Heilig Avondmaal aanpassen tijdens coronacrisis
C.A. Hoekman | Geen reacties | 25-09-2020| 13:11
Vraag
Aan iemand van de Gereformeerde Gemeenten. Wat een voorrecht om weer geregeld in de kerk te mogen komen, of anders de diensten digitaal te beleven. Ook is het sacrament van de doop meerdere keren bediend. Ten aanzien van het Heilig Avondmaal wordt dringend geadviseerd dit niet te houden: “Wij dringen erop aan om de wijze waarop in onze gemeenten altijd het Heilig Avondmaal bediend wordt niet in deze richting (met meerdere bekertjes) bij te stellen. Uitstel van het houden van het Heilig Avondmaal is dan meer op zijn plaats.”
Ik kan niet begrijpen dat de Ger. Gem. het gebod van de Heere om Zijn dood te blijven gedenken zo eenvoudig aan de kant schuift, omdat het in gaat tegen “dat wat we gewend zijn.” In zoveel bijbelgetrouwe gemeenten wordt op dit moment (of al eerder!) het avondmaal met meerdere bekertjes gevierd. Hoe kan het zijn dat ons kerkverband, dat altijd zo nauw het gebod van de Heere wil opvolgen, zo makkelijk hieraan voorbij gaat? Zijn wij niet geroepen ons eigen (kerkelijke!) vlees te kruisigen en Christus na te volgen?
Een bedroefde jongvolwassene.
Antwoord
Beste jongvolwassene,
Om maar met de deur in huis te vallen en met je laatste vraag te beginnen. Ik ben het van harte met je eens: we zijn geroepen ons eigen (kerkelijk!) vlees te kruisigen. Niet één keer, maar elke keer opnieuw. Misschien zijn we wel te veel geneigd om in de voortzetting van onze eigen kerkelijke tradities te denken, dan in echte Bijbelse lijnen en opdrachten. Ik zeg dit omdat ik daarvan iets bij mezelf ontdek. Tradities voelen veilig en vertrouwd aan, terwijl Gods Woord ons soms voor radicale keuzes plaatst, die onveilig kunnen aanvoelen. Vanuit deze opmerking wil ik proberen een Bijbels antwoord te geven.
Vanwege de coronacrisis ligt er een advies om de wijze van Avondmaalsviering niet bij te stellen in de richting van het gebruik van (meerdere) bekertjes. Ik denk ook, met jou, dat dit advies te gemakkelijk is. Zou een noodsituatie een noodoplossing niet verantwoord kunnen maken? Ik denk alleen maar aan onze kerkdiensten. De gehele gemeente komt niet meer bij elkaar, terwijl er toch een opdracht ligt om de onderlinge bijeenkomsten niet na te laten (Hebr. 10:25). We accepteren in de huidige situatie een aanpassing van deze Bijbelse opdracht, niet heel de gemeente, maar een gedeelte (om de beurt) komt fysiek naar de kerk. Bovendien accepteren we dat de andere gemeenteleden dan meeluisteren en meekijken. Wie had een jaar geleden kunnen denken, dat we dit zouden accepteren, ja zelfs er blij mee zouden zijn?
We zijn blij dat de Woordverkondiging, ondanks de beperkingen, weer doorgaat. Ook kan er weer gezongen worden, al is het ingetogen. Het zingen is immers een onmisbaar onderdeel van de eredienst. Ook het sacrament van de Heilige Doop wordt weer bediend aan onze kinderen, al is het ook met coronaregels omgeven. Toch zijn we blij dat we het weer mogen horen en zien: God zal Zijn waarheid nimmer krenken, maar eeuwig Zijn verbond gedenken (Ps. 105:5). Je moet er toch niet aan denken dat de Heilige Doop niet meer bediend zou (kunnen) worden? Fundamenteel ontbreekt er dan een gegeven opdracht van de Heere Jezus aan Zijn gemeente. Het teken en zegel van Zijn genadeverbond en Zijn doorgaande trouw zien we dan niet meer. Dat kan en mag niet wanneer we bij het Woord van God willen leven. Ik kom dan tegelijk bij mijn bezwaar, waarom dan wel het ene sacrament, de Heilige Doop, onder ons bedienen, maar niet het andere sacrament, het Heilig Avondmaal?
Ik weet van het voornaamste ingebrachte bezwaar. De Heilige Doop kan bediend worden, ondanks de beperkingen, op dezelfde wijze als voor de coronacrisis. Het gebeurt voor in de kerk, het doopvont is er, maar vooral de doophandeling met de plechtige doopformule is hetzelfde gebleven: in de Naam van de Vader, van de Zoon en van de Heilige Geest. Terwijl er bij de bediening van het Heilig Avondmaal één duidelijk verschil met de wijze van viering vóór de coronacrisis is: de beker gaat niet meer rond onder de aanzittende gasten, hoewel de Heere Jezus het gezegd had: ”Drinkt allen daaruit” (Matth. 26:27).
Dit is een Woord van God, die we niet zomaar terzijde mogen schuiven. Hier passen ook geen exegetische vondsten. Toch... is deze reden zo doorslaggevend dat het Heilig Avondmaal niet meer bediend kan worden? In het Heilig Avondmaal zijn er de uitwendige tekenen, die een inwendige zaak bedoelen en uitbeelden. Brood en wijn, en dan bedoel ik niet het stukje brood en het teugje wijn op zich. Het gaat in dit sacrament om het gebroken brood en de vergoten wijn, heenwijzend naar het gebroken lichaam en het vergoten bloed van onze Heere Jezus Christus. Het gebroken brood, dat de dominee zichtbaar voor de hele gemeente breekt (met de armen hoog) en de vergoten wijn wat de dominee zichtbaar voor de hele gemeente in de beker schenkt.
Na het gebed in het Avondmaalsformulier staat het zo mooi: ”Opdat wij dan met het waarachtig hemelse brood Christus gespijzigd mogen worden, zo laat ons met onze harten niet aan het uiterlijke brood en wijn blijven hangen; maar onze harten opwaarts in den hemel verheffen, waar Jezus Christus is, onze Voorspraak, ter rechterhand Zijns hemelsen Vaders, waarheen ons ook de Artikelen van ons Christelijk geloof wijzen; niet twijfelende, of wij zullen zo waarachtiglijk door de werking des Heiligen Geestes met zijn lichaam en bloed aan onze zielen gespijzigd en gelaafd worden, als wij het heilige brood en drank tot zijn gedachtenis ontvangen.”
Dus niet aan de uiterlijke tekenen (brood en wijn) genoeg hebben, maar onze harten opwaarts in de hemel verheffen, waar Jezus Christus is. De uitwendige tekenen brengen ons dan door de werking van de Heilige Geest bij de betekenende zaak: Christus liet Zijn lichaam breken, en vergoot Zijn bloed voor... mij.
En dat tot Zijn gedachtenis (Luk. 22:19)! Alle uitwendige vormen zijn dan ondergeschikt en wijzen naar Hem alleen. Zijn verzoenend lijden en sterven overdenkend, tot Zijn gedachtenis.
Hoe? Lees het Avondmaalsformulier vanaf het ”Ten andere, laat ons overdenken” tot het gebed voor de bediening van het Heilig Avondmaal. Dan zie ik door het teken van het gebroken brood, wat ik mag eten, mijn Zaligmaker, Jezus Christus, voor mijn zonden lijden en sterven. De toorn van God, waaronder ik eeuwig had moeten verzinken, voor mij wegdragen en mijn vervloeking op Zich nemen, om mij met Zijn zegening te vervullen. Dan klinkt het: ”Het is volbracht”, ook voor mij. In verwondering overdenken. Dan zie ik ook door het teken van de vergoten wijn, wat ik mag drinken, Mijn Zaligmaker, Jezus Christus, Zijn hartelijke liefde en trouw jegens mij bewijzen en verzekeren. Ik voor u, daar u anders de eeuwige dood had moeten sterven. In aanbidding overdenken. En dat alles even zeker, als een ieder dit brood, en deze beker hem gegeven wordt, en u die tot Mijn gedachtenis eet en drinkt.
Is nu alles wat ik heb aangehaald vanuit Gods Woord en het formulier niet meer van toepassing wanneer ik het gebroken brood niet ontvang uit de hand van de predikant, maar van een aangereikte schaal moet nemen? Ook niet wanneer ik niet van de vergoten wijn uit de beker drink, maar uit een aangereikt bekertje?
Ik zeg het heel voorzichtig, is het stukje brood wat ik aangereikt krijg, niet gebroken in het brood dat de predikant zichtbaar voor de hele gemeente heeft gebroken? En is het teugje wijn wat ik aangereikt krijg, niet vergoten in de wijn die door de predikant zichtbaar voor de hele gemeente is vergoten in de beker? De aanzittende gasten ontvangen dan daarna een stukje van hetzelfde brood en drinken van de dezelfde wijn uit het ontvangen bekertje. Op deze wijze denk ik dat voldoende tot uitdrukking komt dat de tafel des Heeren (1 Kor. 10:21) wordt aangericht, zichtbaar voor de hele gemeente en drukt het uit dat de hemelse Gastheer Zijn aanzittende gasten begeert te ontmoeten om hen de doen delen in Zijn volbrachte offerande aan het kruis, maar ook om als de opgestane Levensvorst gemeenschap met hen te oefenen.
Je moet er toch niet aan denken dat het Heilige Avondmaal niet meer bediend zou (kunnen) worden? Fundamenteel ontbreekt er dan een gegeven opdracht van de Heere Jezus aan Zijn gemeente. Het teken en zegel van Zijn genadeverbond en Zijn doorgaande trouw zien we dan niet meer. Dat kan en mag niet, wanneer we bij het Woord van God willen leven. Doet dat tot Mijn gedachtenis is niet vrijblijvend en er mag niet te gemakkelijk aan worden voorbijgegaan. We zouden allemaal graag zien dat we naar oude normaal terug konden keren, maar persoonlijk denk ik dat dit nog wel eens langere tijd zou kunnen duren. En dan geen Heilig Avondmaal vieren en ongehoorzaam zijn aan Christus’ liefdesbevel? Ik weet dat het advies gegeven is met een bloedend hart. Er is een noodsituatie en roept om een noodoplossing, met de nadruk op nood. Maar ook met de nadruk op Zijn liefdesbevel om tot een Bijbelse en waardige oplossing te komen. Doet dat, zo dikwijls als gij die zult drinken, tot Mijn gedachtenis (1 Kor. 11:25).
Ik las een mooie toepassing van een schriftuitlegger, die ik graag doorgeef. “Het is niet zonder betekenis, dat onze Meester de maaltijd van Zijn gedachtenis instelde, juist op de avond waarop de Israëlieten de uittocht uit Egypte gedachten. Maar het is ook niet zonder betekenis, dat Hij dit deed in de nacht waarin Hij aan de ondergang werd prijsgegeven. Juist toen heeft Hij het zo met nadruk van de Zijnen gevraagd om Hem te blijven gedenken. En zou iemand die zich met Hem verbonden mag weten, dat dan ooit vergeten? Als een stervende vader aan zijn kind vraagt: ”Kind, als ik er straks niet meer ben, zou je dan voor mij nog iets willen doen?” Kan die stervende vader dan iets anders verwachten dan dat dat kind doet wat vader vraagt? In de laatste nacht vroeg onze Meester: “Kind, zul je aan Mij blijven gedenken?” En welk echt kind kan dat vergeten?” (Ds. C. den Boer, 1 Kor. 11).
Ik hoop en bid dat Gods kinderen zo verlangen, als een echt kind, om aan Zijn tafel Zijn liefdesgemeenschap te mogen ervaren. Komt tot de bruiloft, want alle dingen zijn gereed. Hij wil met Zijn gemeente eten en drinken, zoals Hij het als een erfenis nagelaten heeft, totdat Hij komt.
Hartelijke groet,
C. A. Hoekman Kapelle
Dit artikel is beantwoord door
C.A. Hoekman
- Geboortedatum:23-09-1943
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Kapelle
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Dhr. Hoekman was ruim 40 jaar ouderling in de Ger. Gem.
Bekijk ook: