Predik het Woord
ds. D.M. Elsman | 1 reactie | 19-01-2015| 09:23
Vraag
Vorig jaar november kreeg ik een Bijbeltekst op mijn pad die mij niet meer los liet. Namelijk 2 Tim:4:2: “Predik het Woord.” Dat sloeg als het ware in 'als een bom'. Het maakte mij onrustig, wat zou er mee bedoeld worden? Ik bracht het sindsdien vaak in mijn gebed bij de Heere en vroeg om wijsheid en om tekenen als het echt de bedoeling zou zijn dat ik het Woord moet gaan prediken. In diezelfde week krijg ik op mijn deurmat een flyer van de Theologische Universiteit. Sindsdien heb ik in een kerkdienst bij een vriend meegemaakt waarin de dominee de jongens opriep om predikant te worden. Een tijdje daarna ging ik weer met een vriend mee en toen werd er uit 2 Tim 4 gepreekt en zei de dominee: “Laten we bidden of er jongeren mogen zijn die predikant mogen worden.” Dat brengt mij ontzettend veel vraagtekens. Zeker als ik op een jongerenavond daarna een zendeling spreek en dit verhaal aan hem vertel en dat hij zegt: “De Heere heeft genoeg gesproken.” Een tijdje daarna was ik op een verjaardag en toen zei een tante van een vriend tegen iemand die naast haar zat over mij: “Dat lijkt wel een dominee.” Snapt u mijn punt? Ik word hier regelmatig mee geconfronteerd. Ik beschik absoluut niet over de opleidingseisen, ik doe momenteel een mbo niveau 2 opleiding (ik ben 21 jaar oud). Ik merk wel dat ik steeds vaker dingen moet doen die ik voorheen niet zou durven: op een Bijbelkring leiding geven, op ons koor openen met Bijbellezen en afsluiten met gebed. Ik hoop dat u mijn verhaal een beetje duidelijk vindt en zou graag willen weten wanneer je, als je dit alles echt oprecht neerlegt bij God, de keuze moet maken om predikant te worden.
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Beste jonge vriend. Dank je wel voor je vraag; ik wil proberen een stukje met je op te lopen. Wij hebben de belofte van de HEERE: “Merk op, mijn ziel, wat antwoord God u geeft; Hij spreekt gewis tot elk die voor Hem leeft.” Maar ook als Gods kind zijn hand op die belofte legt, blijkt dat hij nog vaak erkennen moet, dat hij “horende wel hoort, maar niet verstaat, en ziende wel ziet, maar niet opmerkt” (Jes. 6). Er is een verband tussen onze hardhorendheid en de zonde(val): ook als wij door genade in Gods ontferming zijn aangenomen blijft de zonde in ons leven als ruis en verstoring van -eerbiedig gesproken- de lijn naar boven.
Het eerste wat wij hebben te doen als wij de stem van de HEERE zoeken te verstaan is: Hem onze hardhorendheid te belijden. Belijdenis van zonde plaatst ons in de rechte verhouding tot de HEERE. Psalm 32 wil ons daarbij bij de hand nemen: “Welgelukzalig is hij, wiens overtreding vergeven, wiens zonde bedekt is (...) Ik zal u onderwijzen, en u leren van de weg, die gij gaan zult; Ik zal raad geven, Mijn oog zal op u zijn.” In de gelovige wetenschap dat Gods oog op ons is -gelijk zich een vader ontfermt over de kinderen, ontfermt Zich de HEERE over degenen die Hem vrezen- bidden wij in kinderlijke afhankelijkheid: Geef mij de weg van Uw bevelen te verstaan (Ps.119).
Neem de tijd, zoek de stilte van de binnenkamer, open de Bijbel waarin de stem van de HEERE klinkt. Kom onder het Woord, de zondagse en de doordeweekse erediensten om te horen wat de Geest tot de gemeente te spreken heeft. Let op de tekenen – de omstandigheden, die door de HEERE worden gestuurd; daarbij past voorzichtigheid dat wij ons niet laten leiden door eigen gedachten en gevoelens, want ook daarin hebben we het licht van Gods Geest van node. Daarbij horen ook de gesprekken met mede-christenen; vraag raad aan hen die je voorstanders zijn in de Heere en je vermanen – de kerkenraad; maar ook je ouders, die je goed kennen. Bedenk daarbij dat als de HEERE je roept tot een bijzondere bediening, Hij weet “wat maaksel” je bent: Hijzelf heeft jou met specifieke aanleg en gaven geschapen om Hem daarmee te dienen en zal niet van je vragen een hand te zijn als Hij je tot een voet heeft gesteld: “Maar nu heeft God de leden gezet, een ieder ervan in het lichaam, gelijk Hij gewild heeft” (1 Kor. 12). Beproef dat dan ook voor Zijn aangezicht: onderzoek waar je gaven liggen door ervaring. Heeft de HEERE duidelijk gesproken, ga dan in gehoorzaamheid -zo gij Zijn stem dan heden hoort, verhardt u niet maar laat u leiden- in het vertrouwen dat Hij Die roept getrouw is en het ook doen zal.
Beste vriend, met bovenstaande heb ik geen rechtstreeks antwoord gegeven op de vraag of jij wel of niet tot het ambt van predikant geroepen bent. Dat is een zaak tussen de HEERE en jou. Bedenk -en ik schrijf dat niet om je teleur te stellen, maar tot ontspanning in je vragen: de HEERE is God- Hij Die hemel en aarde geschapen heeft, heeft jou en mij niet nodig in de volvoering van Zijn raad. Zijn huis zál vol worden, eenvoudig omdat het fundament vast ligt in Zijn eeuwig en verkiezend welbehagen: Hij kent de Zijnen en Hij zal er Zelf voor zorgen dat die op Zijn tijd geroepen zullen worden. Daartoe zendt Hij in Zijn goedertierenheid verkondigers van Zijn zeer blijde boodschap tot wie Hij wil en wanneer Hij wil.
Mag jij zo’n verkondiger zijn? Dat is geen vraag. Je bent het naar Zijn hoog bevel: gaat dan heen, onderwijst al de volken, lerende hen onderhouden alles wat Ik u geboden heb. Laat je eerste en hoogste roeping zijn: Hem te verheerlijken in je leven, om zelf daarin helemaal weg te vallen. Als Hij spreekt: “Predik het Woord”, doe eenvoudig wat Hij je zegt, hier en nu, verkondig Zijn heilige Naam en de daden van Zijn hand – hetzij op school, hetzij als timmerman op de bouw, hetzij als chauffeur op de weg, hetzij als predikant. Opdat de aarde vol zal zijn van Zijn glorie.
Van harte bid ik je Gods leiding en wijsheid toe.
Ds. D. M. Elsman
Dit artikel is beantwoord door
ds. D.M. Elsman
- Geboortedatum:16-04-1961
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Rijssen
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: