Komen tot Jezus Christus
ds. D.M. Elsman | 2 reacties | 02-07-2013| 10:58
Vraag
Aan een bevindelijke dominee. Ik (jongere) lees een stukje uit het boek "Komen tot Jezus Christus" van John Bunyan. In het hoofdstuk waar hij uitlegt wat tot Christus komen wil zeggen, zie ik enerzijds herkenning vanuit mijn eigen leven, anderzijds niet. In dit hoofdstuk legt Bunyan uit dat het komen tot Christus in twee hoofddelen uiteen valt. Ten eerste dat het komen tot Christus bestaat in het uitgaan van de geest tot Hem. En ten tweede: het komen tot Christus is een uitgaan van de geest naar Hem dat ontstaat uit een diep besef van de volstrekte behoefte die iemand heeft om door Hem gerechtvaardigd en behouden te worden. In de toepassing van dit in mijn eigen leven loop ik vast. Punt één herken ik wel in mijn leven, maar het tweede punt niet. Mijn hart is wel bereidwillig en zet de geest aan om achter Hem aan of naar Hem toe te gaan. Sinds ongeveer 1,5 a 2 jaar geleden ben ik meer en op een serieuze manier met het geloof bezig. Mijn wil neigt wel naar Christus, maar ik heb niet het besef van mijn verloren toestand buiten Hem. Ik heb geen krachtig besef van de ellendige toestand waarin ik van nature in verkeer. Is de geest dan wel echt uitgegaan tot Hem? Wat moet ik doen? Hoe moet ik verder? Ik heb dit al een heel tijdje zo dat ik wel tot Christus wil komen, maar dat ik geen besef heb van mijn zondekennis. Het doet geen pijn als ik zondig. Ik heb regelmatig gebeden om de Heilige Geest. Maar ik ben bang dat ik loos, zonder betekenis en zonder vertrouwen, dat bid. Wat moet ik doen qua bidden? Moet ik een tijdje stoppen met bidden om te kijken of ik echt iets mis of mag dat niet? Het zijn heel veel vragen, maar ik hoop dat ik er een goed antwoord op mag krijgen waar ik echt iets mee kan!
Antwoord
Beste vriend/vriendin. Wat ben ik blij met je vraag; dát je vraagt naar de weg; en dát de HEERE middelen schenkt zoals ook dit boekje van John Bunyan om de weg te wijzen. Na je vraag een paar keer herlezen te hebben, bleven een paar gedachten in mijn hoofd hangen; die wil ik je hierbij noemen:
Allereerst: wat ben je goed onderweg door bezig te zijn met de vraag wat het wil zeggen tot Christus te komen! Maar ook: waarom lees je dit prachtige boekje niet verder? Want na hoofdstuk 2 komt hoofdstuk 3 en 4, waar het gaat over de overvloed in Christus die in al jouw dorsten wil komen, de onnaspeurlijke rijkdom van Hem. Wat in hoofdstuk 2 (jouw hoofdstuk) wordt aangereikt, werkt toe naar het verdere vervolg; iets reikt Buyan al wel aan als hij Hooglied 5:4 aanhaalt: Mijn Liefste trok Zijn hand van het gat der deur; en mijn ingewand werd ontroerd om Zijnentwil. Hij zegt dan: "Deze aandoeningen van het gevoel uiten zich in het vurig verlangen en het rommelen van de ingewanden." Dit verlangen is kenmerkend voor wat hij noemt een diep besef van de volstrekte behoefte om door Hem gerechtvaardigd en behouden te worden. Het wonder van de rechtvaardiging van de goddeloze is niet alleen een juridisch/zakelijke verandering van status, namelijk dat wij van een goddeloze door het geloof worden tot een gerechtvaardigde in Christus. Nee, het hart komt in die Goddelijke verandering mee. Er gebeurt wat Paulus in Romeinen 5 noemt: dat de liefde Gods in onze harten uitgestort wordt door de Heilige Geest.
Wij kunnen niet over bekering en ellendekennis spreken buiten de liefde om. De Heidelbergse Catechismus wijst precies die weg: waaruit kent gij uw ellende? Uit de wet van God. Wat eist Gods wet van ons? Dat leert ons Christus in een hoofdsom: Gij zult LIEFHEBBEN de HEERE, Uw God (...) en Gij zult uw naaste LIEFHEBBEN als uzelf. Kunt gij dit alles volkomen houden? Nee, want ik ben van nature geneigd God en mijn naaste te haten (Zondag 2).
Dus besef: ellendekennis staat in een rechtstreeks verband met liefde en haat. Hier grijpt Gods Geest aan door allereerst mijzelf aan mijn haat te ontdekken en vervolgens mij Christus in de volheid van Zijn liefde voor ogen te stellen. Hij doet dat zo, dat ik als vanzelf door mijn knieën moet gaan, overmand door Zijn onuitsprekelijke en heerlijke liefelijkheid en liefde, en tegelijk door in te zien hoe ik Hem met mijn zonden verdriet doe. O, als Hij in Zijn innige liefde ook maar als een glimp wordt aanschouwd, dan komen mijn tranen mij voor en roep ik om Hem, in mijn hart verdriet en overvloedig geluk vermengd, slechts verlangend om Hem te omhelzen.
Daarom is het dat Bunyan je eerst vanuit Gods Woord de weg wil wijzen vanuit de roepstem van de Heere Jezus in Johannes 6:37, maar je vervolgens voor ogen stelt wat er in Christus te vinden is! Lees hoofdstuk 4: de overvloed van de genade, licht, leven en vrede. En wordt verbroken in jezelf om zoveel goedheid die hij een arme zondaar, ja, goddeloze wil schenken om niet.
Beste vriend(in), je wordt aangevochten; je wil neigt wel naar Christus, maar je hebt geen besef van je verloren toestand buiten Hem. Moeten we dan niet zeggen: dat kenmerkt nu precies onze ellende! Te beseffen dat wij geen besef van onze verloren toestand buiten Hem hebben. Dat klinkt misschien wat cryptisch, maar ik bedoel: van wie heb je dit besef: van jezelf, of toch van de Heilige Geest, van Wie je zegt: "Ik heb regelmatig gebeden om de Heilige Geest. Maar ik ben bang dat ik loos, zonder betekenis en zonder vertrouwen, dat bid." Onderschat toch Zijn werk en alvermogen niet! Van wie heb jij dit boekje in de handen gekregen, van een mens of toch van Hem? Als Hij een goed werk in jou begonnen is, zal Hij dat voleindigen tot op de dag van Jezus Christus. Daarom, lees verder, het werk is nog niet af. Mag dit middel in Gods hand en het gebed, ook van mij voor jou, je door de Heilige Geest in de armen van de Heere Jezus Christus drijven, de omhelzing in een innige liefde die alle verstand te boven gaat.
Tot slot, Bunyan spreekt over Gods Woord als een spiegel. Kijk eens in de spiegel van Openbaring 3:17-18: ben jij dat?
"Want gij zegt: Ik ben rijk, en verrijkt geworden, en heb aan geen ding gebrek; en gij weet niet, dat gij zijt ellendig, en jammerlijk, en arm, en blind, en naakt. Ik raad u dat gij van Mij koopt goud, beproefd komende uit het vuur, opdat gij rijk moogt worden; en witte klederen, opdat gij moogt bekleed worden, en de schande van uw naaktheid niet geopenbaard worde; en zalf uw ogen met ogenzalf, opdat gij zien moogt."
Nogmaals bedankt voor je mooie vraag. De HEERE wijze je Zijn weg en geve je Zijn vrede in Zijn Zoon Jezus Christus.
Ds. D. M. Elsman
Dit artikel is beantwoord door
ds. D.M. Elsman
- Geboortedatum:16-04-1961
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Rijssen
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
het had mijn vraag kunnen zijn en.. ik lees het boek op dit moment ook.
Wat mooi dat je die vraag stelt.
Op p.52 Waar je zelf iets uit aanhaalt. Geeft Bunyan aan dat het uitgaan van je geest tot Christus vaak niet als een wonder wordt ervaren door de desbetreffende persoon, maar zegt hij: "om te zien dan zo'n mens met zijn geest uitgaat naar de Heere Jezus Christus, dat is een van de grootste wonderen in de wereld. "
en lees ook p163 maar vast: "God de weg voorschrijven." Daar beschrijft/beantwoord Bunyan jouw vraag.
Jes. 59: 1 en 2
1 Ziet, de hand des HEEREN is niet verkort, dat zij niet zou kunnen verlossen; en Zijn oor is niet zwaar geworden, dat het niet zou kunnen horen.
2 Maar uw ongerechtigheden maken een scheiding tussen ulieden en tussen uw God, en uw zonden verbergen het aangezicht van ulieden, dat Hij niet hoort.
en
8 Naakt tot God, en Hij zal tot u naken. Reinigt de handen, gij zondaars, en zuivert de harten, gij dubbelhartigen!
9 Gedraagt u als ellendigen, en treurt en weent; uw lachen worde veranderd in treuren, en uw blijdschap in bedroefdheid.
10 Vernedert u voor den Heere, en Hij zal u verhogen. (Jak 4)
Ik denk dat God concrete stappen wil, zoals bij de rijke jongenling. Hij zal niemand afwijzen die zich met zijn hele hart aan hem geeft. Dat is een stap van geloof die met daden gepaard gaat.
Reactie: emaildfj1@gmail.com