Eerst geloof, daarna komt levensverandering
Ds. G.A. van den Brink | 2 reacties | 14-12-2020| 16:09
Vraag
Hoe weet je nu dat het de goede kant op gaat in geestelijk opzicht? Soms denk of hoop ik dat er wat gebeurt. Al een poosje voel ik meer aandrang en een soort van liefde tot God, pijn als ik zondig en heb weleens hoop dat Hij nog naar mij zou willen omzien. Ik heb psychisch veel doorstaan en nog worstel ik daar mee en ook met bepaalde verleidingen, vooral verleidingen die me afleiden van het gewone leven maar spanning geven zoals films/series en zo.
Vorige week ben ik gestopt met iets wat echt niet goed voelde nadat ik het toch een paar keer keek. Ook met mijn partner heb ik die strijd gedeeld en op zijn advies vergeving aan God gevraagd. Maar nu weet ik bijvoorbeeld vandaag al weer de hele tijd dat ik een bepaalde film toch ga opzoeken en hoop ik sneller alleen te zijn om dat te kijken. En dan voelt het ook hypocriet om hulp te vragen, want ik weet dat ik het (stiekem) toch even opzoek.
En daarna weer goede voornemens en probeer ik spijt te hebben. Maar echte spijt voel ik niet. Dat kan toch niet als je liefde tot God zou hebben? Ik worstel psychisch ook met veel zaken en weet dus niet wat wat is. Ik schakel vaak ook mijn gevoel uit. En het echte berouw voelen moet volgens mij heftiger zijn. Hoe voel ik dat zonder te veinzen? Ik weet dat het niet om het gevoel (alleen) gaat, maar soms was mijn verlangen naar God zo sterk de afgelopen tijd dat het mij hoop gaf en zoekend naar God.
Antwoord
Beste vragensteller,
Je worsteling is oprecht, maar volstrekt verkeerd gericht. Het doet denken aan wat Paulus zegt over de Joden: ze hebben een ijver tot God, maar zonder inzicht (Rom. 10:2). Ik krijg de indruk dat jij probeert om goed te leven en daarvoor Gods genade nodig hebt. In theologische taal: Gods genade is nodig om jou bij de wet te brengen. Maar het is precies andersom: de wet is nodig om je bij Gods genade te brengen.
Zoals je nu bent, ben je welkom bij God. Met je verlangen en je zonden, met je pogingen en mislukkingen, met je gevoel en je verleden, met je spijt en gebrek aan berouw. Je kunt een leven lang bezig blijven op je huidige manier, maar nooit bereik je het stadium dat je zeker weet dat het allemaal echt geestelijk is, zuiver en onbevlekt. Sterker nog: als jij je geloof en vrijmoedigheid alleen maar baseert op je eigen geestelijke toestand, ben je bezig genade te proberen te verdienen. En dat kan nooit.
Wat dan wel? Ga naar God, belijd je toestand, erken je dubbelhartigheid, en vertrouw op Zijn belofte. Hij belooft aan ieder die tot Hem komt, genade (Hebr. 11:6). Wie ook maar tot Christus komt, wordt niet uitgeworpen (Joh. 6:37). Je moet niet tot God gaan mét genade, maar óm genade.
Eerst is er geloof, daarna komt er levensverandering. Pas als je weet dat God jou in Christus heeft aanvaard, kun je verleidingen te lijf. Keer die volgorde niet om, want dan kom je nooit bij God terecht. Maar als je vandaag tot Hem gaat op grond van Zijn eigen nodiging, ben je van een zoeker een vinder geworden.
Met hartelijke groet,
Ds. G. A. van den Brink
Dit artikel is beantwoord door
Ds. G.A. van den Brink
- Geboortedatum:05-01-1974
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Apeldoorn
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Vragen aan ds. Van den Brink kunnen tot nader bericht niet worden ingediend.
-Emeritus-predikant. Sinds september 2020 als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de TUA.
-Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Vóór het geloof zijn er geen vruchten.
Vóór de rechtvaardig van een GODDELOZE, is er geen enkele heiliging mogelijk.
Daarom, ga in op Zijn beloften met je... ja écht, met je goddeloosheid en zonden!
Wanneer ons doen en laten afhankelijk is van het verkrijgen van genade, dan kan er geen mens tot God bekeerd worden en zouden wij kunnen roemen in onze werken.
Gelukkig is het vrije genade en zullen hier de goede werken als liefdedienst uit voortvloeien. Door Gods genade wil je proberen te leven op de manier die Hij van ons vraagt, hierin blijf je struikelen, maar hierdoor besef je wel dat je blijvend Zijn genade nodig hebt en dit brengt een zondaar op z'n knieën en geeft dat je hier op aarde steeds een bedelaar blijft, die God steeds dankt voor Zijn genade,want het is de genade die je elke dag weer nodig hebt om te kunnen leven.