Bediening in Gods Koninkrijk
N. J. van Dooijeweert-Van der Slikke | Geen reacties | 13-08-2019| 15:19
Vraag
Aan meneer en/of mevrouw Van Dooijeweert. Ik heb een vraag over roeping en bereidheid voor een bediening in Gods Koninkrijk. Ik ben een jonge vrouw van ergens in de 20 jaar. Acht jaar geleden ben ik tot geloof gekomen en nu mag ik met de Heere leven. Ik werk in de zorg en ik ben betrokken bij het evangelisatiewerk in mijn gemeente. Mijn diepe verlangen is om te getuigen van Gods grootheid en genade. De hele wereld moet het weten! De Heere geeft me iedere dag meer en meer een brandend hart voor Zijn dienst. Ik ben er van overtuigd dat ieder mens geroepen is om te getuigen in zijn levenswandel, richting de mensen om hem heen. Dit is ook mijn gebed van iedere morgen, dat ik een stralend lichtje mag zijn in de donkere dagen en de donkere tijd waarin we leven. Stralend van Gods grootheid, liefde en trouw. Niet omdat ik goed ben, absoluut niet, maar alleen maar omdat God goed is.
Ik verlang er naar dat er een herleving komt in Nederland. Ik geloof dat het kan. Ik geloof dat God zo groot is dat Hij dat kan doen. Wat zou het heerlijk zijn, als er zoveel meer mensen tot geloof zullen komen! Ik worstel soms met de vraag of God mij roept voor een fulltime bediening elders in Zijn Koninkrijk. Of het nu in Nederland is, of in het buitenland. Ik ben soms bang dat ik geroepen word, maar dat ik de stem van God daarin niet versta. Dus dat Hij me roept, maar dat ik het niet begrijp en dat ik niet gehoorzaam ben aan Zijn roepstem.
Eerst had ik deze worsteling vaker. De laatste tijd heb ik er wat meer rust over, omdat ik weet dat God, die mij duidelijk riep uit de duisternis tot Zijn wonderbaar licht, Zijn wil ook zal openbaren als Hij me wil uitzenden. En als God dat niet wil is dat ook goed. Dan zal mijn plek hier zijn, op de plaats waar ik nu ben. Toch overvalt het me soms nog en ben ik bang dat ik Zijn stem niet zal verstaan of juist anders zal interpreteren en dat ik dan zal denken en handelen buiten Zijn wil.
Ook twijfel ik soms of ik wel écht bereid ben om alles op te geven voor God. Ik krijg meer en meer het idee dat ik ‘losgeweekt’ word van mijn betaalde baan. Ik heb echt een mooie baan, maar ik kan me niet voorstellen dat ik daar nog jarenlang werk en ik kan me ook niet voorstellen dat ik naar een andere soortgelijke baan zou gaan als ik weg zou gaan op mijn huidige werkplek. Wat dat betreft, daar ben ik niet zo aan gehecht. Ik woon in een leuk klein huisje op mezelf. Een heel fijn plekje, maar ook dat is iets waar ik niet zo aan gehecht ben. Familie en vrienden, dat is lastiger. Maar die zitten in mijn hart. De wetenschap dat mijn Vader en hun Vader Dezelfde is, is een enorme bemoediging. Spulletjes vind ik ook niet zo belangrijk.
Iets wat ik wel heel erg spannend zou vinden, is het opgeven van mijn financiële zekerheid. Een beetje tegenstrijdig misschien met wat ik net vertelde over mijn baan, want waar ik mijn baan best zou kunnen opgeven, vind ik het opgeven van financiële zekerheid iets heel spannends. Maar die twee zijn toch echt aan elkaar verbonden. Het opgeven van die financiële zekerheid zou betekenen dat ik echt in volledige overgave en volledig vertrouwen op God mag/moet leven. Natuurlijk weet ik dat ik mijn huidige baan ook van God heb gekregen en dat ik dit werk helemaal niet zou kunnen doen zonder de zegen en de aanwezigheid van God, maar nu heb ik toch nog het gevoel dat ik mezelf kan voorzien in mijn levensonderhoud. Bij het opgeven hiervan en het volledig leven in afhankelijkheid van God (en anderen, op het gebied van geld etc).
Vaak spreek ik de woorden uit naar de Heere uit Jesaja 6:8. Als de Heere vraagt wie Hij zal zenden. En waar Jesaja die mooie veelzeggende woorden uitspreekt: “Zie, hier ben ik, zend mij.” Dan wil ik echt leven voor de Heere met alles wat ik heb. Om hem te dienen met wat ik van Hem kreeg. Maar vaak komen dan ook de twijfels. Wat als de Heere me echt roept? Dan moet ik echt gehoorzaam zijn, want dat heb ik beloofd. Maar wat dan? Waar moet ik heen? Hoe moet het allemaal? Ik voel me als Petrus die over het water liep. Zolang zijn blik gericht was op Jezus, liep hij over het water en deed hij iets wat eigenlijk onmogelijk was. Maar toen hij keek naar de golven en naar de sterke wind, begon hij te zinken. Zolang ik mijn oog en hart gericht houd op de Heere, kan ik ‘lopen op het water’ maar als ik kijk naar de omstandigheden, dan loop ik de kans om te verdrinken.
Het is misschien een warrig verhaal geworden, maar ik hoop dat u begrijpt wat ik bedoel. Ik weet dat het enige antwoord op mijn vragen en op mijn worstelingen bij de Heere ligt, dat Hij de enige is die mij het juiste kan leren en Zijn wil kan openbaren. Maar mijn vraag is, of u mijn worstelingen begrijpt of herkent, of u hier ook iets van ervaren hebt en of u mij hieruit iets wilt leren of me kan bemoedigen.
Hartelijke groet en Gods Zegen, een jonge zuster in de Heere.
Antwoord
Aan mijn jonge zuster in de Heere.
Wat een wonder dat je de Heere hebt leren kennen en Hij je hart brandend gemaakt heeft om van Hem te getuigen en met Hem te leven. Inderdaad zijn we geroepen om van Jezus te getuigen. En om een licht te zijn. De Heere kan zeker een reveil geven in ons land. Voor Hem zijn geen dingen onmogelijk. Maar wij als christenen worden opgeroepen om daar voor te bidden en als een lichtend licht in de wereld te staan.
Als de Heere je roept dan zul je ook hierin Zijn stem verstaan! Let dan ook op hoe de Heere de weg in je leven leidt. “Merk op mijn ziel, wat antwoord God u geeft.” Er zijn een paar dingen waar je op moet letten.
Maak onderscheid tussen verlangen en roeping. Verlangen is geen roeping. Verlangen om in Gods Koninkrijk te werken of roeping om in Zijn Koninkrijk te werken, zijn twee afzonderlijke dingen. Vaak begint de Heere met verlangen te geven, interesse in het werk. Dat is al heel bijzonder, want de meeste mensen hebben daarin geen enkele interesse. Ga voorzichtig om met dat verlangen, want vaak gaat dat voor Gods roepen uit. Paulus schrijft aan Timotheüs in 1 Tim. 3:1: Dit is een betrouwbaar woord: als iemand verlangen heeft naar het ambt van opziener, begeert hij een voortreffelijk werk. Let niet teveel op dat woord opziener. Maar let op wat Paulus bedoelt: Verlangen naar werken in Gods Koninkrijk is een goed verlangen. Let op wat de Heere doet in je leven. Als de Heere je roept, dan weet je dat Hij je roept. Lees veel in Gods Woord. De Heere spreekt door Zijn Woord tot ons en door de prediking. Lees ook zendingsgeschiedenissen. Let wel op dat een zendingsgeschiedenis niet gelijk staat met de Bijbel. Dat is de meest gewone weg die de Heere volgt als Hij roept.
Zo lang je niet zeker weet of God je ergens voor roept, ga dan niet piekeren en bang zijn dat je niet bereid zult zijn om Hem te volgen. De Heere doet nooit half werk. En als de Heere je ergens roept, dan zal Hij je helpen om ook je ouders en familie los te laten. Volgen van Jezus is alles loslaten en in Zijn handen leggen. Volg jij Mij!
Je financiële zekerheid... Ik begrijp wat je bedoelt. Maar in de eerste plaats weet je niet wat je eventuele werk zal worden. Ook met een salaris? Het kan. Of een thuisfrontcommissie? Maar vergeet NOOIT dat de God van Elia nog leeft en dat Hij zelfs de jonge raven hoort als ze tot Hem roepen. Inderdaad we mogen in volkomen vertrouwen op God leven. Kijk eens naar alle beloften in de Bijbel hoe Hij ons daarmee bemoedigt en vertroost. Dan durf je toch wel in afhankelijkheid met Hem de toekomst in?!
En al die vragen die je stelt aan jezelf, wat als de Heere echt roept, dan moet ik gehoorzamen, want ik heb het beloofd... Waarom beloofde je Hem te volgen? Waar moet ik heen? Dat hoef je nu nog helemaal niet te weten! “Sara, kom, we gaan op reis”. Hoor je het Abram roepen? “Waar heen Abram?” “Ik weet het niet, maar de Heere heeft gesproken en zal de weg wijzen.” En daar gingen ze. Als het Gods weg is, dan komt alles goed. Twijfel daar maar nooit aan. We hebben dat in ons leven vaak ervaren. Het leek soms onmogelijk, maar de Heere baande een weg.
Je loopt de kans om te verdrinken als je de blik op Jezus verliest, dan verdrink je ook echt. Maar als je eens de blik op Hem verliest, schreeuw dan maar tot Hem, die liefdevolle Meester, hij hoorde de schreeuw van Petrus en pakte zijn hand vast en kijk... daar lopen ze nu samen over het water naar het schip. Jezus en Petrus. En toen zij, Jezus en Petrus, in het schip geklommen waren, stilde de wind. En dan het wonder: al die discipelen die hadden getwijfeld en niet aan hun Meester hadden gedacht. Nu aanbaden ze Hem. “Werkelijk, U bent Gods Zoon.” Mooi hé, heerlijk toch?
Je vraagt of ik je begrijp. Heel goed hoor! Ik herken er veel dingen in. Je bent nog jong en er komt innerlijk veel op je af. Maar echt, geloof me, een veel daarvan kun je zo uitvegen. Dat is nu nog niet van toepassing. Vertrouw jij nu maar op de Heere en ga maar niet innerlijk redeneren of de dingen op een rijtje zetten. Vertrouw op Hem. Hij zal het maken. Al de weg leidt jou je Heiland!
“Vertroost, o Jezus onze harten, Door Uwe Geest, Die in ons woont. Dan gaan we blij, door strijd en smarten, Naar ’t land, waar Gij de pelgrim loont.”
Een hartelijke zustergroet,
Nellie van Dooijeweert- van der Slikke
Dit artikel is beantwoord door
N. J. van Dooijeweert-Van der Slikke
- Geboortedatum:25-04-1942
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Waddinxveen
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Functie: Pastoraal medewerkster
Bekijk ook: