Huisgodsdienstoefeningen

Ik heb een vraag over huisgodsdienstoefeningen. In het boek “De praktijk der godzaligheid” van Voetius lees ik er iets over evenals in het boek “De plichten der ouders” van Jacobus Koelman. Kunt u mij hier iets meer over vertellen, hoe ik het beste deze godsdienstoefeningen thuis kan houden en wat voor boeken van oude schrijvers hier nog meer en duidelijker over schrijven?

Het is natuurlijk niet mogelijk om via deze website uitgebreid te reageren op deze vraag. Ik zou wel willen beginnen met op te merken dat het een teken aan de wand is dat er in onze tijd en ook in onze gezindte waarschijnlijk heel weinig van de huisgodsdienst over is. We weten natuurlijk niet hoe het in de tijd van de oudvaders in de gezinnen geweest is, maar in die tijd werd er in ieder geval via allerlei geschriften aandacht voor gevraagd en leiding aan gegeven.

Behalve de genoemde boeken zouden vele puriteinse geschriften te noemen zijn (die helaas veelal niet vertaald zijn). Mannen als Baxter, Matthew Henry en George Whitefield hebben er boeken of preken over geschreven. Van onze oudvaders noemt de vragensteller Voetius en Koelman. Nieuw uitgegeven is het boek “Het geestelijke leven” van Theodorus á Brakel (Barneveld, 2000) en ook in het boek “Avonden met Teelinck” van ds. M. Golverdingen staat een hoofdstuk over huisgodsdienst (hoofdstuk 10: “Godzaligheid begint thuis”).

Twee opmerkingen over de praktijk van de huisgodsdienst in onze tijd: de oudvaders kunnen ons natuurlijk heel goed richting geven, maar we moeten ondertussen ook niet de gedachte koesteren dat we naar de 17e eeuw terug kunnen of moeten om geestelijk te leven. In de tweede plaats zou het niet goed zijn -wat je in onze gezindte af en toe ook nog wel tegenkomt- dat de huisgodsdienst zo centraal komt te staan dat de openbare godsdienstoefening in de kerk verwaarloosd of veronachtzaamd wordt.

Hopelijk vormen deze opmerkingen een antwoord op de vraag. Ik hoop dat de HEERE het lezen van bovengenoemde geschriften wil zegenen voor je persoonlijk leven.

Ds. A. van der Zwan