God zoeken en vinden
ds. D.M. Elsman | 5 reacties | 22-06-2015| 12:00
Vraag
De Bijbel roept meer dan eens op om God te zoeken, zowel in het Oude als het Nieuwe Testament. Vaak staat er dan ook bij dat Hij ook te vinden is. Mijn vraag is echter: hoe moet je God zoeken, zodanig dat je ook vindt? Vaak gaan we ervan uit dat God zoeken Bijbel lezen, om bekering bidden, preken beluisteren etc. is, maar is dat ook zo? Want we weten toch ook dat er mensen die dat al heel lang doen en toch nog niet tot bekering gekomen zijn? En is God vinden ook hetzelfde als het geloof in Jezus ontvangen? Want dat eerste is wel de belofte die aan God-zoeken wordt meegegeven, maar het tweede is noodzakelijk om zalig te worden: “Geloof in de Heere Jezus; dan zult u gered worden, u en al uw huisgenoten.” Als dat niet hetzelfde is dan heb je -cru gezegd- eigenlijk nog niets aan God vinden.
Antwoord
Beste vriend(in), bedankt voor je vraag.
-Om te beginnen, je vraagt: “hoe moet je God zoeken, zodanig dat je ook vindt?” Het antwoord is eenvoudig: begin er mee niet te twijfelen aan Zijn belofte: “Bidt, en u zal gegeven worden; zoekt, en gij zult vinden; klopt, en u zal opengedaan worden” (Matt. 7:7). Het lijkt erop dat je de waarheid en waarachtigheid van Gods beloften afmeet aan wat je ziet bij de mensen om je heen. Leg eenvoudig je hand op Gods belofte en twijfel niet.
-Als de Heere zegt: bidt - zoekt - klopt, dan spreekt Hij in de gebiedende wijs. Het is dus niet een vrijblijvende zaak als zou het in onze keuze liggen om wel of niet te zoeken. Bovendien geven deze woorden een voortdurende handeling aan.
-Lees en overdenk artikel 2 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, door welke middelen God gekend wordt. Zie je Zijn hand -Zijn eeuwige kracht en Goddelijkheid- in de schepping om je heen? Kijk naar de vogels van de hemel (Matt. 6): heb je vanmorgen al een merel horen fluiten en daarin God gezocht? Kijk naar de lelies op het veld: heb je vandaag al een roos zien bloeien, eraan geroken en je ogen in dank en verwondering naar de hemel opgeslagen?
-Terecht noem je bij het zoeken van God Bijbel-lezen en gebed! Bid om een opmerkzaam hart en verlichte ogen. Dat is: bid om de Heilige Geest. Opnieuw mag je de belofte horen -twijfel niet!- “Indien dan gij, die boos zijt, weet uw kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader den Heiligen Geest geven dengenen, die Hem bidden” (Lukas 11:13).
-Bij zoeken hoort ook onder-zoeken, namelijk van je eigen hart. Kennis van God en kennis van je eigen hart zijn beide nodig. De Heilige Geest overtuigt van zonde, gerechtigheid en oordeel. Zoek wat de Bijbel zegt over de zonde, overdenk wat de zonde in jouw leven/jouw natuur heeft teweeggebracht (Zondag 3 Heidelbergse Catechismus), denk aan alle ellende en verdriet die de zonde veroorzaakt.
-Overdenk wat het de HEERE gekost heeft om zondaren als wij mensen zijn met Zich te verzoenen. Zoek de Heere Jezus Christus te kennen en Die gekruisigd. Niet slechts van horen zeggen, maar om het met de apostel Paulus te getuigen: “Welke de uitnemende grootheid Zijner kracht zij aan ons, die geloven, naar de werking der sterkte Zijner macht, Die Hij gewrocht heeft in Christus, als Hij Hem uit de doden heeft opgewekt” (Efeze 1).
-Je vraagt: “Is God vinden ook hetzelfde als het geloof in Jezus ontvangen?” Bedenk: het is de Heilige Geest (God Zelf) Die in ons hart een oprecht geloof werkt, dat Jezus Christus met al Zijn verdiensten omhelst, Hem eigen maakt en niets anders buiten Hem zoekt. Met Christus ontvangen wij God Zelf. Hij en de Vader zijn Eén.
-Als je met je vraag bedoelt of aan ons zoeken niet eerst geloof voorafgaat, begeven we ons op een vruchteloos pad. Wij moeten altijd weer met twee woorden spreken: naast Filippenzen 3: 13: ‘Want het is God, Die in u werkt beide het willen en het werken, naar Zijn welbehagen’ staat de imperatief van het ‘Bekeert u, wordt behouden van dit verkeerd geslacht!’ (Hand.2). Bidt, zoekt, klopt – en dat zonder ophouden.
-Wij hebben eenvoudig te gehoorzamen en gehoor te geven. Het onnaspeurlijke werk van Gods Geest – dat aan ons zoeken voorafgaat en zich in ons zoeken voortzet – ís onnaspeurlijk. Daarbij Hebr.11: 6: ‘Die tot God komt, moet geloven, dat Hij is, en een Beloner is dergenen, die Hem zoeken’.
-Tot slot; bij het lezen van je vraag moest ik denken aan het boekje van J. C. Ryle “Wie Hem vroeg zoekt.” Probeer dat te krijgen en biddend zoekend te lezen.
Van harte wens ik je toe dat je in je zoeken de onnaspeurlijke rijkdom van Christus mag vinden, om het zingend te getuigen: mijn Rots, mijn Deel, mijn eeuwig Goed!
Ds. D. M. Elsman
Dit artikel is beantwoord door
ds. D.M. Elsman
- Geboortedatum:16-04-1961
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Rijssen
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Als voor het vinden van God geldt: “begin er mee niet te twijfelen aan Zijn belofte', dan geldt voor het zoeken en niet vinden: twijfel aan Zijn belofte.
Hetzelfde zegt Hebreeën 11: 6: "Want wie tot God komt, moet geloven, dat Hij bestaat en een Beloner is voor wie Hem ernstig zoeken.”
@stijnenp, dat komt omdat ze de Heilige Geest tegen staan.
Ik luisterde recent deze preken van Ds Huisman:
Gaat in door de enge poort!
http://dshuisman.nl/8_6.htm
Een boodschap voor vermoeiden en belasten.
http://dshuisman.nl/45_16.htm
Ik kan ze je van harte aanraden!
Maar God heeft al grote dingen gedaan. Hij heeft Zijn Zoon gegeven. Ook hebben wij een Boek vol met woorden van God voor ons. Ieder die in Hem gelooft zal niet verloren gaan. Het gaat niet om ons gevoel, maar of wij de feiten geloven. Dan komt het gevoel vanzelf en dat blijft ook wisselvallig, zolang we hier op aarde zijn...
Naäman
Een meisje was tijdens de oorlog uit Israël gehaald.
en moest het werk doen, door haar meesteres bepaald.
Zij vertelde haar meesters over Elisa de profeet,
toen Naäman de Syriër aan een ernstige ziekte leed
Dit meisje dat gehaald was uit haar eigen land,
werd hierdoor in Syrië een middel in Gods hand.
Naäman ging met zijn dienaren op reis
met geschenken naar het koninklijk paleis
Later kwamen zij in Samaria aan
Naaäman bleef in zijn wagen voor de deur staan.
Elisa liet zijn bode naar buiten gaan,
hij zei: “Was u zeven keer in de Jordaan.”
Maar Naäman vond dit geen goed plan
hij wilde niet luisteren naar deze man…
Zouden de Abana en de Farpar niet beter zijn
en als ik mij daarin was, word ik dan niet rein?
Naäman verwachte geen zegening
op zo’n eenvoudige handeling.
Veel mensen doen graag moeilijk en zwaar werk
als ze daardoor horen bij Christus’ kerk.
Toch vraagt God van ons geen grote kracht,
maar alleen vertrouwen, op wat is volbracht.
Hij vraagt ons niet te gaan op een onmogelijke weg
maar eenvoudig te geloven, wat hij zegt.
Laat u wassen door Jezus’ bloed,
dan bent u rein, dan is het goed!
Is deze weg u te gemakkelijk of te min?
Durft u niet te vertrouwen als een kind…?
Naämans dienaren drongen bij hem aan
en hij waste zich zeven keer in de Jordaan
Doordat hij luisterde naar wat zij zeiden
kon hij gezond terug naar Elisa rijden
Luister naar wat Jezus over Naäman zei:
“In Israël waren veel mannen melaats net als hij.”
Ook voor hen zou er redding wezen
ook zij konden worden genezen
Zij wilden liever zelf aan het werk gaan
dan zich te wassen in de Jordaan
Als zij veel geld moesten betalen
of een grote prestatie moesten behalen
Dan zouden zij er alles voor hebben gedaan
maar zo zou het toch niet gaan…
Jezus wilde Zijn leven voor ons geven
daar mag je op rusten en daaruit leven
Je mag komen zoals je bent
tot God die je helemaal kent
Hij wil jou en mij alles geven
vergeving en eeuwig zalig leven