HPV-virus
drs. J. de Jongh-van Hoof | 4 reacties | 14-05-2014| 12:03
Vraag
In het verleden heb ik, tot mijn spijt, meerdere mannen oraal bevredigd. Nu las ik onlangs dat je hierdoor besmet kunt raken met het HPV-virus, wat vervolgens keelkanker kan veroorzaken. Is deze informatie juist? En moet ik hierin wat ondernemen, door bijv. bij een huisarts langs te gaan?
Antwoord
HPV besmetting kan ook door oraal contact. HPV wordt overgebracht door seksueel contact. Dit hoeft niet per se vrijen te zijn. Het virus kan ook door huid-op-huidcontact worden overgedragen, vooral via de huid in de schaamstreek. Het kan ook via de huid van je handen en vingers. Uit onderzoek blijkt dat een groot deel van de seksueel actieve vrouwen besmet is. Condooms verminderen de kans op besmetting, maar zelfs als je met condoom vrijt, kun je nog besmet raken met HPV. Zowel mannen als vrouwen kunnen het virus oplopen en doorgeven.
Twaalf varianten van HPV kunnen kanker veroorzaken. De meest voorkomende vorm van kanker die door HPV wordt veroorzaakt is baarmoederhalskanker. Andere vormen zijn kanker in vagina, schaamlippen en anus. De varianten HPV 16 en HPV 18 zijn samen verantwoordelijk voor 70 procent van alle gevallen van baarmoederhalskanker. Hier bestaat een vaccinatie voor welke gegeven wordt aan meisjes die 12 jaar oud worden. Ongeveer acht van de tien vrouwen raakt tijdens hun leven besmet met één of meerdere humaan papillomavirussen. Bij vrouwen is het virus na infectie vooral te vinden op de grens van de baarmoedermond met de baarmoederhals.
Het opmerkelijke van HPV is dat je bijna nooit merkt dat je besmet bent. Het virus verdwijnt bijna altijd binnen anderhalf jaar vanzelf weer uit het lichaam. Soms blijft het virus langer in het lichaam en kan dan zorgen voor veranderingen in die cellen. Vaak verdwijnen ook deze afwijkende cellen weer vanzelf. Maar soms kunnen ze zich ontwikkelen tot kankercellen. Tussen besmetting met HPV en het ontstaan van kanker zit meestal vijftien jaar of meer.
Keelkanker is vooral gerelateerd aan roken!
José de Jongh-van Hoof
Dit artikel is beantwoord door
drs. J. de Jongh-van Hoof
- Geboortedatum:30-11-1967
- Kerkelijke gezindte:Zevende-dags Adventist
- Woon/standplaats:Rijssen
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Huisarts
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Vele dingen zullen hetzelfde zijn maar ook een aantal dingen zijn totaal anders.
Vraagsteller/vraagstelster: vraag allereerst God om vergeving en reiniging. Leef vervolgens vanuit de vergeving in vreugde en vrede met God.
Indien wij de zonden belijden, God is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve en ons reinige van alle ongerechtigheid.
Leef dan ook niet in angst, dat je eventueel kanker zult krijgen. Angst is een slechte raadgever. In God dienen is geen vrees, Want de liefde (van God naar jou en tot God van jou) drijft de vrees uit.
Sterkte en Gods zegen!
De kanttekeningen zeggen iets belangrijks bij 'belijden'...: "Namelijk voor God, met waar berouw en betering."
Ik hoop trouwens niet dat vraagsteller het verkeerd opvat dat 'je niet in angst hoeft te leven, dat je eventueel keelkanker zult krijgen.' God straft namelijk de zonden, ook bij Zijn kinderen in dit tijdelijke leven. "Het zwaard zal van uw huis niet wijken" had Nathan de profeet gezegd, nadat David van dat zwaard een afschuwelijk gebruik gemaakt had tegen Uria.... En dat is gebeurd ook.
Ook bij waar berouw en betering kun je dus keelkanker krijgen. En dat geldt voor ons allemaal, we kunnen allemaal kanker krijgen, welke zonden we dan ook gedaan hebben.
David kwam niet in opstand, hij kon eronder buigen. Om jaloers op te worden, want ik klaag zo gauw als mij weer eens iets treft ipv eronder te buigen:
Psalm 51
Genâ, o God, genâ, hoor mijn gebed;
Verschoon mij toch naar Uw barmhartigheden;
Delg uit mijn schuld, vergeef mijn overtreden:
Uw goedheid wordt noch paal, noch perk gezet.
Ai, was mij wel van ongerechtigheid;
Mijn schuld is zwaar, ik heb Uw wet geschonden;
Zie mijn berouw, hoor, hoe een boetling pleit,
En reinig mij van al mijn vuile zonden.
Want ik gevoel de grootheid van mijn kwaad;
Mijn zonde zie 'k mij steeds voor ogen zweven.
'k Heb tegen U, ja U alleen, misdreven;
Uw wil en wet, hoe heilig, stout versmaad,
Ik heb gedaan, wat kwaad was in Uw oog;
Dies ben ik, HEER, Uw gramschap dubbel waardig,
'k Erken mijn schuld, die U tot straf bewoog;
Uw doen is rein, Uw vonnis gans rechtvaardig.