Slordige, terugvallende zondaar
ds. D.M. Elsman | 3 reacties | 25-05-2016| 17:13
Vraag
Eigenlijk vind ik het ontzettend moeilijk om hierover te beginnen want het gaat om het binnenste van mijn ziel en is iets wat mijn hele leven doortrekt. Ik ben een 20-jarige jongen en loop de laatste tijd met heel wat vragen rond. Vooraf: ik ben echt een denker. Over alles denk ik na, beredeneer ik het en ik ben een soort zoeker. Het meest zoek ik naar rust, zekerheid en vervulling. Tegelijk weet ik dat ik dat niet vind in aards geluk (vrienden, familie werk, feesten) of materialisme, maar alleen in Christus. Heel mijn leven heb ik me uitgeleefd in zonden in feesten, pornografie, zelfbevrediging, vrouwen en drank. Ik heb altijd gedacht: ik ga toch naar de hel, dus ik moet er hier maar het beste van maken, want netjes leven lukt mij toch niet. Heel mijn leven heb ik in de kerk gezeten zonder dat ik er ook maar iets van snapte.
Totdat op 17-jarige leeftijd ik in drie dagen ontdekte wie God was en mijn leven aan Hem gaf. Ik kon niet anders en vertelde tegen God dat ik mijn leven eigenlijk niet aan Hem wilde geven maar wilde leven voor mezelf. Maar God overwon. Er was een soort kracht in me die ik niet kon weerstaan en op dat moment heb ik gebeden en werd ik (denk ik) gered. Ik vond geen lust meer in de zonden en begon te ontdekken wie God was en later wat Christus heeft gedaan voor mij. De preken werden anders en ik vond mijn vreugde nu alleen nog maar in God. En dat is het beste!
Dit ging zo een half jaar door en het was leven in mijn ziel! Maar toen gebeurde het: zelfbevrediging kwam terug. Ik begon te strijden maar viel elke keer weer. Toen kreeg ik een vriendin waar ik ontzettend blij mee was en zonder dat ik het door had werd zij mijn afgod. Toen we een jaar verkering hadden ging het uit. Wat ik achteraf kan zeggen is dat dat goed was. We deden verkeerde dingen en God sloot het af. Alleen, ik was op dat moment intens verdrietig, radeloos en van slag. Maar ik rebelleerde tegen God. In plaats van mijn hulp en kracht bij God te zoeken viel ik weer in zonden. Vreselijk vond ik het. Pornografie was er weer. Ik zondigde tegen een goeddoend God Die zoveel voor mij gedaan heeft en doet. Waarom deed ik dit? Het was toen een lange tijd zo. Ik beleed het, bekeerde me ervan en probeerde elke keer weer op Jezus te zien. Heden, verleden en toekomst gaven troost.
Toen ik een jaar geleden fulltime wilde gaan evangeliseren (wat een groot verlangen van mij was) werd ik daarvoor aangenomen. Heerlijk was dat! Werken in Zijn koninkrijk! En stiekem dacht ik ook: nu ga ik me meer op andere mensen en God focussen en zal de zonden vervagen. En dat was ook zo! Alleen ik werd depressief. Mijn zonden na mijn bekering klagen me aan: dag en nacht en nu nog steeds. Helaas werd ik depressief toen ik fulltime evangeliseerde; paniekaanvallen enz. Altijd maar weer die angst, onzekerheid enz. Toen heb ik besloten dat het beter was te stoppen en terug naar mijn eigen huis te gaan (ik evangeliseerde in Amsterdam). Ik was teleurgesteld en verdrietig: waarom gebeurde dit, waarom is mijn leven een puinhoop. Alsof ik in een storm zit. Ik kan maar net mijn hoofd boven water houden. Maar opnieuw zocht ik geen vreugde in God, maar in aardse dingen. Ik gaf op. Ik dacht: ik kan niet geloven, het kost zoveel strijd, ik ben kapot en ik gaf het op. Twee maanden lang leefde ik in zonden, zware zonden maar het knaagde aan me. Ik moest terug naar het Kruis. Maar ik kon het niet en wilde het niet. Als ik nu zou sterven was mijn enige hoop Jezus. Het bleef knagen, totdat God kwam; vol liefde en genade. Hij die Zijn verloren schaap opzocht, voor de tiende keer. Die avond beleed ik alles aan God en ik wist dat het goed was, maar toch blijft het bij me knagen, tot op de dag van vandaag.
Ben ik gered? Of beeld ik me alles maar in? Ik ben die slordige, terugvallende zondaar. Een rebel en onwillig. Er zijn nachten dat ik zo onzeker ben dat ik God vraag om me te redden voor het eerst of opnieuw, ik weet het niet. Mijn zonden knagen aan me en soms kan ik bijna niet meer. Angst om weer terug te vallen is groot. Hoe kom ik hieruit? Vaak pleit ik: “Heere u heeft gezegd, allen wie tot U de toevlucht hebben genomen worden niet schuldig verklaard (Psalm 34).” Zijn bloed reinigt van alle zonden. Maar nog geen halfuur later kan ik weer in de rats zitten. Alle vragen van Refoweb afstruinen, Bijbel lezen, preken luisteren op YouTube.
Hoe moet ik hiermee omgaan? Wat moet ik doen? Of moet ik verwachten dat de Heere Jezus mij zal genezen van de puinhoop die ik er zo van maak. Ik zie zo erg twee kanten in mijn leven: de ene kant rent weg, de andere wil bij Jezus zijn. De ene dag geniet ik van alles wat God geeft en gedaan heeft aan het kruis, de andere dag ben ik zo moedeloos en wil ik niet eens uit bed komen. Hoe moet ik verder?
Antwoord
Beste vriend, bedankt voor je vraag; door je woorden heen klinkt veel innerlijke strijd. Je noemt jezelf een slordige, terugvallende zondaar, een rebel en onwillige; de ene kant rent weg, de andere wil bij Jezus zijn. Je bent bang om weer terug te vallen; hoe kom je hieruit?
Wat je kan helpen is: bij jezelf biddend te onderzoeken op welk vlak je geestelijke strijd zich voltrekt. Door Gods genade leren wij/maakt Hij bekwaam om tegen de zonde en de duivel te strijden en de wereld te verzaken. Zondag 33 spreekt over de afsterving van de oude mens en de opstanding van de nieuwe mens. De afsterving van de oude mens blijft levenslang een pijnlijk proces.
In Romeinen 7:14 komt de apostel Paulus tot de uitspraak: “ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde.” De Kanttekenaars merken daarbij op: “niet als een gewillige slaaf die de begeerte van de zonde in alles zou volgen, maar die tegen zijn wil en dank nog aan de begeerten en aanvallen van de zonde is onderworpen – zonder dat hij zich daarvan nog ten enenmale kan ontslaan, hoewel hij die ernstig wederstaat en ten merendele door de Geest van God Die in hem is, overwint.”
Een valkuil in onze geestelijke strijd is, dat wij op onszelf gaan zien in plaats van ons oog gericht houden op Jezus, de overste Leidsman en Voleinder van het geloof. Als je op jezelf staart (hoe je het er vanaf brengt), zal wanhoop je deel zijn. Als je het (toch nog) verwacht van eigen kracht, zal moedeloosheid het gevolg zijn en je gevoelsleven als een golf heen en weer bewogen en op en neer geworpen worden. Zie -met eerbied gesproken- hoe de Heere Jezus het ervan af heeft gebracht en in de strijd de volkomen overwinning behaald heeft.
Heb jij door Zijn genade deel gekregen aan Zijn overwinning? Sta dan vast in het geloof en “hoop volkomen op de genade die u toegebracht wordt in de openbaring van Jezus Christus” (1 Petr. 1:13). Leer -en ook dat is genade- het volkomen te verwachten van Gods genade en niet van jezelf.
Daarom, beste vriend, probeer niet langer (toch nog) je oude mens te handhaven voor God; je geeft hem nog veel te veel aandacht en daarmee eer. In plaats daarvan: “alzo ook gij, houdt het daarvoor, dat gij wel der zonde dood zijt, maar Gode levend zijt in Christus Jezus, onze Heere” (Rom. 6:11). Laat Gods Woord je leiden. Maak een persoonlijke studie van wat de apostel Paulus zegt in de hoofdstukken 6 tot en met 8 in de Romeinenbrief, en bid daarbij om het licht van de Heilige Geest.
Van harte wens ik je -met de woorden van Zondag 33- een hartelijke vreugde toe in God door Christus en lust en liefde om naar de wil van God te leven.
Ds. D. M. Elsman
Dit artikel is beantwoord door
ds. D.M. Elsman
- Geboortedatum:16-04-1961
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Rijssen
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
De tip van ds. om Romeinen 6-7-8 als één geheel te lezen is een zeer waardevolle. Bijna nergens in de bijbel lees je zo duidelijk de reden waarom we de Geest zo nodig hebben, maar ook hoe we die moeten gebruiken.
Wij hoeven de wet niet volmaakt te volbrengen, dat deed Jezus al. En nu Hij, door Zijn bloed, ons heeft gereinigd, kan Hij ook koningen en priesters voor God van ons maken (Openb. 1).
En God is bij machte elke vorm van genade overvloedig te maken in u, zodat u, wanneer u in alles altijd al het nodige bezit, overvloedig kunt zijn in elk goed werk. (2 Kor. 9:8)
Als je, terwijl je verleid wordt of verkeerde gedachten in je opkomen, bidt in Jezus Naam, zullen die verleidingen en gedachten verdwijnen. Keer op keer.
Calvijn: waar het vuur van het geloof is, is altijd de rook van de twijfel.
Ebenezer Erskine: De ware gelovige, die door de Geest des Heeren is levendgemaakt, valt dikwijls, wat zijn gewaarwording en zijn gevoel betreft, in hoge mate in de geestelijke dood terug.