Gevoel en belijdenis afleggen
C.A. Hoekman | Geen reacties | 26-03-2019| 09:59
Vraag
Dit jaar heb ik belijdeniscatechisatie gevolgd en het is de bedoeling binnenkort belijdenis te doen. Ik durf dat alleen niet zo goed. Dit omdat ik niets voel. De laatste tijd voel ik dat mijn hart zich verhard voor God en dat ik heel druk ben met andere dingen. De dingen van deze tijd. Ik probeer altijd tijd te maken om te lezen en bidden en vraag wel om vergeving en of mijn hart minder hard mag worden, maar het maakt geen verschil. Verder weet ik ook niet of ik alles wat in de Bijbel staat -of de leer van onze kerk (Ger. Gem.)- nou echt geloof. Dat voel ik namelijk niet en sommige dingen staan me ook tegen (bijvoorbeeld ouderwets taalgebruik, dat er naar mijn idee meer ellende dan verlossing wordt gepredikt).
Laatst schrok ik zelfs van mijn eigen gedachten, toen ik dacht: “Jezus wordt wel heel erg de lucht in geprezen, Die doet natuurlijk alles goed, het zal wel.” Waarom komt dit in mij naar boven? Het lijkt of alles in mij zich verzet tegen hetgeen de Bijbel zegt en wat ik eigenlijk wil voelen. Tegelijkertijd wil ik heel graag in mijn huwelijk (ook binnenkort) God zoeken in gebed en Bijbellezen samen met mijn man. Ook mede daarom wil ik belijdenis doen. Als we de kinderzegen mogen ontvangen hoop ik ook mijn kinderen te dopen. Maar kan ik wel belijdenis doen op dit moment?
Deze vraag werd ook besproken in het programma 'Pastorie online':
Antwoord
Beste jongere,
Je hoopt binnenkort belijdenis te doen en dan dringt de vraag zich aan je op: kan ik wel belijdenis doen op dit moment? En dan noem je een heleboel belemmeringen die je bij jezelf ontdekt. Je voelt niets; je hart verhardt zich voor God; druk met andere (tijdelijke) dingen; je bidt en leest wel, maar het maakt geen verschil. Je twijfelt of je wel alles wat in de Bijbel staat gelooft. Dat geldt ook voor de leer van je kerk, de Ger. Gem. Je ervaart zelfs weerstand wanneer Jezus wel heel erg de lucht in wordt geprezen, Die doet natuurlijk alles goed, het zal wel. Waarom komt dit in mij naar boven? Waarom dit innerlijke verzet tegen hetgeen de Bijbel zegt? En toch wil je in je aanstaande huwelijk God zoeken in gebed en Bijbellezen, samen met je man. Ook mede een reden om belijdenis te doen. En bij een ontvangen kinderzegen, hoop je je kinderen ook te laten dopen. En nu formuleer ik je vraag bewust iets anders, zoals ik het in je opsomming lees: mag ik, wanneer je zo bent en je zo voelt, wel belijdenis doen, los van het moment?
Vooropgesteld, wanneer je belijdenis doet, doe je dat niet in de eerste plaats van de waarheid van Gods Woord of van de leer van de Gereformeerde Gemeenten of van een bepaald gevoel. Het hoort er wel bij, maar het is niet de inhoud. De enige inhoud is: ik geloof! Jouw persoonlijk geloof. En welk geloof is dat dan? Ik geloof in God de Vader, de Almachtige..., en ik geloof in Jezus Christus, Zijn enig geboren Zoon..., en ik geloof in de Heilige Geest. Je kent ze uit je hoofd, de 12 Artikelen van ons algemeen en ongetwijfeld Christelijke geloof. Daar niets op afdingen en er niets aan toevoegen. Jouw persoonlijk geloof?
Zullen we dit geloof eens naast je vraag leggen? Wat valt je dan op? Heel eerlijk naar jezelf kijken. Gaat het niet teveel over wat jij voelt en wat jij doet of niet doet, wat jij er van vindt? Ik begrijp je heel goed en toch zeg ik: je begint aan de verkeerde kant, bij jezelf. Het geloof dat de Bijbel ons leert en samengevat is in de 12 Artikelen van het geloof, begint bij God. En waar eindigt dat geloof in de Vader, de Zoon en de Heilige Geest; anders gezegd wat is de toepassing van dit geloof? Ik geloof de vergeving van de zonden, wederopstanding van het vlees en een eeuwig leven. Jouw persoonlijk geloof?
Nogmaals, leg je vraag eens naast je geloof in de vergeving van je zonden? Waar zijn je zonden? Naast jouw opstanding van je lichaam? Zie je er naar uit? Naast jouw eeuwige leven? Bij de Heere Jezus in Zijn hemel? Of...? Huiveringwekkend!
Mag ik wel belijdenis doen? Betrek deze vragen en antwoorden erbij. En dan niet vanuit de gedachte wat jij allemaal moet doen of niet doet, wat jij er van vindt of denkt, wat jij allemaal voelt. Maar wat God wil dat je doen zult, is het einde van jouw tegenspraak en worsteling.
Waar begon God met jou? Toen je ouders je in de kerk brachten om het sacrament van de Heilige Doop aan jouw voorhoofd te laten bedienen. Waar was God toen? Ver weg? Nee, heel kort bij je: ik doop je in de Naam van de Vader, van de Zoon en van de Heilige Geest. Toen zei de heilige God tegen jou, in zonden ontvangen en geboren, je hoort bij Mij, je bent van Mij, ingelijfd en afgezonderd van de wereld. Waren toen al je zonden vergeven? Wat denk je zelf?
Eén ding is duidelijk, je bent in Gods verbond en Zijn gemeente begrepen en je bent, door Christus’ bloed, de verlossing van je zonden en de Heilige Geest, Die het geloof werkt, toegezegd. Geloof je dat? Onderzoek de HC. vr. 74 eens, met de verwijsteksten, samen met je aanstaande man. Wat zou God nu van jou (en jullie samen) willen?
Kan ik wel belijdenis doen op dit moment? Wat is het alternatief? Een jaar of twee jaar uitstellen en dan hopen en bidden dat het anders wordt en je dan meer gaat voelen en anders gaat denken? Wat zeg je dan tegen God? Dat Hij wel in Zijn verbondstrouw met jou begon, maar dat je daar nu niets bij voelt vanwege je harde hart en je dus nu voorlopig maar stopt met God. Zeggen tegen de Heere Jezus dat de vergevende kracht van Zijn bloed nu niet jou geldt, je zonde is te erg, want Jezus wordt wel heel erg de lucht in geprezen, Die doet natuurlijk alles goed, het zal wel. Zeggen tegen de Heilige Geest dat Hij nu niet krachtig genoeg is om je verzet tegen wat de Bijbel zegt te breken, en jou bij de Heere Jezus te brengen en Zijn liefde te doen ervaren. Is dat de weg die God wil dat je gaat?
Ik ben blij dat je aan het begin van je vraag erkent dat je niet zo goed belijdenis durft te doen, omdat je niets voelt. Jij durft niet goed met God verder, want je voelt je ongeschikt en zondig. Zou God met jou verder durven? Wat denk je?
Toen je het teken van de Heilige Doop ontving aan je voorhoofd en Gods Naam aan jouw naam werd verbonden, wist God volmaakt wie je was en wie je nu bent en toch wilde God jou hebben. Hij durfde met jou verder gaan. Hoe dat kan? Omdat het bij God begint en niet bij jou. God gaf Zijn Zoon tot een verzoening van onze zonden. Daarom kon en wilde Hij de verlossing van je zonden in Christus’ bloed jou toezeggen en de Heilige Geest, Die het geloof werkt. Daarom blijft er maar één begaanbare weg over om belijdenis te kunnen en te mogen doen (Joh. 14:6). Met al je zonden en zorgen; met je weerbarstigheid en harde hart; met je zondige gedachten en ongeloof tot de Heere Jezus gaan en met heel je hart belijden dat jij het niet kunt maar dat Hij het kan en wil. Alleen met en door Hem mag je en kun je belijdenis doen. Achter Hem aan, die onder Pontius Pilatus de goede belijdenis afgelegd heef (1 Tim. 6:13). Hij roept het jou toe: Strijd de goede strijd van het geloof, grijp naar het eeuwige leven, tot hetwelk gij ook geroepen bent, en de goede belijdenis beleden hebt voor vele getuigen (1 Tim. 6:12).
Ik kom nog even terug op je ontboezeming: “Jezus wordt wel heel erg de lucht in geprezen, Die doet natuurlijk alles goed, het zal wel.” Je schrok, terecht, van je eigen gedachten. Maar het is wel waar. Hij deed en doet alles goed. En ik prijs Hem aan, Die voor Pilatus de goede belijdenis aflegde. Een belijdenis, Die hem zijn leven kostte. Voor wie? Voor zondaren zoals jij en ik, die met hun harde en koude hart geen andere weg weten dan tot Hem alleen.
Kan ik wel belijdenis doen op dit moment? Heere Jezus, waar anders naar toe, dan tot U alleen, U hebt de woorden van het eeuwige leven. Ik heb niets dat weet U, bekeer me nu en elke keer opnieuw, trek me en ik zal U nalopen. Nu naar het moment van mijn belijdenis en straks in mijn huwelijk samen met mijn man om U te zoeken in gebed en Bijbellezen. En geloof het heerlijke Woord van God: Deze ontvangt de zondaren en eet met hen. (Luk. 15 : 2). Onbegrijpelijk maar waar, het zal echt wel.
Zing je mee met Psalm 17:3 berijmd?
Ik zet mijn treden in Uw spoor,
Opdat mijn voet niet uit zou glijden;
Wil mij voor struikelen bevrijden,
En ga mij met Uw heillicht voor.
Ik roep U aan, 'k blijf op U wachten,
Omdat G', o God, mij altoos redt,
Ai, luister dan naar mijn gebed,
En neig Uw oren tot mijn klachten.
Of:
Neem mijn leven, laat het, Heer,
toegewijd zijn aan uw eer.
Maak mijn uren en mijn tijd
tot uw lof en dienst bereid.
Neem mijn handen, maak ze sterk,
trouw en vaardig tot uw werk.
Maak dat ik mijn voeten zet
op de wegen van uw wet.
Neem mijn stem, opdat mijn lied
U, mijn Koning, hulde biedt.
Maak, o Heer, mijn lippen rein,
dat zij uw getuigen zijn.
Neem mijn zilver en mijn goud,
dat ik niets aan U onthoud.
Maak mijn kracht en mijn verstand
tot een werktuig in uw hand.
Neem mijn wil en maak hem vrij,
dat hij U geheiligd zij.
Maak mijn hart tot uwe troon,
dat uw Heil'ge Geest er woon'.
Neem ook mijne liefde, Heer,
'k leg voor U haar schatten neer.
Neem mijzelf en voor altijd
ben ik aan U toegewijd.
Hartelijk groet, ook aan je aanstaande man,
C. A. Hoekman, Kapelle
Dit artikel is beantwoord door
C.A. Hoekman
- Geboortedatum:23-09-1943
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Kapelle
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Dhr. Hoekman was ruim 40 jaar ouderling in de Ger. Gem.
Bekijk ook: