Worstelen met de doop
Ds. W. van Vlastuin | Geen reacties | 18-09-2017| 12:04
Vraag
Aan ds. Van Vlastuin. Dominee, pas kwamen de woorden in mijn hoofd: “gedoopt” zijn in de Naam van de Heere Jezus” (en de Vader en Heilige Geest) en dat woordje “dopen” hoorde ik in mijn hart alsof ik het nog nooit zo gehoord had. Dopen is dan toch helemaal doordrenken, zo zijn wij met de Naam van de Heere helemaal gedoopt. Augustinus leert dan ook dat dit de erfzonde afwast. Nu bedoel ik het zeer zeer zeker niet als automatisme, maar ik worstel al vele jaren met de doop. Ik kom uit een kerk waar de doop wordt ondergewaardeerd. “Het is slechts een voorrecht en bid maar veel, wie weet...” Maar eigenlijk mag je er toch vanuit gaan dat je vanaf je doop in de Heere mag zijn en je helemaal gedrenkt bent in Zijn bloed en hieruit mag leven en dagelijks bekeerd moet worden?
Ik kom uit een kerk waar het alleen maar ging om een éénmalige bekering. Maar hoe zou Timotheus zich in zo’n kerk hebben gevoeld? Als hij vanaf de baarmoeder een kind van God was en steeds hoorde: “Timotheus jij moet bekeerd worden en eerst een ervaring krijgen dat je helemaal voor God verloren gaat onder Zijn recht” etc. Zou hij niet helemaal klem gekomen zijn? Daar hij en Johannes de Doper ook al als baby de Heere vreesden.
Pas las ik bij Bavinck dat hij zegt (ik zeg het maar met eigen woorden): Je mag naar het kind kijken als een knop die steeds meer opengaat tot het een bloem is: de eigen geloofsbelijdenis. Dat lijkt een geheel andere visie dan zoals hierboven beschreven. Maar is wat Bavinck zegt eigenlijk niet veel Bijbelser?
Antwoord
Beste gedoopte,
De doop is een geweldig getuigenis van onze eenheid met Christus. Op verschillende plaatsen in het doopformulier komt dit naar boven. Omdat we in Christus geheiligd zijn, behoren wel als lidmaten van Zijn gemeente gedoopt te wezen. Een andere uitspraak in dit formulier is dat de doop ons de afwassing van de zonden verzegelt. Bovendien is het een machtig getuigenis dat Gods Geest ons wil toe-eigenen wat we in Christus hebben. Zo zouden we door kunnen gaan.
Voor ons moderne mensen zijn deze woorden uit het doopformulier vaak moeilijk te volgen, omdat wij geneigd zijn te denken uit de enkele mens. De Bijbel en de Reformatie leren ons te denken en te leven uit Christus. Dan mogen we ook zeggen dat onze kleinste zuigelingen niet los zijn van Christus, maar in Zijn werkelijkheid zijn geplaatst. De doop zegt niet dat we kinderen van het koninkrijk moeten of kunnen worden, maar dat we het zijn. We moeten dus iets verwerpen om verloren te gaan...
Tegelijk is het getuigenis van deze positie in Christus’ lichaam geen reden om te gaan redeneren en te concluderen. Zoals ons klassieke formulier ook zegt: De Heilige Geest eigent deze werkelijkheid in Christus toe.
Hier zit een spanning: Als we alleen spreken over de toe-eigening door de Heilige Geest vergeten we dat we in de Christus-positie staan. Als we alleen spreken over de Christus-positie vergeten we het geheim van de toe-eigening. Daarom vraagt het spreken over de doop om zorgvuldigheid. In ieder geval geldt: In het geloof is de doop een machtig getuigenis dat we met Christus zijn begraven en met Hem zijn opgewekt tot het onoverwinnelijke leven in Hem. Bepeins je doop en je zult gered zijn.
Ds. W. van Vlastuin
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W. van Vlastuin
- Geboortedatum:06-03-1963
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Wezep
- Status:Inactief