Spijswetten schrappen
Ds. A. van der Zwan | Geen reacties | 01-10-2001| 00:00
Vraag
In het OT staan veel wetten. O.a. dat je geen varkensvlees mag eten of bloed mag drinken. Nu mag dat allemaal wel weer, omdat Jezus de wet heeft vervuld, wordt er gezegd. Zelf denk ik dat God die wetten niet heeft gegeven om ons de wet voor te schrijven, maar omdat Hij het beste weet wat goed voor ons is. Blijkbaar is varkensvlees (etc.) dus niet goed voor je. Zijn wij niet te eigenwijs om al die wetten zomaar te schrappen?
Antwoord
Je vraag gaat over een onderwerp waar nogal verschillend over gedacht wordt. Ik zal proberen kort en bondig antwoord te geven. In de reformatorische theologie heeft men de wetten die we in het Oude Testament tegenkomen altijd verdeeld in drie categorieën:
1. Burgelijke wetten, zoals bijvoorbeeld de voorschriften met betrekking tot de vrijsteden (Num. 35) en ook de wetten over eten en drinken en
gezondheidszorg (Lev. 11-15).
2. Ceremoniële wetten, zoals bijvoorbeeld de offerwetten (bijv. Lev. 1-7)
3. Zedelijke wetten, zoals we die vinden in de Tien Geboden (Ex. 20 en Deut.
Van de laatste twee categorieën moeten we in het licht van het Nieuwe Testament zeggen dat ze in en door Christus vervuld zijn, zij het op verschillende wijze. De ceremoniële wetten zijn door Zijn ene offer voor eens en voor altijd overbodig geworden. Sinds Zijn bloed vloeide op Golgotha, hoeft er voor de verzoening en de omgang met God geen bloed meer te vloeien. Vandaar geen besnijdenis, geen Pascha en geen tempel met offerdienst meer.
Wat de zedelijke wetten betreft, geldt daarvoor ook dat de Heere Jezus die heeft vervuld, zoals Hij Zelf ook aangeeft in Mat. 5:17, waar Hij in de Bergrede een bespreking geeft van de Tien Geboden. De vervulling van die geboden, zoals die gestalte heeft gekregen in de volmaakte gehoorzaamheid van de Zoon van God, betekent echter niet dat Gods Wet voor de gelovigen geen betekenis meer heeft. De Wet is voor hen een leefregel van de dankbaarheid geworden. Ze verdienen niets met de onderhouding van de geboden, maar ze leren wel bidden: Gun, door 't geloof in Christus, krachten, om die te doen uit dankbaarheid.
Dan rest er alleen nog de categorie "burgerlijke wetten", waarover je vraag ging. In het algemeen kun je daarvan zeggen dat die burgerlijke wetten speciaal aan Israël gegeven zijn om hen temidden van de heidense volken in alle opzichten een aparte status te geven. Het spreekt voor zich dat de strekking van al die wetten wel tot heil van het volksleven van Israël is geweest en in die zin liggen er ook aanwijzingen in voor een (gezond) leven van iemand die in de Nieuwe Bedeling leeft.
We hebben echter niet meer de plicht -zoals Israël die wel had- om ze strikt en stipt na te leven. Hoe ik dat weet? Dat zegt Gods Woord op meerdere momenten. Aan Petrus wordt duidelijk gemaakt dat hij dingen kan eten die vroeger voor onrein golden (Hand. 10:9v.) En Paulus zegt in Kol. 2:16 dat christenen zich vrijer mogen opstellen dan de Joden vroeger als het gaat om dingen als eten en drinken en feestdagen. De apostel zegt er in het volgende vers trouwens bij, dat die dingen "een schaduw van de toekomende dingen" geweest zijn. Dus dat we die voorschriften uit het Oude Testament niet of minder nauwgezet onderhouden is niet persé eigenwijs, maar uitvloeisel van de vrijheid van de christen die leeft uit de volheid van Christus.
Zo eindigt dit antwoord ook weer met een vraag: ben jij al iemand die leeft uit Hem?
Ds. A. van der Zwan
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. van der Zwan
- Geboortedatum:27-02-1972
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Dordrecht-Centrum
- Status:Actief