denkfout. Wanneer God het kwade straft doet Hij juist iets goeds, iets rechtvaardigs. Hij reageert namelijk op het kwade door recht te doen. Dat kan toch alleen maar positief gewaardeerd worden. In Openbaring 19:2 hoort Johannes de verlosten Gods rechtvaardige oordelen over een goddeloze wereld alleen maar bijvallen.
Of God het kwade dan Zelf rechtstreeks straft (denk aan bijv. Ananias en Saffira in Hand. 5:4 v ; 9 v) of via andere mensen (denk bijv. aan Elia’s doden van de Baälpriesters in 1 Kon. 18:40), door een ziekte (denk aan koning Herodes Hand. 12:23) of door een natuurramp (bijv. de zondvloed ) doet is dan van tweede orde. Het gaat om het uitroeien van de zonde respectievelijk het straffen ervan met gerechtvaardigd geweld om zo te zeggen. De middelen daarvoor zijn in Gods hand.
Dat is nog wat anders dan dat de HEERE het kwade ten goede kan gebruiken. Daar wist bijvoorbeeld Jozef van mee te praten, wanneer hij achteraf Gods leiding in zijn leven ziet (Gen. 50:20). Of denk aan Jezus’ lijden en sterven, van Wie Petrus op de Pinksterdag de Joden verwijt dat zij Hem door de vastgestelde raad en voorkennis van God hebben overgegeven aan de Romeinen en door de handen van deze onrechtvaardigen aan het kruis gespijkerd en gedood (Hand. 2:23).
We zien in de Bijbel vaak dat God het kwade tot op een bepaalde hoogte toe laat, namelijk om er toch iets goeds uit te laten voortkomen. Dat kunnen wij mensen vaak maar moeilijk plaatsen omdat wij geen totaaloverzicht hebben.
Hier nog bovenuit gaat het voor ons niet te doorgronden probleem van de oorsprong van het kwade/de zonde. Hoe kon het in de hemel gebeuren dat een hoofdengel wilde opstaan tegen de almachtige en algoede God? Mijn advies is om zulke dingen maar niet te willen doorgronden. Mozes zei al: de verborgen dingen zijn voor de HEERE, onze God, maar de geopenbaarde zijn voor ons en onze kinderen tot in eeuwigheid, om te doen al de woorden van deze wet (Deut. 29:29).
Het geloof blijft staan voor grote zaken die we aan God moeten overlaten. Hij alleen weet er raad mee. Ons denkend verstand is te klein om zulke dingen op goddelijk niveau te doorgronden. Ons past het beter om van harte in te stemmen met de woorden van Psalm 145:17, samengevat in onze berijming: De HEER’ is recht in Zijn weg en werk, Zijn goedheid kent in ’t gans heelal geen perk (grens). Of met de woorden van de rechtvaardigen in Ps. 92:15 v, die verkondigen dat de HEERE recht is en in Hem is geen onrecht.
Ds. H. D. Rietveld
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. D. Rietveld
- Geboortedatum:06-11-1947
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Nijkerk
- Status:Actief
Bijzonderheden:
emeritus