Dieren insemineren
J. Boeijenga | Geen reacties | 12-02-2018| 14:59
Vraag
Mogen volgens de Bijbel dieren (koeien) geïnsemineerd worden?
Antwoord
Beste vragensteller,
Je vraag zal door een bepaalde gedachte zijn ingegeven. Wellicht komt inseminatie onnatuurlijk over en is de gedachte dat het dan ook wel onbijbels zal zijn. Ook kan gedacht worden aan (het verbod op of de terughoudendheid bij) de toepassing van bepaalde technieken bij mensen, waarbij de parallel met dieren voor de hand ligt. Overigens: je zegt inseminatie. Dat is letterlijk het inbrengen van zaad. Ik ga er van uit dat je kunstmatige inseminatie (KI) bedoelt.
Vaak heerst de gedachte dat zaken die onnatuurlijk zijn, ook onbijbels zijn. Dat is vaak wel zo, maar niet altijd. In het OT was het gebruikelijk dat, wanneer er een (belangrijke) gast op bezoek kwam, de heer des huizes het gemeste kalf liet slachten (denk aan Abraham, die de drie onbekende mannen ontvangt). Maar ook in de tijd van het NT was deze praktijk nog gangbaar (zie bijvoorbeeld de gelijkenis van de verloren zoon, waarbij na zijn terugkeer zijn vader het gemeste kalf liet slachten).
Als we even bedenken wat voor leven zo’n gemest kalf gehad heeft (eenzame opsluiting, overvoeding, geen lichaamsbeweging), kan moeilijk van een natuurlijk bestaan gesproken worden. Maar toch wordt hier geen wanklank aan gewijd, noch door bijvoorbeeld profeten in het OT, noch door de Heere Jezus in het NT. In die tijd en cultuur was dit kennelijk geoorloofd. Er waren geen principiële (Bijbelse) bezwaren en principiële bezwaren zijn over het algemeen niet plaats-, tijd- en cultuurgebonden. De voorzichtige conclusie lijkt gerechtvaardigd dat we hier niet te snel het etiket ‘onbijbels’ moeten opplakken.
Voor de tempeldienst/offerdienst werd vee speciaal gefokt. Bij ‘fokken’ kunnen we in wezen denken aan het min of meer kunstmatig samenbrengen van een mannetjes- en een vrouwtjesdier. Vaak vindt van te voren op grond van (vermeende of bewezen superieure) eigenschappen een zekere selectie plaats. Ook dit is niet geheel ‘natuurlijk’, de dieren kwamen elkaar niet spontaan in de natuur tegen, er was geen natuurlijke selectie. Toch was dat ook al in de tijd van de Bijbel een geaccepteerde veredelingsmethode.
Welke grenzen moeten dan in acht genomen worden t.a.v. de economische exploitatie van vee? Als we dit, i.v.m. de vraagstelling gaan toespitsen op voortplantingstechnieken, zijn er twee lijnen te ontwaren in de voortplantingsvermeerderingstechnieken:
1. Van een stier worden zoveel mogelijk nakomelingen verkregen door KI met verdund sperma.
2. Van een koe worden meerdere nakomelingen verkregen tijdens één dracht door embryosplitsing.
Het mag duidelijk zijn dat de eerste methode veel minder ingrijpend is dan de tweede: voor die laatste zijn operatieve ingrepen nodig, er is kans op het sneuvelen van het embryo en dit is niet onomstreden.
De KI-techniek, waardoor één stier talloze nakomelingen kan voortbrengen, is algemeen geaccepteerd, ook binnen de reformatorische gezindte. Deze techniek kent weinig morele problemen. Aandachtspunt bij die vele nakomelingen is natuurlijk wel dat de afstammingslijn goed gedocumenteerd wordt, om te voorkomen dat er genetische ‘vervuiling’ plaatsvindt.
De variant bij mensen, maar dan binnen één huwelijk van man en vrouw, wordt ook in onze gezindte toegepast bij ongewild kinderloze echtparen waarbij bepaalde anatomische variaties de ‘normale gang van zaken’ bij het verwekken van nageslacht ‘in de weg’ kunnen staan.
De stelregel is dat wanneer technieken geoorloofd/geaccepteerd zijn bij menselijke toepassing, dit ook bij dieren toegepast kan worden. Andersom is zeker niet het geval! In tegenstelling tot wat veel dierenactivisten ons willen doen geloven, staat de mens absoluut boven het dier. We hebben van onze Schepper de opdracht gekregen om deze aarde te bebouwen en te bewaren, dus om een goed rentmeester te zijn. Hierbij mogen we op een zinvolle en verantwoorde manier ook gebruik maken van de dieren die geschapen zijn. Zowel van hun diensten (bijvoorbeeld trekkracht van paarden, waakzaamheid van honden en ganzen), hun producten (melk, vlees, huiden, veren, etc.) en zelfs hun gezelschap. Dieren staan ten dienste van de mens. Ze hebben geen ziel voor de eeuwigheid. Dat is een duidelijke illustratie van het verschil in status.
Kunstmatige inseminatie is een geaccepteerde en binnen voorwaarden verantwoorde manier om de veestapel op peil te houden en te vermeerderen.
Hoewel het dier in hiërarchie onder de mens staat, hebben we het altijd met respect te behandelen. We hebben de schepping, en dus ook de schepselen (mens en dier), als het ware in bruikleen gekregen en zullen aan de Schepper moeten kunnen verantwoorden hoe we met Zijn bezit zijn omgegaan.
Johan Boeijenga
Dit artikel is beantwoord door
J. Boeijenga
- Geboortedatum:26-05-1958
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Nunspeet
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Sedationist in ziekenhuis St. Jansdal
Bekijk ook: