Maar doet aan de Heere Jezus Christus
Ds. C. Harinck | 14 reacties | 09-02-2016| 08:00
Vraag
Aan dominee C. Harinck. Er staat in Romeinen 13:14: “Maar doet aan de Heere Jezus Christus.” Ik heb de kanttekening erbij gelezen voor meer uitleg, maar zou graag meer weten over hoe ik dat zou kunnen ontvangen. Kunt u mij raad geven?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Christus aandoen:
1. Nadat de apostel gezegd heeft wat een christen niet betaamt, zegt hij vervolgens in Rom. 13:14 wat hij of zij wel moet doen, namelijk: Maar doet aan de Heere Jezus Christus, en verzorgt het vlees niet tot begeerlijkheden.
2. Het is een beeld ontleend aan het aandoen van klederen. Zoals we een kleed aandoen, moeten de gelovigen Jezus aandoen.
3. Nu zijn de gelovigen reeds bekleed met het kleed van Jezus’ gerechtigheid. Zij stonden voor de Heere, zoals Jozua de hogepriester uit Zach. 3 bekleed met vuile klederen. De Heere heeft hen echter bekleed met Jezus’ gerechtigheid. Dat wil zeggen dat die gerechtigheid hen door God is toegerekend en zij die door het geloof hebben ontvangen. Dat ziet op de rechtvaardigmaking.
4. De opdracht om Christus aan te doen, die we hier ontmoeten ziet echter op de heiligmaking. Er is nog meer verschil. In de rechtvaardigmaking bekleedt God ons en de gelovige ontvangt alleen. In de heiligmaking, dus in dit bevel, is de gelovige zelf actief en doet Christus aan. Hij moet Christus aandoen. Een soort gelijke vermaning vinden we als gezegd wordt dat de christen de volle wapenrusting van God moet aandoen.
5. Aandoen is hier: tot zich nemen, zich er door omringen, dichtbij Hem blijven en ons er mee kleden.
6. Calvijn zegt er van: Het betekent omgeven en beschermd te zijn door Zijn Geest en zodoende geschikt te zijn voor iedere plicht van heiligheid.
7. Eenvoudiger gezegd, kun je stellen dat het betekent: zorgen dat je met Christus verenigd blijft en nauwe omgang met Hem hebt en houdt, dat is de beste bescherming voor de verleidingen en verzoekingen van het vlees. Het doet in de vreze Gods en heiligmaking wandelen.
Ds. C. Harinck
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C. Harinck
- Geboortedatum:09-04-1933
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Kapelle
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Liefde tot de naaste
8 Wees niemand iets schuldig dan elkaar lief te hebben; want wie de ander liefheeft, heeft de wet vervuld.
9 Want dit: U zult geen overspel plegen, u zult niet doden, u zult niet stelen, u zult geen vals getuigenis geven, u zult niet begeren, en welk ander gebod er ook is, wordt in dit woord samengevat, namelijk hierin: U zult uw naaste liefhebben als uzelf.
10 De liefde doet de naaste geen kwaad. Daarom is de liefde de vervulling van de wet.
11 En dit te meer, omdat wij het beslissende tijdstip kennen, namelijk dat de tijd reeds is aangebroken dat wij uit de slaap ontwaken. Want nu is de zaligheid dichter bij ons dan toen wij tot geloof kwamen.
12 De nacht is ver gevorderd en de dag is nabijgekomen. Laten wij dus de werken van de duisternis afleggen en de wapens van het licht aandoen.
13 Laten wij, als op klaarlichte dag, op een gepaste wijze wandelen, niet in zwelgpartijen en dronkenschappen, niet in slaapkamers en losbandigheden, niet in ruzie en afgunst.
14 Maar bekleed u met de Heere Jezus Christus, en verzorg het vlees niet om begeerten op te wekken.
Bekleden met de Heer Jezus Christus is dus doen zoals Jezus deed: Liefhebben!
Liefhebben met de kracht van Christus. Ef 6:10 Voorts, mijn broeders, wordt krachtig in den Heere, en in de sterkte Zijner macht.
Ik ben een persoon die snel geïrriteerd is en wantrouwen heb tegenover anderen. Ik kan niet zomaar die knop omzetten : de ander liefhebben. Want als die ander op mijn tenen staat, dan barst ik bijna :-). Maar als ik 's morgens bid of Hij een wacht voor mijn lippen zet, of Hij mij wil vervullen met Zijn liefde en verder de hele dag scherp probeer te zijn op mijn innerlijke gezindheid en wat er uit mijn mond komt én me de hele dag voor ogen houd wat Christus voor mij doet en deed en dat ik door Hem gered ben en naar Zijn beeld moet weerspiegelen; ja, dan word ik een ander persoon. Niet omdat ik liefheb doe ik Christus aan, maar ik doe Christus aan en daardoor heb ik lief!
Luther:
Het Woord van God is het eerste van alles – op het Woord volgt het geloof, en op het geloof volgt de liefde.
Het geloof begint niet met het doen van goede werken, maar het moet uit het bloed, de wonden en het sterven van Christus ontspringen en voortvloeien – dáár alleen ziet u dat God u liefheeft.
Het leven met Christus is een bewust leven, wat heel de dag geldig is. Bewust leven betekent dus ook: onderscheiden wat van God is en wat niet. Het begint allemaal in onze gedachten, waar de duivel vat op wil krijgen. Als wij dus een verkeerde gedachte krijgen, dan kunnen we in Jezus Naam bidden om daarvan verlost te worden op dat moment, en dan worden we daarvan verlost. Mits je gelooft.
De heiligmaking is dus iets actiefs, een daad, niet iets wat zonder of buiten ons over ons heen komt.
Ik ben het met je eens dat heiligmaking een actieve daad is. We moeten niet gaan wachten tot er 'iets gebeurt'. Strijden tegen de zonde is verplicht (Hebr 12: 14 Jaagt den vrede na met allen, en de heiligmaking, zonder welke niemand den Heere zien zal).
Maar tegelijk is liefhebben en heiligmaking niet iets wat in mij zit.
1 Kor 1: 30 Maar uit Hem zijt gij in Christus Jezus, Die ons geworden is wijsheid van God, en rechtvaardigheid, en heiligmaking (!), en verlossing;
1 Thess 3: 13 Opdat Hij uw harten versterke, om onberispelijk te zijn in heiligmaking
Ef 2: 10 Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus tot goede werken, welke God voorbereid heeft (!), opdat wij in dezelve zouden wandelen.
Het is het beeld van de Wijnstok: 'Zonder Mij kunt u niets doen'.
Het staat zo schitterend in Psalm 103:
Maar de goedertierenheid des HEEREN is van eeuwigheid en tot eeuwigheid over degenen, die Hem vrezen, (...) en die aan Zijn bevelen denken, om die te doen.
Niet: 'die volmaakt zijn in Zijn bevelen', maar die aan Zijn bevelen denken en een vast voornemen hebben die te doen (maar ondanks dat nog zo vaak struikelen).
In de bijbel lees ik dat liefhebben wel degelijk IN mij zit. Met de wedergeboorte hebben wij de Heilige Geest ontvangen, waardoor wij een tempel zijn geworden van de Heilige Geest (1 Kor 6:19). Daarom kunnen wij liefhebben. Wij zijn een nieuwe schepping geworden (2 Korinthe 5:17). Alleen degenen die de Geest niet hebben kunnen niet liefhebben, dat is echter door het werk van Christus anders geworden (Rom 8:3,4). Als we één worden met de Here, dan zijn wij één geest met Hem (1 Kor 6:17). Wij moeten ons dan ook door de Geest laten leiden (Rom. 8:14) zodat we de (verkeerde) daden van het vlees kunnen doden (Rom 8:13)
Leven wij vleselijk, dan kunnen we niet liefhebben
Leven wij geestelijk, dan kunnen wij liefhebben
Niet uit eigen kracht, maar door de kracht die God aan ons HEEFT GEGEVEN (Ef. 1:19).
Er staat zoveel moois in de bijbel, waar we door teveel naar ons zelf te kijken, te vaak over heen zien. We zijn in vrijheid gesteld om, verlost van de macht van de zonde, en heilig en smetteloos te zijn (Ef 5:27)
Gaan we in dit leven tot volmaaktheid komen? Ik denk het niet, Paulus jaagde daarnaar, maar we kunnen door de werkingen van de Geest een heel eind komen.
12 Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie in Mij gelooft, zal de werken die Ik doe, ook doen, en hij zal grotere doen dan deze, want Ik ga heen naar Mijn Vader.
Ik weet dat heel veel gelovigen veel moeite hiermee hebben omdat we ons zoveel bezighouden met onszelf. En ook vanwege onwetendheid over wat God met ons doet in de wedergeboorte. We blijven maar hangen in ons vlees en in "ik ellendig mens". Maar in Christus zijn wij meer dan overwinnaars en wij hebben door het het geloof de vrucht (niet vruchten!) van de Heilige Geest:
Galaten 5:De vrucht van de Geest
22 De vrucht van de Geest is echter: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing.
23 Daartegen richt de wet zich niet.
24 Maar wie van Christus zijn, hebben het vlees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd.
25 Als wij door de Geest leven, laten wij dan ook door de Geest wandelen.
26 Laten wij geen mensen met eigendunk worden, elkaar niet uitdagen en benijden.
Galaten 5:16 Maar ik (Paulus) zeg: Wandel door de Geest en u zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen.
Ik bedoelde met 'het zit niet in mij': het zit niet in mijn karakter. Daarom moeten wij krachtig worden in de Heere en in de sterkte van Zijn macht (zoals je ook zegt). De Geest neemt het uit Christus. Johannes 16
13 Maar wanneer Die zal gekomen zijn, [namelijk] de Geest der waarheid, Hij zal u in al de waarheid leiden; want Hij zal van Zichzelven niet spreken, maar zo wat Hij zal gehoord hebben, zal Hij spreken, en de toekomende dingen zal Hij u verkondigen.
14 Die zal Mij verheerlijken; want Hij zal het uit het Mijne nemen, en zal het u verkondigen.
Ik vul nog even aan. Ik ben het grotendeels met je eens. Alleen je zegt dat we een heel eind kunnen komen om in dit leven volmaakt te zijn.
Jacobus zegt dat we veel struikelen in de zonde van de tong (Jacobus 3).
Ik denk dat we én én moeten zeggen: Wij strijden in de kracht van de Heere tegen de zonde, maar volmaakt worden we nooit, en ook geen heel eind.
Kijk eens naar David, liet hij ook geen jonge vrouw nog toe in zijn slaapkamer op het laatst van zijn leven?
En je schrijft zelf ook over de gedachten. Sommige gedachten komen als een reflex in je op. En ben je nooit somber? Als je wekenlang slecht geslapen hebt, ben je dan net zo liefdevol als nu? Als je in een vluchtelingenkamp, ziek op de grond ligt, spreek je dan net als nu? Als iemand in je gezicht spuugt, ben je dan bereid om hem/haar de andere wang toe te keren?
En als je in een kamer bent met mensen die de Heere niet kennen en er wordt gevloekt, zeg je er dan altijd wat van?
En dan de zonden van nalatigheid. Die we moeten doen, maar niet doen omdat we niet oplettend zijn. Degene die naast ons in de kerk zit, en die moedeloos is, bemoedigen we hem/haar, of komen we op het laatste moment de kerk binnen en hebben zodoende niets in de gaten?
Als we op een weg rijden waar je 50 mag, en iemand rijdt 30 voor ons, zitten we dan fluitend in de auto, of ergeren we ons?
Bidden we hartstochtelijk voor gemeente, de Vervolgde Kerk, Israël, familie, vrienden, collega's, de buurt, de overheid en bijvoorbeeld alle kinderen die deze week geaborteerd worden? Of worden we ook wel eens afgeleid? Of vergeten we wel eens wat? Of bestaat ons gebed voornamelijk uit gebeden voor onszelf?
Als ik volmaakt moet worden, heb ik nog wel wat jaartjes nodig ;-).
Het is maar net vanuit welke kant je het bekijkt. Als je vanuit de kant bekijkt dat we zo zondig zijn en af en toe wat ervaren van God, dan komen we snel in de somberheid. Als je de (naar mijn idee bijbelse) lijn aanhoudt dat we een nieuw schepsel zijn die ons zondige lichaam (vlees) nog met zich meedraagt, waarvan we door de Geest (Rom. 8:13) de daden kunnen doden en dat we in Christus meer dan overwinnaars zijn, dan word je meer en meer aangespoord om te groeien in de genade.
Een leven als christen is een bewust leven. Bewust van de onzichtbare geesteswereld waarin goed tegen kwaad strijd en waarin het kwaad (de duivel) ons steeds weer wil verleiden. Maar óók een bewustzijn van het feit dat wij één zijn met de Here en dat ons lichaam een tempel van de Heilige Geest is. ën dat wij de de allesovertreffende grootheid van Zijn kracht hébben ontvangen (Ef. 1:19). We hebben een God die machtig is! Hij wil van ons het beste maken, zodat we het beeld van Jezus gelijkvormig zouden zijn (Rom. 8:29).
Paulus is in Romeinen 7 helder dat wij het niet meer zijn die zondigen, maar ons vlees (Rom. 7:20).
Ik ontmoet vaak christenen die steeds het gevoel hebben dat ze zelf moeten strijden tegen hun zonden. Ze zijn zich niet bewust van het feit dat ze nieuwe schepselen zijn, want dat ervaren ze niet zo. Het gaat er niet om dat we dat zo ervaren, maar dat we dat WETEN, dat we verlichte ogen van ons verstand daarvoor krijgen (Ef. 1:18).
Laten we vooral Gods Woord spreken en niet ons gevoel. Dat gevoel komt vanzelf als we geloven wat God tot ons zegt in Zijn Woord.
Volgens mij praten we langs elkaar heen. Ik heb nergens gezegd dat we maar zo af en toe wat ervaren van God. (de rechtvaardige zal leven door het geloof)
We mogen wandelen met God, van minuut tot minuut. Hem liefhebben als onze Vader, en Hem dienen. Hem vertrouwen. Met hem door een bende dringen en met Hem over muren springen (Psalm 18). Hij wil ons alles geven, als we ook alles bij Hem zoeken.
Aan de ene kant zíjn we nieuwe schepselen. We zíjn geheiligd in Christus. Maar we moeten ook strijden tegen de zonde. 'Wees heilig, want Ik ben heilig' (dat is niet een feit, maar een aansporing).
We moeten blijven spreken met 2 woorden. Voor God zijn we heilig in Christus, gelukkig maar! Maar we worstelen elke dag met onze oude mens, en met de duivel die ons (mij in elk geval) altijd op de nek zit.
Als ik midden in de nacht wakker wordt, en al-wakker-wordend de duivel me overspoelt met opmerkingen als 'jij bent geen kind van God, want...'. Dan roep ik niet gelijk 'hallelujah'. Dan bid ik en ik lees mijn Bijbel en dan moet hij vluchten. Ik zit dan niet te zuchten dat ik zo'n slecht mens ben en dat ik de Heere niet voel, nee dan ga ik ook 'aan het werk'.
Maar het zal pas na dit leven zijn als we van de duivel en ons eigen vlees verlost worden.
Ik hoor vaak dat men zo weinig ervaart van God en dat drukt mensen terneer. Ik denk ook dat we op één lijn zitten. Het leven hier is een strijd. Wij moeten ook strijden om in te gaan door de nauwe poort en in Hebreeën spreekt de schrijver ook over tot bloedens toe strijden. De strijd leidt echter wel ergens toe, tot de volmaaktheid. Een verleiding kán overwonnen worden.
Een vriend van mij is zo'n 3 jaar geleden radicaal tot geloof gekomen, terwijl hij zich elke dag vol zoop en zwaar aan de methadon en andere medicijnen tegen psychoses zat. Hij was bezig zich letterlijk dood te zuipen. Hij is vanaf zijn radicale bekering alleen nog maar gaan bijbellezen en bidden. Hij zat toen te midden van 35 andere zwaar verslaafden die hem iedere dag weer in de shit wilde trekken. Door geloof heeft hij staande kunnen blijven en is geen één keer meer gevallen. Zijn strijd was enorm zwaar, maar de duivel heeft hem los moeten laten, omdat die niet tegen de kracht van de Heilige geest op kon. Nu leeft hij elke dag met God en is een totaal ander mens geworden. Elke dag staat hij op in het besef dat de duivel op de loer ligt. Hij voedt zich met de bijbel, gebed en hij is actief in Gods Koninkrijk. Die man leeft zo dicht bij Christus, dat jij niet zou geloven dat hij een duivels leven heeft geleefd.
Ik bedoel er mee te zeggen dat we iedere dag keuzes moeten maken. Waar voeden we ons mee? Welke keuzes maken we als we merken dat de duivel onze gedachten binnen probeert te komen? Bidden we dan in Jezus' Naam dat de duivel weggaat? Iedere overwinning maakt sterker, ieder verlies houdt ons bij God vandaan.
Jezus is gekomen om ons beeld weer te herstellen. Wij waren het beeld van God, maar zijn het beeld van satan geworden. Doordat Jezus ons heeft vrijgemaakt van zonden, kunnen we weer aan het beeld van God voldoen. Hij is gekomen om Gods Koninkrijk weer te herstellen. Wij zijn Gods Koninkrijk, maar dan moeten we wel als koningskinderen leven.
Amen!