Stukje van de waarheid
Ds. H. Peet | Geen reacties | 18-01-2019| 15:55
Vraag
Er is een spreuk die luidt: De halve waarheid is een hele leugen. God maakt zich bekend in en door de Bijbel. In hoeverre is dit een halve waarheid als we aan de onverklaarbaarheid en onbevatbare grootheid van God gedenken? Laat God Zich van kaft tot kaft beschrijven in een door mensen geschreven Boek, hetzij door mensen die uit de volheid van God leefden? Of Zijn alle namen en eigenschappen die in de Bijbel genoemd staan slechts een beginsel van het Godsbeeld en dus maar een gedeelte van de Waarheid? En is de Bijbel daardoor, volgens het spreekwoord, een onwaarheid? Men noemt de Bijbel de enige Waarheid, maar is er in het creatieve verstand, filosofie, wijsheid en wetenschap, door Gods inwonende Geest, niet veel meer van God te ontdekken dan de Bijbelschrijvers hebben opgetekend? God maakt Zich toch ook bekend door Zijn Geest?
Antwoord
Beste vraagsteller,
Eigenlijk stel je verschillende vragen. Je legt de vinger bij het feit dat God veel groter is dan wij bevatten kunnen en daar heb je helemaal gelijk in. Daar is God juist God voor. Als wij Hem helemaal zouden kunnen doorgronden zou God geen God meer zijn en zouden juist wij groter zijn dan God. Je vraagt je af of dit gegeven geen gevolgen moet hebben voor de wijze waarop we tegen Gods openbaring in de Bijbel aankijken. Als God groter is dan wij kunnen bevatten, bevat ook de Bijbel geen volledig beeld van God. Maar is de Bijbel dan niet een halve waarheid en dientengevolge een hele leugen?
Dit laatste is zeker niet het geval. Ook al is ons kennen slechts ten dele (1 Kor. 13:12) daarmee is de kennis die we dankzij de Bijbel van God mogen hebben geen onbetrouwbare kennis. Misschien kan een voorbeeld je wat helpen. In de wetenschap zijn er ook nog vele onontgonnen terreinen. Om maar iets te noemen: lang niet alle raadsels van het menselijk lichaam zijn ontrafeld. Veel weten we niet. Ook hier is ons kennen in veel opzichten ten dele. Maar daarmee is wat we wel weten niet tot een leugen geworden. Dankzij wat we wel weten, kunnen heel veel ziekten in het menselijk lichaam effectief bestreden worden. We kennen dan slechts een stukje van de waarheid en niet de hele waarheid, maar ook dat stukje van de waarheid is wel waarheid. Als het gaat om onze kennis van God, ligt het mijns inziens niet anders. In deze bedeling is ons kennen nog ten dele zegt Paulus. Wanneer we dankzij Gods genade in de heerlijkheid mogen zijn, zullen we ten volle kennen (1 Kor. 13:12). Nu mag het ons tot troost zijn dat we gekend zijn (Gal. 4:9), d.w.z. vastgehouden worden om tot die volledige kennis geleid te worden. Onderweg naar dit moment hebben we genoeg aan wat ons in de Bijbel is geopenbaard. Daar kunnen we mee toe en daar zullen we ook nooit mee omvallen. Nu is onze kennis van God nog als een bloem in de knop, in de heerlijkheid zal die geheel openspringen en zal die knop tot volledige bloei komen. Wat we uit de Schrift weten is volledig betrouwbaar. God is echt zoals Hij daar zegt te zijn. Daarop kunnen we leven en sterven. In de Bijbel heb je dan ook goud in handen!
De tweede vraag die je stelt, heeft te maken met het werk van Gods Geest. Is de Geest van God Die in de gelovige woont ook niet een zelfstandige bron van Gods kennis? Kun je naast wat we uit de Bijbel over God weten niet nog veel meer over God aan de weet komen door het werk van Gods Geest buiten de Bijbel om? Dit lijkt mij een onbegaanbare weg. Hoe zou je kunnen weten dat een bepaalde kennis aan de Geest te danken is? Waarom zou het niet aan je eigen geest ontsproten zijn en de wens de vader van de gedachte zijn? Het moet dan ook wel tot absolute willekeur leiden wanneer je op deze manier je kennis van God zou willen vergroten. Ook in het verleden heeft men zich vaak op het innerlijk licht beroepen en daarmee verwees men dan naar de innerlijke verlichting door de Geest. Dit leidde echter altijd tot willekeur en leidde nogal eens pseudokennis van God Die op gespannen voet stond met wat de Bijbel ons aangaande God openbaart. Het beeld van God dat eruit rolde, leek vaak verdacht veel op de persoon die het zei. Dat leidde dan ook vaak tot hele leugens! Je ziet het ook vandaag daar waar mensen op de religieuze markt hun eigen Godsbeeld bij elkaar sprokkelen: ze nemen wat henzelf uitkomt en laten liggen wat niet in hun kraam te pas komt: een stukje uit het Boeddhisme, een stukje uit de Islam, een stukje uit het christendom etc. Maar het is volstrekt willekeurig: men maakt zijn eigen (af)god, het heeft niks meer met de levende God te maken. Dit is dan ook geen begaanbare weg.
Het is daarom zaak Geest en Woord dichtbij elkaar te houden. We mogen de Geest ontmoeten in de Schrift. De Bijbel is het door de Geest geïnspireerde Woord van God ( 2 Tim. 3:16; 2 Petr. 1:21). Daarin heeft God ons alles gezegd wat we nodig hebben om zalig te worden. Hierin vinden we betrouwbare kennis van God juist omdat ze te danken is aan de Geest. Die Geest waarvan Paulus zegt dat Hij zelfs de diepten van God doorzoekt en als geen ander thuis is in God (1 Kor. 2:10vv). In de Schrift zegt de Geest ons door middel van de Bijbelschrijvers alles wat nodig is om het leven te vinden in de Heere Jezus Christus (Joh. 20:30v). In Christus heeft God Zich zo duidelijk geopenbaard dat Christus kan zeggen: wie Mij heeft gezien, die heeft de Vader gezien (Joh. 14:9). In Christus heeft God ten diepste alles gezegd wat Hij te zeggen had (Hebr. 1:1). Na Gods openbaring in Christus komt de Geest dan ook niet zozeer met nieuwe dingen, maar is Hij er juist op uit wat God in Christus van Zich bekend gemaakt heeft nader voor ons te ontvouwen ( Joh. 14:25v; 16:12-14). De weerslag daarvan vinden we in de Bijbel die we als een geschenk van de Geest mogen ontvangen. Kortom, nu God Zich in Christus volledige heeft uitgesproken en de Geest daarvan getuigt in de Schriften, zijn we voor onze kennis van God allereerst op de Schriften aangewezen. Deze kunnen ons wijs maken tot zaligheid ( 2 Tim. 3:15). Wie God wil leren kennen en steeds beter wil leren kennen, dient dan ook de Bijbel te openen. Daarom sluit ik af met de oproep van de Heiland de Schriften te onderzoeken. Daarin mag je het leven vinden (Joh. 5:39) en dat is het leven dat bestaat in het kennen van God (Joh. 17:3).
Ik hoop dat deze gedachten je wat mogen helpen in je gedachtenvorming over deze dingen!
Met een hartelijke groet,
Ds. H. Peet
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Peet
- Geboortedatum:15-01-1964
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Sliedrecht (Eben-Haëzer)
- Status:Actief