Bang voor mannen
C. M. Chr. Rots - de Weger | Geen reacties | 28-01-2006| 00:00
Vraag
Ik heb een probleem wat ik eigenlijk goed heb kunnen verbergen. Ik ben vaak bang voor mannen. In de bus ga ik het liefst naast een vrouw zitten. Als er in de kerk een jongen of een man naast me gaat zitten word ik rood en begin te zweten. Ik praat alleen maar met mijn mannelijke collega's (dokters en broeders) op zakelijk vlak. Ik ben niet bang voor mannen die ziek zijn of bejaarde mannen.
Niemand heeft het in de gaten gehad. Ze dachten altijd dat ik erg verlegen was. Tot op een keer de man van mijn nicht, die psychiater is, mij heel lang aan bleef kijken. Ik heb me nog nooit zo beroerd gevoeld en heb sindsdien mijn nicht nooit meer opgezocht. Ik wil niet dat iemand ooit weet wie ik in werkelijkheid ben. Ze zien alleen mijn kwetsbaarheid, maar mijn gevoel sluit ik af. Ik verbreek altijd een relatie of trek mannen aan om ze daarna weer af te stoten.
Mijn vraag: Kan ik ooit nog van deze angst afkomen?
Antwoord
Beste vraagstelster, Om maar met de deur in huis te vallen: jazeker kun je van deze angst af komen. Of het middels dit antwoord-op-papier gaat lijkt me wat te optimistisch, maar goed, laten we maar eens wat zaken op een rij zetten.
Je hebt je probleem goed kunnen verbergen: wees eerlijk tegenover jezelf, was dat uit angst, uit schaamte, uit verlegenheid óf zit er meer achter? Vind je dat je je problemen voor anderen moet verbergen? Ik vind het juist moedig, als je voor een probleem durft uit te komen en hulp vraagt! Goed dat je dat nu gedaan hebt. Bang voor mannen... dat is me te vaag. Ga voor je zelf na waar je bang voor bent, dat levert misschien al een handvat op. Je schrijft tenminste verderop dat je altijd relaties verbreekt. Je trekt mannen aan om ze weer af te stoten. Dat betekent dat je in ieder geval relaties hebt gehad. Ga er eens voor zitten en schrijf voor jezelf op wáárom je juist met die bepaalde man een relatie wilde en hoe komt ‘t dat het niet verder mogelijk was. Misschien leek hij wel op je vader, of had hij van die doordringende ogen net als de aangetrouwde neef. Begonnen de relaties die je hebt gehad van de kant van de mannen, hoefde je alleen er in mee te gaan, of lag er ook initiatief aan jouw kant? Waar bestond het initiatief dan uit? Hoe verliep het verder, hoelang hield de relatie stand, enz. Maak voor jezelf eens helder waar je angst precies uit bestaat: wat denk je, wat voel je, wanneer, waarom, waar hangt het eventueel mee samen?
In je werk heb je er geen last van, maar die contacten liggen ook heel anders. De zieke en bejaarde mannen hebben jou nodig voor hun verzorging, ze zijn ‘zakelijk’ van jou afhankelijk. Ook met collega’s hoef je niet meer dan ‘werk’ te delen. Prima. Schrijf ook op hoe je dat soort contacten precies beleefd. Misschien is het goed om de komende tijd een dagboek bij te houden. Stel jezelf vragen en noteer de antwoorden. Wil je zelf controle blijven houden, durf je je niet te geven (wat natuurlijk heel gewoon begint met verliefd worden)? Heeft je angst daarmee te maken? Ben je de oudste thuis, die het goede voorbeeld moe(s)t geven? Ik stel zomaar een aantel vragen die bij mij opkomen, je kunt er zelf vast en zeker veel meer aan toevoegen. Over het gezin waar je uitkomt, over de relatie met je ouders, met je broers en/of zussen. Heb je vriendinnen? En als zij een partner hebben, hoe is dan jouw houding?
Die man van je nicht, de psychiater, die houdt me bezig: had je het idee dat hij dwars door je heen keek? Dat hij een kwetsbaar meisje zag? Heeft hij iets dergelijks gezegd of zijn dat alleen jouw gedachten? Misschien denk je wel dat een psychiater alles weet? Ja, van zijn patiënten zal hij wel het nodige weten, maar dat betekent niet dat hij jou door en door kent als je op familiebezoek komt. Je ziet tegen hem op, maar bedenk dan ook dat hij wellicht nog geen kop koffie kan zetten, terwijl jij van praktisch handelen houd. Snap je wat ik bedoel? Relativeer je gedachten, vervang fantasie door werkelijkheid. Iemand die naar je kijkt, hoeveel koude rillingen dat ook kan bezorgen, wéét nog niet alles van je! En die mannen die naast je gaan zitten, wat betekenen die voor je? Als je daar nou eens naar kijkt als naar een zakelijk contact: er is geen andere plaats vrij in de kerk of in het openbaar vervoer. Dan hoef je toch niets van ze? Nou ja, in de kerk misschien een psalmboekje of bijbeltje delen. Maar een broeder die naast je zit in de kerk hoeft toch niet anders te zijn dan een broeder naast je in de koffiekamer op je werk? Zie het als zakelijk contact. In de bus kun je je zover mogelijk van iemand afdraaien, daar zijn de contacten helemaal vluchtig. Ga dus na, wat er met je gebeurt waardoor het zweet je uitbreekt. Berusten je gedachten op reële waarheid of gaat je fantasie met je op de loop? Zogenaamde irreële gedachten kunnen je aardig van je stuk brengen. Probeer ze te vervangen door nuchtere waarheden, zoals: “bij de volgende halte stap ik uit”, “de kerkdienst duurt maar een uurtje”, en die psychiater: “ach, die man keek naar mijn mooie ogen, volgende keer kijk ik gewoon terug”. Je zult zien dat je bij dergelijke gedachten je tegelijk beter gaat voelen.
En nu deze zinnen: ik wil niet dat iemand ooit weet wie ik in werkelijkheid ben. Ze zien alleen mijn kwetsbaarheid, maar mijn gevoel sluit ik af. Weet je dat er Eén is die je kent? Kun je troost vinden in bijvoorbeeld de Opwekkingsversie van Psalm 139 Heer, U bent altijd bij mij, U legt Uw handen op mij, U bent voor mij en naast mij en om mij heen elke dag? Hij helpt je, ook om te worden die je in werkelijkheid bent: een lieve jonge vrouw. Juist door je kwetsbaar op te stellen kun je leren om met je gevoelens om te gaan in plaats van ze (krampachtig) te verbergen.
Ik weet niet of je iets aan dit antwoord hebt. Misschien is het een aanzet om met iemand die je vertrouwt -of een deskundige- te gaan praten. Je kunt op woensdagavond anoniem chatten met iemand van Eleos via Refoweb en natuurlijk mag je mij ook nog eens mailen via Refoweb.
Nog even wil ik terug komen op de woorden "óf zit er meer achter", die ik in het begin gebruikte: het kan namelijk zijn dat je angst voor mannen een diepere achtergrond heeft, dat je -ik zeg het netjes- met ongewenste intimiteiten geconfronteerd bent geweest. Schroom dan niet, maar zoek professionele hulp!!
Ik wens je toe, dat je open bloeit en dat je een lieve jongen ontmoet die bij je past. Met wie jij ook over je bang-zijn kunt praten en voor wie jij je gevoelens zelfs niet meer wÃlt afsluiten!
Groet, Marijke Rots
Dit artikel is beantwoord door
C. M. Chr. Rots - de Weger
- Geboortedatum:18-02-1947
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Aalten
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Marijke leverde op 25-05-2017 haar 1000ste antwoord in de vragenrubriek af.
Lees hier het jubileuminterview.
Bekijk ook: