Afwijzing bij jeugdvereniging kerk
C.A. Hoekman | 3 reacties | 02-12-2020| 12:45
Vraag
Met pijn in mijn hart schrijf ik deze vraag/dit verhaal. Waarom is er in mijn kerkelijke gemeente (Gereformeerde Gemeenten) zoveel afwijzing en worden er zulke hoge eisen gesteld (aan mij als persoon) om er bij te mogen horen? Waarom worden jongeren die zich van kerkelijke activiteiten afzijdig houden genegeerd? Waarom wordt er nooit aan hen gevraagd: “Joh, waarom kom je niet?” Ik weet dat meestal sprake is van niet willen, maar dit is niet altijd het geval. Bij mij was er geen sprake van niet willen, maar niet durven i.v.m. afwijzing, haat en soms zelf pestgedrag. Ik voelde me bang, verdrietig en onveilig op de Jeugdvereniging. Dit maakt mij erg verdrietig, omdat de kerk een plaats hoort te zijn waar mensen geaccepteerd worden. Bij mij is dit helaas niet het geval. Als je niet aan het ‘normale’ plaatje voldoet hoor je er niet bij.
Dit herken ik echter ook op het gebied van ambtsdragers. Ze weten dat ik momenteel psychische hulp krijg. Ze hebben beloofd mee te leven, maar ik heb nog nooit wat van hen gehoord. Daarnaast merk ik ook dat er geen gebed in de gemeente is voor hen die het psychisch moeilijk hebben en jongeren die geen aansluiting binnen de gemeente vinden. Al jong kreeg ik hiermee te maken. Toen ik in de tweede klas van de middelbare school zat en naar JV wilde gaan, voelde ik dat niet welkom was op JV. Ik werd niet geaccepteerd. De jongeren negeerden mij, betrokken mij niet bij hun gesprekken en sloten me buiten. Dit leidde er toe dat ik niet meer naar JV ging. In de derde klas (toen ik naar de +14 mocht) wilde ik het echter opnieuw proberen. Maar helaas voelde ik deze keer weer de afwijzing. Elke keer gingen de meiden op JV met de rug naar me toe staan, mocht ik niet deelnemen aan hun gesprek en voelde ik dat ik duidelijk niet welkom was. Ik ging steeds meer aan mezelf twijfelen. Ben ik niet leuk genoeg? Is er wat mis met mijn kleren? Is mijn uiterlijk niet goed genoeg? Na vier JV-avonden bezocht te hebben, waar dit ritueel zich elke keer herhaalde, besloot ik -met pijn in mijn hart- niet meer te gaan. Ik was niet welkom.
Twee jaar later besloot ik naar de +16 te gaan. Ik wilde zo graag deel uitmaken van de gemeente en er ook bij horen. De eerste paar keer waren op zich wel leuk. Ik zei niet veel in gesprekken, vond het gezellig, maar ik kon best vaak niet naar JV omdat ik op vrijdagavond andere dingen had. Dat vond ik jammer. Het tweede jaar besloot ik echter weer te gaan, maar dat viel vreselijk tegen. Ik was niet welkom, ik voelde me niet meer gezien. De mensen met wie ik redelijk op kon schieten waren allemaal van JV af. De mensen die me altijd buiten sloten, hoge eisen stelden en me het gevoel gaven dat ik er niet mocht zijn waren overgebleven. Het buitensluiten en negeren herhaalde zich weer. Ik wilde niet meer naar JV. Ik voelde me niet meer welkom en gezien. Na twee avonden besloot ik echter niet meer te gaan. Nooit werd er aan mij gevraagd: “Joh, waarom kom je niet meer?” Vorig jaar besloot ik het echter nog één keer te proberen. De hele avond heeft er letterlijk één iemand een gesprekje met me gevoerd. Verder niemand. Ik voelde me niet welkom en gezien op JV. Dit doet zoveel pijn, want binnen een kerk hoort er onderlinge liefde te zijn. Ook waren er binnen de JV vriendengroepen. Als je niet bij een hoorde, lag je er buiten en hoorde je er niet bij.
Tijdens de coronatijd ging de JV-leiding bij iedereen (die in de jv-app zat) langs om een presentje te brengen. Ik zat ook nog in deze app, maar ik heb nooit wat gekregen. Ik hoorde later dat mensen die ook maar één keer geweest zijn dat jaar, wel wat gekregen hebben. Het gaat mij echter niet om het presentje, maar om het gebaar, om het teken dat je er ook bij hoort en dat je je gezien voelt binnen de gemeente. Dit was voor mij de druppel die de emmer overdeed lopen. Ik ben er helemaal klaar mee. Waarom zijn de mensen binnen mijn kerkelijke gemeente zo hard, zo wreed, zo op zichzelf gericht? Waarom is er geen oog voor jongeren die na een paar keer niet meer naar JV komen? Ik heb me altijd eenzaam, verdrietig en onbegrepen op JV gevoeld. Waarom is er zoveel afwijzing tegen mij geweest binnen de kerk? Waarom werd ik niet gezien? Waarom is er nooit naar mij gevraagd. Waarom zijn er nooit mensen geweest die me het gevoel gegeven hebben er ook bij te horen.
Deze ervaringen hebben ertoe geleid dat ik heel negatief ben gaan denken over mensen binnen de Ger. Gem. en zelfs ben gaan twijfelen aan het bestaan van God. Als Hij liefde is, waarom laat Hij mensen mij dan zoveel pijn doen? Bidden en bijbellezen doe ik niet meer omdat het niet helpt. Ik heb al zo vaak om verbetering gebeden. Om heel eerlijk te zijn heb ik diep in mijn hart al met God gebroken. Als christenen zo zijn, hoe is God dan wel niet? Als mensen (ook kinderen Gods) je zo veroordelen, buitensluiten en negeren, hoe moet God dan wel niet zijn?
Antwoord
Beste jongere,
Ik heb je noodkreet gelezen en het doet me pijn dat je zo beschadigd bent, dat je door al deze negatieve ervaringen zelfs bent gaan twijfelen aan het bestaan van God. Bidden en Bijbellezen doe je niet meer, het helpt toch niet. Je hebt al zo vaak om verbetering gebeden. Diep in je hart heb je al met God gebroken. Je conclusie: als mensen (ook kinderen Gods) je zo veroordelen, buitensluiten en negeren, hoe moet God dan wel niet zijn?
Ik begin bij je laatste vraag: hoe moet God dan wel niet zijn? Hoe God is? Ik neem je mee naar Jeruzalem, naar Bethesda, het badwater met zijn vijf zalen, zuilengangen waar de zieken lagen (Joh. 5:1-15). Een compleet ziekenhuis, met zijn zieken, blinden, kreupelen en verlamden, wachtend op de beroering van het water door een engel. De zieke die na de beroering van het water eerst daarin kwam werd genezen, aan welke ziekte hij ook leed. Begrijp je de spanning voor al die zieken? Zouden ze deze keer de eerste zijn? En hoe moet dat als je verlamd bent en je hebt geen mens (vs. 7a)? Dan lig je zo maar 38 jaar ziek te zijn, zonder uitzicht, want je hebt geen mens. Niemand let op je, niemand helpt je. Je bent genegeerd, buitengesloten, veroordeeld, zelfs door kinderen van God!
Hoe God is? Kijk naar de Heere Jezus! Zie je de Zoon van God gaan, onze Heere Jezus Christus? Zou Hij daar ‘toevallig’ zijn? Let er eens op dat Jezus naar Jeruzalem gaat om Zijn liefste werk te doen, zieken genezen en ellendigen helpen. Niet het paleis is zijn doel, maar het ziekenhuis. Niet de koning, maar de bedelaar, de tobber. Jezus zag deze zieke en wist dat hij al lang als een verlamde op bed lag, als een hulpeloze. Wat denk je? Zou Jezus aan deze zieke voorbijgaan? Hoor je het? Wilt u gezond worden (vs. 6)? Heere, ik heb geen mens, om mij in het badwater te werpen, wanneer het water beroerd wordt (vs. 7). Een ander is mij altijd voor en dat al 38 jaar! Ik wil wel genezen worden, maar ik heb geen enkele goede vriend(in), die me wil helpen. Zelfs die genezen zijn, kijken nooit meer naar me om. Niet één mens heb ik. Jezus zei tot hem: Sta op, neem uw bed op, en wandel. Hij zag me en ging niet voorbij, Hij genas me.
Hoe God is? Kijk naar de Heere Jezus!
Waarom begin ik met deze ontroerende geschiedenis? Omdat je noodkreet mijn verlangen om je te helpen, overstijgt. En omdat ik weet dat mensen je veel pijn kunnen doen, door woorden en daden. Maar boven alles omdat ik weet en vast geloof dat God, om Jezus’ wil, mensen die tot Hem komen met al hun zonden en zorgen, nooit verwijten maakt, maar mild geeft (Jak. 1:5).
Met als uitgangspunt wat ik hierboven al heb geschreven, wil ik toch proberen op enkele vragen en opmerkingen uit je vraag/verhaal concreet in te gaan.
Je ervaart afwijzing in jouw kerkelijke gemeente (Ger. Gem.), er worden hoge eisen gesteld (aan jou als persoon) om er bij te mogen horen. Jongeren die zich afzijdig houden van kerkelijke activiteiten, omdat ze meestal niet willen, worden genegeerd. Bij jou was dat niet zo, jij wilde wel, maar durfde niet. Je was bang voor afwijzing en voor pestgedrag. Je vond geen aansluiting, de jongeren sloten je buiten en betrokken je niet bij hun gesprekken. Eigenlijk was er niets wat je fijn vond en waar je jezelf aan kon optrekken. Al jouw pogingen stranden op onbegrip en uitsluiting. En dat ging zo op alle JV’s die je bezocht. Conclusie: dan moet je wel stoppen. Alleen het stoppen voor jou is één grote frustratie geworden, zoals ik het begrijp. Eén grote afkeer ook tegen je gemeente. Omdat je datzelfde gedrag ook bij ambtsdragers herkende.
Het gemakkelijkst is nu voor mij om te zeggen: dat is gedrag dat christenen onwaardig is, dus jij kunt er niets aan doen. Maar dan blijf jij met je frustratie en afkeer zitten. Daarom, is het niet mogelijk dat je met een leidinggevende van de JV+16 een gesprek aangaat en dit allemaal met hem bespreekt? Zo ook met een ambtsdrager, misschien je wijkouderling?
Waarom ik dit zeg? Ik denk dat het goed voor je is om het allemaal eens uit te spreken aan het adres van hen, die je, naar jouw mening, het meest pijn hebben gedaan. Waar was u, ambtsdrager, leidinggevende, toen ik kopje onder ging? Dat mag je uitspreken. Een gesprek biedt soms een opening om verder te gaan en tegelijk is er ook de ruimte voor hoor en wederhoor. Is het een idee om dat met je hulpverlener te bespreken en eventueel samen met je hulpverlener deze gesprekken aan te gaan?
Al je negatieve ervaringen met mensen (christenen) hebben geleid tot twijfel aan het bestaan van God. Gevoelens van afwijzing en er altijd buiten te staan zijn moordend voor een geestelijk en biddend leven. Als christenen al zo zijn, wie is dan hun God wel niet? Al wijzen mensen je af, God wijst je nooit af, als je met al je zonden en ellenden, tot Hem gaat om hulp en redding.
Hoe God is? Kijk naar de Heere Jezus. Hij stond stil bij een hopeloos ziekbed en genas, iemand die geen mens had. Zou de Heere Jezus bij jou stil willen staan? Je bent welkom bij Hem, zoals je bent. Al je frustratie en afkeer mag je bij Hem brengen. Laat je negatieve gevoelens door Hem breken. Jij kunt het niet en misschien wil je het ook wel niet. We kunnen ons zelf koesteren in zelfmedelijden, ik herken dat.
Je kunt niet je negatieve gevoelens vasthouden en tegelijk met heel je hart om verlossing bidden. Het is zo bevrijdend bij Hem uit te huilen en te zeggen wat je tegen anderen nog nooit hebt gezegd. Hij nodigt je: Komt tot Mij, allen die vermoeid en belast bent, en ik zal u rust geven (Math. 11:28). Geloof je dat?
Hartelijke groet,
C. A. Hoekman, Kapelle
PS: Heb je vervolgvragen, dan ben ik beschikbaar om je een luisterend oor te bieden. Je kunt me bereiken via vragen@refoweb.nl voor mijn persoonlijk emailadres.
Dit artikel is beantwoord door
C.A. Hoekman
- Geboortedatum:23-09-1943
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Kapelle
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Dhr. Hoekman was ruim 40 jaar ouderling in de Ger. Gem.
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
God is niet verandert! God is liefde en staat met open armen je op te wachten!
het zijn de menselijke maatstaven die jou het leven zuur maken
laat je daardoor niet weerhouden om God lief te hebben boven alles - en iedereen!!
Wat droevig dat je dit hebt meegemaakt. Ik herken me (gedeeltelijk) in jouw situatie. Ik hoorde er vroeger op school niet bij, en in de kerk werd ik door de meiden van mijn leeftijd helaas ook buitengesloten. Er werd niet of nauwelijks ingegrepen door de jeugdleiding, hoewel zij dat zeker hebben kunnen zien. Ik begrijp je boosheid en teleurstelling over de kerk. Als ik terugdenk aan het buitensluiten, dan voel ik soms ook boosheid en verontwaardiging richting de kerk waar ik uit kom.
Ik lees ook dat je (vanwege deze ervaringen) moeite hebt om nog in (een liefdevolle) God te geloven. Daar wil ik graag even op in gaan. (Meneer Hoekman heeft al een mooi antwoord gegeven, maar misschien kun je ook nog iets aan mijn reactie hebben.)
Dat wat mensen jou aangedaan hebben, is niet een afspiegeling van hoe God is. God is liefde en houdt echt van ons, ook van jou. In 1 Johannes 4:7-8 staat “Geliefden, laten wij elkaar liefhebben, want de liefde is uit God; en ieder die liefheeft, is uit God geboren en kent God. Wie niet liefheeft, kent God niet, want God is liefde.” De houding van de JV tegenover jou klopt zéker niet met de Bijbel, en met hoe God graag zou willen dat een christelijke gemeente functioneert.
Jij vraagt: “Als Hij liefde is, waarom laat Hij mensen mij dan zoveel pijn doen?” Ik kan daar niet een volledig antwoord op geven, ik weet ook niet alles. Maar hier een vraag voor jou: Had God de mensen uit jouw gemeente moeten dwingen om met jou om te gaan en belangstelling voor jou te tonen? Was die belangstelling dan wel echt geweest? Had je je dan echt welkom gevoeld?
Ik snap de pijn van afwijzing, en het verlangen naar liefde en belangstelling van anderen. Maar die liefde en belangstelling kunnen alleen echt zijn, als het vrijwillig is, en niet gedwongen. Ondanks de pijn van het niet erbij horen vroeger, besefte ik dat het niet de oplossing zou zijn om mensen te verplichten om met mij om te gaan, want dan zou het alsnog niet van harte zijn. Echte liefde en vriendschap kunnen niet afgedwongen worden, maar kunnen alleen vrijwillig, in vrijheid ontstaan, anders is het niet echt gemeend. God heeft ons mensen vrijheid gegeven, om Hem en onze medemensen in vrijheid echt lief te hebben. Maar helaas wordt die vrijheid vaak verkeerd gebruikt. Mensen zijn ook niet in staat om lief te hebben, als ze niet weten wat liefde is, en nooit liefde ervaren hebben. Gelukkig zet God daarom de eerste stap, zoals 1 Johannes 4:19 zegt: “Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst liefgehad heeft.” Alleen door Gods liefde (en liefde van mensen om ons heen) kunnen wij God en onze medemensen echt liefhebben.
Zoals meneer Hoekman al zei in zijn antwoord: Gods liefde kunnen wij zien in de Heere Jezus. 1 Johannes 4:9 zegt het ook mooi: “Hierin is de liefde van God aan ons geopenbaard, dat God Zijn eniggeboren Zoon in de wereld gezonden heeft, opdat wij zouden leven door Hem.” Ik hoop dat jij dat ook zult gaan zien. Misschien zou je heel 1 Johannes 4 eens kunnen lezen.
God is ook “de God van alle vertroosting, Die ons troost in al onze verdrukking, zodat wij hen kunnen troosten die in allerlei verdrukking zijn, met de vertroosting waarmee wij zelf door God getroost worden.” (2 Korinthe 1:4) Wat wij meemaken in ons leven is niet altijd fijn en leuk, maar ook uit negatieve en verdrietige ervaringen kunnen we vaak dingen leren. Juist door deze ervaringen, zul je anderen in een (vergelijkbare) moeilijke/eenzame situatie misschien beter kunnen begrijpen. Misschien heb je daar momenteel niet zoveel aan, omdat je nu genoeg hebt aan je eigen pijn en verdriet, maar misschien zul je later anderen (in zo’n situatie) juist wel beter kunnen ondersteunen, omdat jij met hen mee kunt voelen.
Ik wens jou Gods troost en liefdevolle nabijheid toe.
Ps. Mocht je behoefte hebben aan contact, dan mag je aan refoweb mijn mailadres vragen. Ik ben begin twintig (net iets ouder dan jij, vermoed ik).