Blijvend bidden om vergeving van zonden
Ds. M.W. Muilwijk | Geen reacties | 24-07-2013| 12:01
Vraag
Als ik bid tot God dan vraag ik Hem of Hij de zonde en verleiding van mij wil weren; of Hij mij in Zijn wegen wil doen wandelen. Ik belijd mijn schuld en kom met mijn nood tot Hem. Maar is het ook nodig dat ik tijdens het bidden vraag om vergeving van zonden? Ik doe dat eigenlijk zelden meer. Als christen mag ik toch weten, geloven en vertrouwen dat al mijn zonden om Christus wil vergeven zijn? In Hem hebben wij toch verlossing? Dat heeft God toch beloofd en daar mogen wij toch op pleiten? Of zie ik de dingen nu verkeerd?
Antwoord
Beste vragensteller/-ster,
Wanneer ik jouw vraag goed begrijp, vraag je of je als christen vergeving van zonden moet vragen of niet. Wanneer ik je vraag lees, geef je eigenlijk in jouw vraag zelf al het antwoord, namelijk "ja".
Je spreekt in jouw vraag over bidden of God zonde en verleiding van je wil weren. Dat houdt dan niet alleen een strijden tegen de zonde in, maar ook elke dag een belijden van de zonde en vragen om vergeving. Dit zeg je zelf ook met de woorden dat je jouw schuld (= zonde) belijdt. Belijden van schuld en om vergeving vragen ligt zo in elkaars verlengde dat dit onlosmakelijk aan elkaar verbonden is. 1 Joh 1:9 en 10 zeggen het volgende: “Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonde vergeve en ons reinige van alle ongerechtigheid. Indien wij zeggen dat wij niet gezondigd hebben, maken wij Hem tot een leugenaar, en Zijn woord is niet in ons...”
Johannes spreekt hier tegen een gemeente van christenen. Het gaat over belijden van zonden en wanneer wij dat doen, dan vergeeft Hij ons de zonden. Dus dit is een duidelijke aanwijzing dat ook na ontvangen genade wij moeten blijven bidden om vergeving van de zonden. Een nog krachtiger bewijs is de vijfde bede van het Onze Vader: “Vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren...”
De Heere Jezus Zelf heeft dit voorbeeldgebed aan al Zijn volgelingen geleerd. Deze twee teksten maken duidelijk dat je dus zeker wel blijvend moet blijven bidden om vergeven van zonden: dagelijks zelfs!
De verlossing is eenmalig, maar dat neemt niet weg dat wij dagelijks de toevlucht moeten blijven nemen tot het bloed van Christus tot een verzoening van de zonde. De verlossing en verzoening is zo krachtig dat het ineens de volle vloek van de wet en de toorn van God wegneemt en stilt; dit zegt dat wij in het oordeel niet meer veroordeeld zullen worden. De verlossing is volkomen. Maar de zondige aard die wij ook na ontvangen genade overhouden (Rom. 7:24) moet ons dagelijks weer tot het smeken om vergeving van zonden doen smeken: zonde is niet incidenteel (in tegenstelling tot geluiden die tegenwoordig wel gehoord worden), maar structureel, ook na ontvangen genade. Dit verwoordt Heidelberger Catechismus vraag en antwoord 115 heel bijbels.
De realiteit van een kind van God is dat de vloek van de wet en de toorn van God gestild is: dus geen zonde kan ons nog in het eeuwige oordeel doen komen (Rom. 8:1). De overheersende macht van de zonde is gebroken (Rom. 6:11 en 14) en daarom klinkt de oproep om de zonde niet te laten heersen. Tegelijk moet een christen klagen dat hij een twee-mens is (Rom. 7:13-26): en dat brengt tot de dagelijkse belijdenis van de overgebleven zonde en ongerechtigheid en dus tot het dagelijkse gebed om vergeving van de zonde.
Bidden om vergeving van de zonde is dus geen ongeloof aan de realiteit van de verlossing, maar geloof en belijden dat we ondanks de ontvangen genade de Heere nog dagelijks verdriet doen.
Hartelijke groet,
Ds. M. W. Muilwijk
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M.W. Muilwijk
- Geboortedatum:23-12-1980
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Aalst
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: